Translate

dinsdag 29 december 2015

Ziggo houdt niet van trouwe klanten



Het was best een stap. Als gezin hadden we er echt even voor nodig. Het voelde een beetje als een emotioneel afscheid. Maar het was gewoon een verstandige beslissing. Echt zo'n klusje dat je even in de kerstvakantie regelt. De aansluiting voor onze vaste telefoon, die moest er gewoon uit. We maakten er niet of nauwelijks nog gebruik van en zelf werden we op die lijn ook vrijwel nooit meer gebeld.

"Dat is natuurlijk geen enkel probleem", zo verzekerde de mevrouw van Ziggo mij, "ik zal uw gegevens er even bij nemen". Het beste mens stelde vast dat we een abonnement hadden voor internet, televisie en radio en dus ook voor vaste telefonie. Daarvoor betaalden we maandelijks 66 euro. "Eens even kijken, mijnheer. Dus u wilt geen vaste telefonie meer? Dan komen we uit op een nieuw maandbedrag van 72 euro". Ik liet haar weten dat we elkaar verkeerd begrepen hadden. Een nieuw abonnement met minder diensten kan immers onmogelijk duurder zijn.

Toch bleek dat, na een heleboel redeneringen van Ziggo-medewerkers van verschillende afdelingen, wel degelijk het geval. De clou van het verhaal? Klanten die Ziggo een tijdje geleden heeft overgenomen van UPC, mochten hun goedkopere abonnement behouden maar zouden bij de eerste beste wijziging van dat abonnement meteen onder het hogere Ziggo-tarief komen te vallen.

"Houdt u van voetbal?", zo vroeg de mevrouw nog. "Ik kan u wel drie maanden een gratis voetbalzender aanbieden ter compensatie".

Het moet niet gekker worden in de telecomwereld. De grote spelers hebben geen boodschap aan de vele jaren loyaliteit van klanten van de kleinere speler (UPC) die ze overnemen. Moeten ze allemaal zelf weten, maar heet die klanten bij de overname dan niet welkom op een manier alsof de dienstverlening en klantvriendelijkheid nu tot in de hemel gaan reiken. Die klanten moeten gewoon uitgeknepen worden, dat is de missie!

Gelukkig maakt de liberalisering van diezelfde telecomwereld het mogelijk om met één klik het geluk bij een andere aanbieder te beproeven.


Paul Strijp, 31 december 2015


N.B. Naschrift d.d. 9 januari 2016
Eerlijk is eerlijk. Bij het regelen van alle zaken rondom de afsluiting deed Ziggo mij toch nog an offer I can't refuse. Ze houden dus toch wel van trouwe klanten. Een beetje dan.


maandag 21 december 2015

Voor elke projectleider: de Wet van Louis Prompers



We zijn er inmiddels aan gewend, we kijken er nog nauwelijk van op. Elk groot infrastructureel project in Nederland lijdt aan vertraging of aan een aanzienlijke overschrijding van het budget. We halen er de schouders over op, een parlementaire commissie zal het wel weer eens allemaal uitzoeken en opschrijven. En we geloven nauwelijks dat de zaken daarna echt veranderen.

Onlangs was ik met een groep te gast bij de projectorganisatie voor de aanleg van de tunnel onder de A2 bij Maastricht. Als we de directeur van deze organisatie, de heer Louis Prompers, mogen geloven en als de voortekenen niet bedriegen, maakt dit project grote kans om binnen de randvoorwaarden van tijd en geld te worden opgeleverd.


Afbeeldingsresultaat voor prompers projectmanagement
 
 

Dat zou voorwaar een prestatie van formaat zijn. Want we hebben het hier toch niet over een kinderachtig project. Een tunnel met een lengte van 2,3 kilometer, met vier tunnelbuizen op elkaar gestapeld, twee boven en twee onder, met elk twee rijstroken. Sterker, samen met de verbreding van de A1 bij Muiden is dit het meest complexe project van ons land.


Afbeeldingsresultaat voor tunnel a2 maastricht
 
 
Hoe complexer het project, hoe eenvoudiger het recept van Prompers. Hij heeft slechts twee lessen. Eén: investeer in de relaties tussen de sleutelpersonen. De beste man deed dat door vertegenwoordigers van de vier toezichthoudende partijen in zijn organisatie (de gemeenten Maastricht en Meerssen, de provincie Limburg en Rijkswaterstaat) in een te kleine kantine bij elkaar te zetten. Ze konden elkaar niet ontwijken, er was geen ontsnappen aan, ze moesten met elkaar praten. En twee: zorg ervoor dat die Limburgers geen minderwaardigheidscomplex koesteren jegens de Randstad. Daar is volgens Prompers geen enkele aanleiding voor. Géén steriel pessimisme, noemde hij dat.
 
De tunnel is inmiddels gereed, maar nog niet in gebruik. We zullen de ontwikkelingen gedurende het laatste jaar dus moeten afwachten. Een kritische houding is zoals bij elk project gewenst, want ook bij Louis is er wel eens wat aan de hand (zie: http://www.a2maastricht.nl/nl/themas/inzet-buitenlandse-werknemers.aspx). Maar als de voortekenen niet bedriegen, zou de Wet van Prompers wel eens opgeld kunnen gaan doen.



Niet geld en techniek, maar sociale relaties en voldoende zelfrespect zijn doorslaggevend voor het slagen van een complex project.


Iedereen die wel eens een project leidt, zou deze wet ter harte moeten nemen.

Limburgers. En niet te vergeten: niet-Limburgers.

 
Paul Strijp, 21 december 2015

 
 
 


Goya biedt troost met bloeddorstige Saturnus



Elke vader kent dat wel. Dat knagende gevoel: ben ik wel een goede vader? Doe ik het wel goed? Geef ik mijn kinderen niet te veel ruimte? Of ben ik juist te streng? De permanente onzekerheid die vaderschap heet.

Er hangen duizenden schilderijen en prenten. En zoals de meeste bezoekers van het Rijksmuseum komen voor de Nachtwacht, zo komen ze hier voor de Meninas van Velasquez. In het Prado in Madrid. En toch sprong dat doek er voor mij juist niet uit. Neen, dat deed de Saturnus eet zijn zoon van Goya. Eén van zijn zogeheten zwarte schilderijen. Een hartverscheurend tafereel. In essentie een tafereel over de onzekerheid van het vaderschap.



Afbeeldingsresultaat voor saturnus eet zijn zoon


Saturnus, een telg van het godengeslacht der Titanen die de geslachtsdelen van zijn vader had afgehakt, had de gewoonte om zijn eigen kinderen direct na de geboorte op te eten. Er was hem namelijk voorspeld dat Juno, Pluto en Neptunus hem van de troon zouden stoten. Daar had Saturnus weinig trek in. Maar bij de geboorte van Jupiter kon de moeder het niet langer aanzien. Zij wikkelde een steen in een doek en gaf die aan Saturnus als ware het zijn zoon. Ondertussen voedde zij Jupiter in het geheim op. Toen die op leeftijd was, stootte hij zijn vader van de troon, dwong hem zijn kinderen uit te braken en verbande hem naar de onderwereld, de Tartarus.

Zo bloeddorstig als in deze klassieke mythe wordt de vaderlijke onzekerheid tegenwoordig niet meer beslecht. Daar prijs ik mij gelukkig mee. Goya, van wie bekend was dat hij aan depressies leed, zal er toch ook niet bepaald van opgeknapt zijn.

Het schilderij biedt mij troost, de worstelingen rondom het vaderschap zijn van alle tijden.


Paul Strijp, 21 december 2015

Bron: http://orpheuskijktom.com/2012/03/01/antieke-horror/

zondag 29 november 2015

Damiaan Denys, blijf in de collegezaal!



Als ik naar een theater ga, wil ik geraakt worden. Geraakt door de emotie van het toneel, dans of opera. Als ik een goed wetenschappelijk betoog wil horen, kies ik voor een debatcentrum of een collegezaal. Een wetenschappelijk betoog in een theater leidt tot vervreemding. Die was gisteravond goed voelbaar tijdens de voorstelling De wolf en de goudvis van Damiaan Denys in de Griffioen in Amstelveen.

De boodschap van Denys was: angst is niet nodig. Immers, allerhande wetenschappelijk onderzoek toont aan dat we in onze westerse wereld vooral bang zijn voor potentiële risico's. De kans dat we werkelijk het slachtoffer worden van verkeerde voeding, een overstroming als gevolg van de klimaatverandering, ziekten, terrorisme of misbruik van technologie is te verwaarlozen. Kortom, beste mensen: zet uw angsten opzij!

Dat moge allemaal zo zijn, in een theater wil ik die boodschap niet horen. In een theater wil ik de angst juist voelen, hoe irrationeel ook. Weg met de rationeel onderbouwde redenering! De emotie was gisteren slechts heel even voelbaar en dat was dan ook meteen het hoogtepunt van de voorstelling.

Denys vertelde over een vlucht met een luchtballon op grote hoogte. Dan voel je de angst voor de vrijheid. De vrijheid dat je door te springen de mogelijkheid hebt om een einde aan je leven te maken. Dat fragment was duizelingwekkend en deed aan het werk van de Deense filosoof Kierkegaard denken.

Mijnheer Denys, zoek een natuurlijke omgeving voor uw professorale kracht! U heeft een gezaghebbend betoog, maar dat komt in een theater toch maar moeizaam tot zijn recht. En laat dat dansje in de collegezaal dan ook achterwege.


Paul Strijp, 29 november 2015



zaterdag 28 november 2015

De angst voor de kalasjnikov verdampt



Mijn hart versnelde. In het gangpad van de trein kwam een niet-westerse jongen naast me zitten. Heel dicht naast me. Na de aanslagen in Parijs regeert de angst in Europa. Die angst heeft ook mij in zijn greep. Zeker als dagelijks treinreiziger. Toch besloot ik te blijven zitten.


"Bent u een zakenman?", vroeg hij plots aan me. "Neen", antwoordde ik afgemeten. Korte pauze. "Heeft u dan wel een snelle auto?", klonk het even later. In iets uitgebreidere bewoordingen liet ik hem weten dat ik wel een auto had, maar geen snelle. Hij had die wel. In Marokko. Daar had je geen verzekering nodig, betaalde je geen belasting en kon je dus lekker scheuren. Om vervolgens te bekennen dat hij twee jaar vastgezeten had. Voor handel in verdovende middelen.

"Je kunt beter in Nederland zitten dan in België. Belgie is een kut land". Ik vroeg hem waarom Belgie een kut land is. "Als je geld hebt, word je in de gevangenis goed behandeld. Heb je dat niet, dan ga je met zijn drieën in een cel". Vloeiend maakte hij de overgang naar het geloof. "Je moet mensen vrij laten in de keuze voor hun religie. Als ik later kinderen heb, zal ik tegen hen zeggen: zoek zelf maar uit welk geloof het best bij je past".

Ik voelde hoe mijn angst langzaam verdampte. Hoe ik langzaam sympathie voor hem kreeg. Bij het verlaten van de trein schudde ik hem de hand.


Paul Strijp, 28 november 2015

zondag 22 november 2015

Genieten van Martin Bril, boven de urinoir



Het plassen kon mij niet lang genoeg duren. Ik hing boven de urinoir en genoot. Genoot van het gedicht van Martin Bril. Aan de muur van het herentoilet in een conferentieoord ergens in het oosten van het land.


Kunst

Wat we willen
Momenten
Van helderheid
Of beter nog: van grote
Klaarheid

Schaars zijn die momenten
En ook nog goed verborgen

Zoeken heeft dus
Nauwelijks zin, maar
Vinden wel

De kunst is zo te leven
Dat het je overkomt

Die klaarheid, af en toe.

 
Afbeeldingsresultaat voor martin bril
 
 
 
En op hetzelfde moment dwaalden mijn gedachten in de richting van Siddharta, de klassieker van de Duitse schrijver Herman Hesse.
 
 
 
"Wanneer iemand zoekt", zei Siddharta, "dan kan het licht gebeuren dat hij alleen oog heeft voor hetgeen hij zoekt, dat hij zichzelf niet toestaat om iets te vinden, verblind is omdat hij alleen maar aan datgene denkt waarnaar hij op zoek is, omdat hij een omschreven doel heeft, en van dat doel bezeten is.
 
Zoeken betekent: een doel hebben. Vinden daarentegen: vrij zijn, open staan, geen doel hebben. U eerwaarde, bent misschien inderdaad een zoeker, want terwijl u uw doel nastreeft, ziet u veel over het hoofd, van wat zich dicht onder uw ogen ophoudt."


Of het gedicht van Bril dus helemaal origineel is, betwijfelde ik. Oordeelt u zelf!

Maar ach, wat doet het er ook toe? Het plassen kon mij niet lang genoeg duren.


Paul Strijp, 22 november 2015
 
 
 


zaterdag 14 november 2015

Felix Nussbaum, de beklemming en het gebak in Osnabrück



Geert Mak noemde hem de schilderende Anne Frank. En vroeg zich af waarom er geen lange rijen met wachtende bezoekers staan voor het aan hem gewijde museum in Osnabrück. Neen, die rijen zijn er dus niet.

Wel permanente achtergrondgeluiden van een trein naar Auschwitz. In een beklemmend gebouw van de joodse architect Daniel Libeskind. Met grote zalen met indringende schilderijen. Daarin is de angst en de wanhoop te lezen van de mensen die de verschrikkingen van nazi-Duitsland aan den lijve ondergingen. Zoals Anne Frank die angst en wanhoop beschreef, zo liet hij die met zijn penseel zien.







Felix Nussbaum. Een joodse schilder die zijn hele leven lang op de vlucht was. Een marginaal bestaan als kunstenaar leidde en eerst decennia na zijn dood in Auschwitz, artistieke erkenning kreeg. 


Nussbaum was geen blijmoedige man. Ook het aan hem gewijde museum laat je eerder de duistere dan de lichte kanten van het bestaan voelen. Gelukkig kun je in Osnabrück verrukkelijk gebak eten. Dat biedt het noodzakelijke tegenwicht.






Ga naar Osnabrück! Ga naar de Lotterstrasse 2!



Paul Strijp, 14 november 2015



maandag 9 november 2015

De matrassenmakers als lichtend voorbeeld voor het Nederlands voetbal



De matrassenmakers worden ze genoemd. Los colchoneros. Tegenhanger en aartsrivaal van de Koninklijke. Waar de Koninklijke het grootkapitaal en de elite vertegenwoordigt, verenigt deze club de working class. Opgericht in 1903. Club Atlético de Madrid.


 
 
 
Onlangs bezocht ik samen met mijn zoon de wedstrijd Atlético - Valencia. In Estadion Vicente Calderón. Schitterend gelegen aan de rivier Manzanares, boven een autoweg. Het werd een avondje modern voetbal. Waar het Nederlands voetbal volgens Belgische en Duitse experts tegenwoordig lijdt aan een eenzijdige nadruk op techniek, zagen we bij de matrassenmakers indrukwekkend totaalvoetbal.
 
Passie. Technisch soms zeer hoogstaand, zoals dat staaltje uitverdedigen in het eigen strafschopgebied door middel van een hakje naar de cornervlag. Snelle combinaties in de kleine ruimte. Fysiek sterk. En met veel balverlies, óók dat. Maar dat verlies werd ogenblikkelijk goedgemaakt door een ongekende felheid waarbij drie matrassenmakers de tegenstander-met-bal bestormden. Danny Blind, onze bondscoach, zou er goed aan doen om zijn internationals mee te nemen naar een avondje Atlético.
 
 
 
 
 
 
De working class is enthousiast. Een schare van 55.000 supporters begeleidt een spelerswissel standaard met een staande ovatie. Het taalgebruik is overigens niet altijd even fijnzinnig. Cabron, cerdo de mierda, puta madre.
 
De vertaling zal ik u besparen.
 
 
Paul Strijp, 10 november 2015



zaterdag 7 november 2015

Stewards of toch maar gewoon een pelotonnetje ME-ers?



Als ik commandant der strijdkrachten was geweest (en gelukkig ben ik dat niet), maar stel dat, dan had ik het sein geloof ik wel op groen gezet. Ik had tegen de jongens van de mobiele eenheid gezegd: "Jongens, go! Er op af".



 
Afbeeldingsresultaat voor mobiele eenheid




Telstar - AZ. Vorige week donderdag. Een onvervalste Noord-Hollandse bekerderby die garant leek te staan voor een heerlijke pot voetbal. Zacht herfstweer bovendien. Dat viel allemaal even tegen. Het voetbal was niet om aan te zien. Maar wat erger was, de sfeer op de tribunes was allesbehalve gemoedelijk. Integendeel, die sfeer was ronduit grimmig. Beide supportersgroepen bestormden elkaar als leeuwen en gingen elkaar te lijf met vuurwerk dat niet bepaald in de categorie rotjes viel. Eerder van dat zware vuurwerk dat je ook wel eens met de jaarwisseling hoort en waarvan je ogenblikkelijk weet: dit deugt niet, dit vuurwerk komt niet van de Hema. Welnu, dat vuurwerk dus viel midden tussen de mensen.

Het werd er zogezegd niet gezelliger op. En ondertussen zag je hoe de stewards van de thuisclub te nauwernood op de been bleven. Je was hier getuige van de uitwerking van een moderne filosofie waarbij de ME niet wordt ingezet teneinde escalatie te voorkomen. Ik vond dat de samenleving op deze wijze te veel vraagt van de stewards. Na afloop van de wedstrijd zag ik de ME-ers in hun busje zitten. Zij hielden alles netjes in de gaten. Eén ding wist ik zeker: zij hadden die avond géén klappen gehad, de stewards mogelijk wel.


Afbeeldingsresultaat voor stewards voetbal


Waar ligt de grens? Wanneer sturen we het zwaardere geweld op de supportersgroepen af? Gelukkig ben ik geen commandant der strijdkrachten.


Paul Strijp, 7 november 2015

donderdag 22 oktober 2015

Amerika loopt helemaal niet voorop



Hoe vaak hoor je het niet? Amerika loopt in alles voorop. Alles wat hier gebeurt, heeft vele jaren daarvóór in Amerika al zijn intrede gedaan. Na vorige week kan ik u vertellen dat dit niet zo is. Vorige week woonde ik een alleraardigste lezing bij van Charles Groenhuijsen, voormalig nieuwslezer en NOS-correspondent in de Verenigde Staten. Bovendien auteur van boeken over datzelfde land.


Afbeeldingsresultaat voor amerika


Zijn boodschap: Amerika beleeft op dit moment een aantal veranderingen die het einde van een tijdperk markeren.

Een langzame acceptatie van het homo-huwelijk. Veranderingen in het denken over gevangenschap, er komen nu veel gevangenen vrij. In steeds meer Amerikaanse staten een legalisering van marihuana. Een jonge generatie die steeds méér deelt, steeds minder auto's aanschaft, steeds meer waarde hecht aan gezondheid en het een bedrijf als McDonalds daarmee knap moeilijk maakt. Maar de belangrijkste verandering: de ontkerkelijking. Steeds vaker zie je kerkgebouwen leeg staan in de States.

Allemaal ontwikkelingen die Nederland al lang achter zich heeft. De ontkerkelijking zette bij ons in de jaren zestig in, nergens ging dat proces zo duizelingwekkend snel. Daar komt bij, zo wist Groenhuijsen te vertellen, dat de kwaliteit van de infrastructuur en de zorg in de States beduidend lager is. Wegen, vliegvelden, de eerste hulp in ziekenhuizen, gevangenissen: ze halen het bij lange na niet bij de voorzieningen in ons land.

Na zo'n avondje vraag je je af: op welke punten loopt Amerika eigenlijk wèl voorop?


Paul Strijp, 23 oktober 2015



zondag 11 oktober 2015

Zelfbouw haalt het slechtste en het beste in ons boven



Zelfbouw. Ik had er nooit zo veel beeld bij. Particulieren die een kavel van de gemeente kopen om vervolgens zelf hun huis te ontwerpen en te bouwen. Gisteren ontvouwde dit fenomeen zich in volle omvang voor ons.

 

Tijdens een wandeling door de Buiksloterham in Amsterdam-Noord stuitten we op een afgelegen veldje. Het bleek een veldje voor kampeerders. Kampeerders ergens in the middle of nowhere en dat in het najaar? Jazeker, deze mensen kruipen twee maanden in een caravan om zich zeker te wanen als eerste voor een kavel te kunnen intekenen. Later hoorden we dat veel potentiële kopers niet zelf kamperen, maar Polen of Bulgaren voor veel geld (20.000 euro) laten wachten. Zelfbouw haalt het slechtste in de mens boven.


 

Het resultaat mochten we even later aanschouwen. Ergens een verlaten straatje, tussen de bedrijfsgebouwen. Het ene juweeltje rijgde zich aan het andere. "Het architectenbureau dat wij in de arm hebben genomen, wist het beste van onze woonwensen naar boven te halen. In een creatief en gezamenlijk proces. Niet: wij vragen en de architect draait. Ons huis ging uiteindelijk onze verwachtingen te boven", wist een bewoonster te vertellen.


 
 
 
 
 
Zelf houd ik niet van klussen, in de Gamma of de Praxis waan ik mij altijd een Alice in Wonderland. Maar hier zag ik met eigen ogen: zelfbouw haalt het beste in de mens boven.
 
 
Paul Strijp, 11 oktober 2015



zaterdag 3 oktober 2015

Tegenspraak moet, tegenspraak ontbreekt



Volkswagen dreigt om te vallen. Gesjoemeld met software waardoor de uitstoot van schadelijke stoffen door dieselauto's minder hoog lijkt dan hij in werkelijkheid is. Mag niet. Hoe kon dat zo gebeuren?  Na lezing van een aantal artikelen kwam ik tot de conclusie dat de tragedie van Volkswagen in essentie niet verschilt van die van andere grote bedrijven die een (bijna-)faillissement beleefden.

Vroeger smulde ik van de boeken van Jeroen Smit over de crises die bedrijven als Ahold en ABN Amro hebben doorgemaakt. Uiteindelijk liep hier één grote rode draad doorheen: de topmensen van die bedrijven raakten losgezongen van de werkelijkheid en wisten van gekkigheid niet meer waar de grenzen van hun investeringsdrang lagen. En vielen uiteindelijk hard en pijnlijk van hun voetstuk. Soms met zelfmoord als dramatische afloop.



Afbeeldingsresultaat voor van voetstuk gevallen



Op mijn werk hoorde ik onlangs een lezing van Marcel Pheijffer, hoogleraar forensische accountancy. In een bloedstollend betoog analyseerde hij de gang van zaken bij de DSB van Dirk Scheringa, Imtech en de SNS Bank. En wéér hetzelfde verhaal: gebrek aan tegenspraak als gevolg van een angstcultuur onder de medewerkers brachten deze bedrijven aan het randje van of net over de afgrond.

Ooit interviewde ik met co-auteur Henk Bruning voormalig burgemeester Bram Peper voor een boekje over integriteit. Op nederige toon vertelde hij over de omstandigheden die tot zijn val in Rotterdam hadden geleid. "Als burgemeester heb je ook last van mensen in je omgeving, die status ontlenen aan de omgang met jou". Moraal van het verhaal: verwijder de ja-knikkers om je heen.


Met mensen die tegenspraak leveren, de klokkenluiders, loopt het bijna altijd verkeerd af. Ze eindigen in een caravan op een verlaten bedrijventerrein. Het klinkt zo eenvoudig, tegenspraak. Je kunt er ook bijna niet op tegen zijn, maar waarom blijkt het dan toch zo lastig om die te organiseren?

Paul Strijp, 3 oktober 2015







zaterdag 26 september 2015

Rabobank, wacht nog even met dat aandeel in elkaar



Marketing en communicatie kunnen een bedrijf geweldig versterken. Zelf heb ik dat ervaren toen ik bij de Belastingdienst werkte. Dat was in de jaren negentig. De fiscus had net de ijzersterke slagzin Leuker kunnen we het niet maken. Wel makkelijker gemunt. Op hetzelfde moment viel de aangiftediskette, in die tijd een revolutionaire innovatie, bij de mensen thuis op de mat. "Hé, die doen wat ze zeggen", was de reactie. In zo'n geval komt de communicatie de geloofwaardigheid van een bedrijf ten goede.


Dat is precies wat ik op dit moment mis bij de Rabobank. Die adverteert met de slagzin Een aandeel in elkaar. Je ziet zoetsappige beelden van groepen mensen, bijvoorbeeld gezinnen, die verantwoordelijkheid voor elkaar nemen. De Rabobank, zo is de boodschap, investeert haar kapitaal graag in dergelijke groepen. De Rabobank neemt ook graag haar verantwoordelijkheid.

Ik kan er niets aan doen, maar bij die spotjes denk ik telkens aan de Libor-affaire. Weet u nog? De bank leverde valse data aan waardoor de Libor-rente werd gemanipuleerd. Zij schikte voor het kinderachtige sommetje van 774 miljoen en de bestuursvoorzitter stapte op. Voorwaar een affaire die het vertrouwen aardig schokte.

Onder dergelijke omstandigheden moet je een communicatie- en marketingstrategie kiezen die je geloofwaardigheid ten goede komt. Dat vertrouwen is niet zo maar hersteld, dat duurt vele jaren.

"Wij schamen ons diep, maar doen ons uiterste best om uw vertrouwen weer te winnen" lijkt mij een passender slagzin tot het jaar 2020.


Paul Strijp, 27 september 2015

zaterdag 19 september 2015

PSV is warmte



Het kost me enige moeite om deze regels te schrijven. Ze voelen een beetje als verraad. Verraad naar mijn favoriete voetbalclub MVV. En ook wel een beetje naar Ajax, waarvoor ik altijd sympathie heb gevoeld. Maar het moet me echt van het hart: een wedstrijd bezoeken van PSV voelt als een warm bad.





Afgelopen dinsdag met Casper naar de Champions League wedstrijd tegen Manchester United. Vooraf een zeer ontspannen straatbeeld. Terrassen en restaurants vol, geen wanklank te bekennen. Gemoedelijkheid alom. Tijdens de wedstrijd -zoals de Volkskrant dat omschreef- trillend beton. Een kolkend stadion dat als één man achter de ploeg stond. Niet één fluitconcert tegen de eigen club te horen.

En wat niet minder belangrijk is: bij PSV hoef je je niet voor je kinderen te schamen. Geen vunzig taalgebruik, geen dreiging van agressie op de tribune. Bij de ingang waren wat opstoppingen van supporters. Die toonden zich weliswaar ongeduldig, maar gingen toch uiterst beschaafd het stadion binnen.

En wat evenmin onbelangrijk is: je voelt dat je hier te gast bent bij een nettte club. Geleid door verstandige mensen, geen vuile was op straat. PSV is afgelopen seizoen kampioen geworden, maar viste vele jaren daarvoor naast het net. Dat was een teleurstelling, maar bloedige revoluties door oude clubiconen bleven achterwege.

Tja, soms is het best lastig om gevoelens van sympathie voor anderen te bekennen. Valt niet mee, hoor!


Paul Strijp, 20 september 2015


donderdag 17 september 2015

Jack van Gelder is géén sportjournalist

 
 
 
Jack van Gelder nam onlangs afscheid van de publieke omroep. Na veertig jaar trouwe dienst maakt hij de overstap naar de commerciële zender Sport1. Hoewel hij bij de publieke omroep al één van de bestverdienende presentatoren was (en hij naar verluidt met zijn salaris ruim boven de Balkenende-norm zat), is hem deze stap van harte gegund. Waarom ook niet? Jack lijkt mij een sympathieke man. Maar Jack - en dat is mijn stelling - is géén journalist.
 

Om deze stelling te onderbouwen maak ik gebruik van het begrip afstand. Het heeft even geduurd voordat ik dat in de gaten kreeg, maar in veel beroepen (politicus, journalist, manager) is het bewaken van afstand een essentiële voorwaarde. Drie mensen hebben mij geholpen bij het verwerven van dat inzicht.


Allereerst Paul Witteman. "Journalisten en politici lopen elkaar in het Haagse voortdurend tegen het lijf", zo hoorde ik hem ooit zeggen. "Maar als ik diezelfde politici moet interviewen, tutoyeer ik hen niet." Paul Frissen, hoogleraar bestuurskunde, deed ook een duit in het zakje. Hij betoogt dat het goed is dat er een kloof is tussen burger en politiek. Zou die kloof er niet zijn, dan zouden beide samenvallen en zou de politiek geen legitimatie meer hebben om gezaghebbende beslissingen over het leven van die burgers te nemen.

Jabik Veenbaas, auteur, vertaler en dichter trok me definitief over de streep. Op mijn verzoek om te reageren op een recensie die ik over één van zijn boeken had geschreven, weigerde hij vriendelijk doch beslist. "Als je geschoren wordt, moet je stilzitten. Auteur en recensent moeten afstand tot elkaar bewaren".

Jack excuseert zich als hij al te kritische vragen aan de bondscoach stelt. "Sorry Danny, maar als journalist moet ik deze vraag wel stellen". Jack vraagt Wesley Sneijder om bij hem op schoot te komen zitten (https://www.youtube.com/watch?v=nAirThRSTK0) . En Jack laat televisiekijkend Nederland weten dat hij over het mobiele nummer van Johan beschikt.

Jack van Gelder houdt geen afstand. En is dus géén journalist maar een goede presentator van showbizz.
 
 
Paul Strijp, 18 september 2015

zondag 13 september 2015

Advocaten moeten een tunnelvisie hebben, betoogt Peter Plasman



"Zou u een tienvoudige moordenaar die zijn vrouw in stukjes heeft gesneden, ook verdedigen?". De vraag leek hem niet te deren, túúrlijk zou hij die verdedigen. "Als de telefoon op mijn advocatenkantoor rinkelt, dan verdedig ik de beller".

 
 
 
Afgelopen vrijdag toog ik mee met onze jongste dochter naar een gastcollege van Peter Plasman. Strafrechtadvocaat in Amsterdam, verdediger van onder andere de moordenaar van Theo van Gogh. Het werd een lesje in de deugd van eenzijdigheid.
 
In de kern kwam zijn betoog erop neer dat iedereen in het strafrecht zijn rol te vervullen heeft. De advocaat komt op voor de belangen van de verdachte, de officier van justitie voor die van de samenleving en de rechter weegt al die belangen om tot een genuanceerd oordeel te komen. Als iedereen die rol nu maar speelt, draait het systeem en komt alles op zijn pootjes terecht. So far, so good.
 
En dus pleit de advocaat voor vrijspraak als de officier in zijn tenlastelegging de verdachte diefstal voor de voeten werpt, waar dit eigenlijk verduistering had moeten zijn. En dus vraagt hij géén camerabeelden op als de verdachte hem in vertrouwen bekent het delict daadwerkelijk gepleegd te hebben; die beelden immers kunnen de positie van de verdachte verzwakken.
 
De essentie van het vak zit in pure eenzijdigheid. "Je moet alleen maar de belangen van je cliënt dienen, wat voor klootzak hij ook is", doceerde Plasman nuchter. Die eenzijdigheid moet ook in je persoonlijkheid zitten, voegde hij er fijntjes aan toe. Niet iedereen is voor dit vak geschikt, zo waarschuwde Plasman de jonge studenten ook nog.
 
Mijn dochter haalde haar schouders erbij op. Zelf dacht ik alleen maar: "Aan mij is geen begenadigd advocaat verloren gegaan".
 
 
Paul Strijp, 13 september 2015
 
 



vrijdag 11 september 2015

Een camera om een camera te bewaken



Met wel zeven sloten was hij geketend aan het huis. De scooter van onze buurman. En toch was hij een aantal weken geleden plots weg. 's Ochtends vroeg, zo maar, weg, meegenomen in de nacht. Onze buurman liet het er natuurlijk niet bij zitten. Hij schafte een camera aan. Die registreert de bewegingen van alle passanten. Maar het lot liet hem niet onberoerd. Vorige week was ook zijn camera verdwenen. Het is toch vreselijk. Het zou mij niet verbazen als hij binnenkort een tweede camera installeert om die andere, dan weer bevestigd na een uitkering van de verzekering, in de gaten te houden en te bewaken.


Zie hier de reflexen van een angstige sterveling. Geef de man eens ongelijk. Dit kleine leed staat symbool voor een grotere maatschappelijke en politieke beweging. De hedendaagse beveiligingswedloop kent geen grenzen. Of het nu komt door angst voor diefstal of angst voor aanslagen. Na de aanslagen op Charly Hebdo en de Thalys in Frankrijk volgde weer eens een reeks verdergaande veiligheidsmaatregelen. Kijk op de stations eens goed om je heen. Waar en wanneer eindigt dit? Ondertussen staat ook de privacywetgeving aan de vooravond van een ongekende versoepeling.


We voeren in Nederland felle debatten over de vraag of ons land nu vol is of niet. Wanneer stellen we onszelf de vraag naar de grenzen van onze beveiliging. Wanneer is genoeg gewoon genoeg?


Paul Strijp, 11 september 2015



woensdag 2 september 2015

Gelukkig kwam Ahmed Aboutaleb bij ons zijn geluk zoeken



"We zijn allemaal migranten. Veel bewoners van Rotterdam-Zuid hebben hun wortels, zonder dat ze dat zelf weten, in Brabant of Zeeland liggen." Om aan het eind van de avond te bekennen: "Ook ik was een gelukszoeker toen ik Marokko verliet".

 
 


Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, verzorgde gisteren de H.J. Schoo-lezing van weekblad Elsevier in de Rode Hoed in Amsterdam. Over de toekomst van de stad. Hij zette mij aan het denken. Waarom doen we eigenlijk zo spastisch over economische vluchtelingen? Als iemand voor zijn leven te vrezen heeft in zijn land van herkomst, mag hij hier blijven. Komt hij hierheen om zich te verrijken, dan moet hij als de wiedeweerga wegwezen. Economische motieven zijn verdacht. Tuurlijk moeten we ergens een grens trekken, maar toch kun je je de vraag stellen: wat is er mis met mensen die hierheen komen om er economisch beter van te worden?

Onze zoon is voor zijn studie voor een half jaar vertrokken naar Madrid, mijn broers hebben hun geluk ook in verre landen beproefd. Allemaal hebben ze hier niets te vrezen. Zygmunt Bauman, auteur van het boek Vloeibare tijden, formuleerde het treffend: "Langdurige ellende maakt miljoenen wanhopig". ... En dus volgen zij een rationele keuze en proberen ze de kost te verdienen op plaatsen waar dit mogelijk is, liever dan te blijven op plaatsen waar dit onmogelijk is. Aldus Bauman.

Laten we ons gelukkig prijzen dat Aboutaleb, die ons land met zijn komst geweldig verrijkt heeft, gelukszoeker was. En laten we ons gelukkig prijzen dat hij zijn geluk juist bij ons beproefd heeft.


Paul Strijp, 2 september 2015

zondag 16 augustus 2015

De Dikke Van Dale, afscheid van een monument



Vergangenheitsbewältigung. Prachtig woord. Ik las het gisteren in de NRC en snelde meteen naar boven. Sinds jaar en dag zoek ik daar in de Dikke Van Dale de betekenis op van moeilijke woorden. Vergangenheitsbewältigung staat voor de worsteling van onze oosterburen om met hun verleden in het reine te komen. Heerlijk, van zo'n woord kan ik dan echt even stil worden. Een momentje voor mezelf zogezegd.


 
 
 
Afgelopen zomervakantie had ik een achterstand in te halen. Honderden woorden had ik in de loop der jaren wel genoteerd als moeilijk woord, maar niet opgezocht. Deze inhaalklus was één van de hoogtepunten van de vakantie, mijn vrouw is inmiddels aan deze merkwaardige afwijking gewend. Een selectie uit de veelheid aan woorden: arachnafobie, caveat emptor, epifanie, languissant, vitriool, compos mentis. Ik kan u één ding verzekeren: ik heb er mijn vingers bij afgelikt. Denkt u ook eens na over deze hobby, u zult er geen spijt van hebben.
 
Maar dit genot ging gepaard met een nieuw inzicht. Voor de betekenis van al deze woorden heb ik de Dikke Van Dale helemaal niet meer nodig. Ook hier voorziet Google in een behoefte. De Dikke van Dale in mijn boekenkast doet mij denken aan de encyclopedieën van Oosthoek of de Winkler Prins bij mijn ouders. Als ik die zie staan, moet ik glimlachen. Iconen van een voorbij verleden.
 
Het is onvermijdelijk, de Dikke Van Dale moet eruit. Dat doet pijn.
 
 
Paul Strijp, 16 augustus 2015


zondag 9 augustus 2015

Papageno en het luisterend oor



Soms zijn er van die dagen dat je op meerdere momenten met één levenswijsheid wordt geconfronteerd. "Een mens heeft twee oren en één mond om twee keer zoveel te luisteren als te praten" schreef het Financieele Dagblad niet te missen op de voorpagina van het zaterdagmagazine. Die kwam binnen. "Ja, ze hebben gelijk", dacht ik, "probeer nou eens gewoon meer te luisteren. Altijd maar dat zelf aan het woord willen zijn".





Nauwelijks een aantal uren later stapten we het Uitvaartmuseum in Amsterdam binnen. Een tijdelijke expositie over zelfmoord, "De Vogelvanger" geheten. De vogelvanger heet Papageno en stamt uit Mozart's opera Die Zauberflöte. Na een afwijzing in de liefde wil hij een einde maken aan zijn leven. Maar op het cruciale moment spreken drie jongens een aantal bemoedigende woorden tot hem. Papageno kiest voor het leven.

"In de meeste gevallen is het netwerk niet van touw, maar een netwerk van hoopgevende communicatie die vastgelopen gedachtepatronen ontknoopt. (...) Een luisterend oor en begrip zijn immers een krachtig vangnet", schrijven de makers van de tentoonstelling.

Nederland kent 95.000 Papageno's op jaarbasis. Hun angst voor het leven is sterker dan hun hoogtevrees. De expositie laat zien en horen hoe vrijwilligers die mensen midden in de nacht te woord staan. Mensen die vanuit een appartement uitkijken op een verlaten metropool en werkelijk geen enkele uitweg meer zien. Heel vaak als gevolg van financiële problemen door de crisis, viel mij op. Het luisterend oor van die vrijwilligers biedt vaak soelaas.






We gaan het weer proberen, het is lastig genoeg. Ik neem mij voor om elke dag weer even vast te stellen dat ik twee oren en één mond heb.


Paul Strijp, 9 augustus 2015

(bronnen: foto's genomen in Uitvaartmuseum Amsterdam)


zaterdag 25 juli 2015

Lachen in Noord-Korea



Allemaal strakke en serieuze gezichten. En om die maar vooral niet naar buiten te laten komen, zie je alleen maar lachende mensen. Een schitterende tegenstelling.

Die strakke gezichten zie je in de video over het echte leven in Noord-Korea. In een naai-atelier worden de productienormen voortdurend opgeschroefd. Het welzijn van de werknemers heeft er niet de hoogste prioriteit, zullen we maar zeggen. Terwijl je die lachende mensen juist ziet op de schilderijen die in opdracht van de Noordkoreaanse staat zijn gemaakt. Allemaal zoetsappige kleuren. Wat is het leven mooi en wat hebben we dat allemaal te danken aan onze grote leider!





Dat is de tegenstelling die dwars door de expositie over Noord-Korea loopt. Een boeiende expositie in het Drents Museum in Assen.

Over de persoonlijkheidsverering van de grote leider, over de jeugd die daarmee al in de peuterspeelzaal geïndoctrineerd wordt, over de diepgewortelde weerzin tegen Amerika en Japan. Een protestloze maatschappij, dat Noord-Korea. De centrale vraag was: zijn de mensen er nu gelukkiger of juist niet?

En die vraag blijkt nog niet zo makkelijk te beantwoorden, ik kwam er niet uit. De spaarzame foto's van westerse journalisten zijn niet eenduidig. Veel infrastructurele ellende en halverwege de jaren negentig zelfs hongersnood, maar ook wel alledaagse beelden van vrouwen die naar de kapper of het zwembad gaan. En zouden de Noordkoreanen lijden aan keuzevrijheid en stress? Ik heb er geen aanwijzingen voor gezien.


 

Bovendien blijken ze ook gewoon over humor en zelfspot te beschikken. "Ik heb mijn vrouw gekozen omdat ze volgzaam is", bekende een student. De man was goudeerlijk, toonde een lichte schaamte en vervolgens een uitbundige lach waarin hij de rest van het gezelschap meenam.

Democratie of dictatuur, uiteindelijk maakt het allemaal niet zo heel veel uit. Humor en zelfspot overschrijden de grenzen van de staatsvorm waarin mensen leven.


Paul Strijp, 25 juli 2015

(bronnen: foto's genomen in Drents Museum)





Berlage en de brievenbus van de burgemeester van Usquert



De Beurs van Berlage in Amsterdam en het Haags Gemeentemuseum. Twee imposante gebouwen. Vooral imposant omdat ze veel publieke ruimte in beslag nemen. Het zijn gebouwen die er 'staan', gebouwen waar je niet omheen kunt, gebouwen die als een mijnheer op je afkomen.


Tot mijn verrassing heeft de architect, Berlage, ook het raadhuis van het Groningse dorp Usquert ontworpen. Het enige raadhuis van zijn hand in Nederland. Voor Berlage moet dat kinderwerk zijn geweest. Peanuts zouden we tegenwoordig zeggen. Maar daar deed hij het niet voor. Berlage stelde een toren voor die tot in de verre omtrek te zien zou zijn. De gemeenteraad van Usquert ging daarmee akkoord, maar had de extra kosten er niet voor over. Geen probleem, dan nam Berlage die voor eigen rekening. Prompt betaalde hij 1200 gulden uit eigen zak.
 
 
 


Een prachtig verhaal, maar wat mij het meest trof in dit gemeentehuis is het oog voor het detail. Berlage ontwierp een speciale brievenbus aan de buitenmuur bij de kamer van de burgemeester. Geen centrale postkamer, niks daarvan, de post direct op de mat voor de burgervader.
 
De ware meester toont zich in het grote ontwerp en de pikante details.

 
 
Paul Strijp, 25 juli 2015

vrijdag 24 juli 2015

Groeten uit Noordoost-Groningen



Je waant je aan het einde van de wereld. En dat is ook zo. Met surrealistische plaatsnamen zoals Doodstil, Kantens, Godlinze, Baflo, Warffum en Usquert. Impressies van een aantal dagen Noordoost-Groningen.

Het geel domineert. Door het felle zonlicht, ook 's avonds laat, en het koren. Dat danst of is roerloos. En roept beelden op die doen denken aan de boeken van Franca Treur en Stijn Streuvels. Velden vol goudgeel koren, alsof de tijd er is bevroren, noteerde een bekend schrijver in het gastenboek van ons verblijf. Een mengsel van de Provence van Vincent van Gogh en de wolkenpartijen van de schilders van de Haagse School.

 
 
 


Uitgestrektheid van het Waddengebied en daardoor confrontatie met jezelf. Geen lawaai van een rijksweg, slechts een enkel stoptreintje in de verte. Aan de horizon een windmolen, mooi in groepen geplaatst en niet versplinterd door het landschap heen. Te grote agrarische schuren. Bij het dorp Den Andel duikt plots een patatfabriek op, zo maar uit het niets.  Een enkel bloemrijk grasland zoals je dat een eeuw geleden overal op het platteland aantrof. Hier en daar ruïnes van een oude steenfabriek, getuigend van een industrieel verleden.






Het protest is niet hoorbaar. Het protest wordt gedempt door de angst. Noordoost-Groningen is het gebied van de gasboringen en de aardbevingen. Daar zie of hoor je helemaal niets van, geen borden of affiches. "We zwijgen dat liever dood, anders komt niemand meer naar deze regio", verzuchtte een onderneemster. Bij elke beving daalt de WOZ-waarde van de huizen en de inkomsten van de toeristen.

Uit de dorpskernen verdween de bedrijvigheid. De dorpswinkel, het buurtcafé en de snoepwinkel. Maar geen medelijden met die kernen, daar woont nu de elite. Die treurt niet om de voorzieningen die er niet meer zijn, die rijdt in een four wheel drive naar een supermarkt in een nabij gelegen stadje. En geniet van de cultuurhistorische juweeltjes zoals de boerderijen op de wierden en de negentiende eeuwse kerkjes, vaak prachtig gerestaureerd.

De armoede zit in de centra van de iets grotere plaatsen. Delfzijl, Uithuizen. Met mistroostige winkelcentra. Twee werklozen zitten op maandagochtend met een blikje cola op een bankje. Zich wanhopig afvragend hoe ze in hemelsnaam deze week weer moeten doorkomen. Iets verderop een vluchtelingenfamilie uit Syrië met vier kleine kinderen, wachtend op de opening van een belwinkel.

 




Noordoost-Groningen. Het einde van de wereld, jazeker. Maar wel een interessant en zeker geen onaangenaam einde. Een einde waar de angst van de mensen niet hoorbaar is. Een einde waar de natuur haar ongerepte schoonheid etaleert, het landschap trekken van een verleden en een nieuwe toekomst niet kan onderdrukken en waar de tegenstellingen tussen de nieuwkomers en de gevestigden schrijnend zijn.



Paul Strijp, 24 juli 2015

dinsdag 21 juli 2015

Mick Jagger en de ontspannen ouderdom



Mick Jagger, zo las ik onlangs, wil graag ontspannen ouder worden. Op de vraag wat dat betekent, gaf hij als antwoord dat hij bijvoorbeeld niet zijn haren zou laten verven. Grijs is de kleur van de ouderdom en daar moet je niet krampachtig op reageren, aldus onze voorman van de Rolling Stones.

Aan deze bespiegelingen moest ik denken bij ons bezoek aan de fototentoonstelling van Anton Corbijn in het Fotomuseum in Den Haag. Corbijn laat foto's zien van een groot aantal muzieksterren die hij in de loop der jaren mocht portretteren. Depeche Mode, U2, Johny Rotten, Nick Cave, Nirvana, Metallica. Ik ging op zoek naar de helden uit mijn jeugd. En vond er drie. Bryan Ferry, David Bowie en Elvis Costello.

Ik stelde vast dat deze drie helden het leven nog steeds serieus nemen. Zij lijken er in elk geval enigszins aan te lijden of ermee te worstelen, zo laat Corbijn zien.










Gelukkig heeft onze Mick daar geen last van. Hij speelt met het leven. Maar of hij zich nu ook had voorgenomen om Corbijn zijn ontspannen ouderdom te laten zien?





Paul Strijp, 21 juli 2015

(bronnen: foto's van Anton Corbijn)





vrijdag 17 juli 2015

Gemeente Den Haag, doe niet zo mal in de Frankenstraat



Het Statenkwartier in Den Haag. Een deftige buurt waar veel notabelen wonen. Artsen, advocaten, ambassadeurs. Die hebben het goed met elkaar, het lijkt me er prettig wonen. Soms hebben ze het te goed. Die gedachte bekruipt me als ik het speelveldje zie in de Frankenstraat. Twee speeltoestellen op een paar vierkante meter. Bedekt door een kunstgras vloertje. U leest het goed: een kunstgras vloertje. Want stel je voor dat de kinderen van de ambassadeur van de schommel vallen en een blauwe plek oplopen.




L


De gemeente Den Haag doet dit natuurlijk niet voor niets. Ik stel me zo voor dat het veldje is aangelegd na een stevige lobby vanuit de buurt. De gemeente bezwijkt onder die lobby, maar stelt een harde voorwaarde: om de rust niet te verstoren, mogen de kindjes van de notabelen tussen zeven uur 's ochtends en zeven uur 's avonds op het veldje spelen. En geen minuut langer, want dan treedt de politie hard op.

Om te laten zien dat het menens is, plaatst de gemeente Den Haag er een bord waarin de verwijzingen naar de plaatselijke verordening en het Wetboek van Strafrecht zijn opgenomen. U leest het wederom goed: een verwijzing naar het Wetboek van Strafrecht bij een veldje van een paar vierkante meter voor de allerkleinsten. Ik zie voor me hoe de hoofdcommissaris van politie zich het hoofd buigt over de verdeling van zijn manschappen over de Schilderswijk en het Statenkwartier. Dat is niet niks, zo'n beslissing.

Gemeente Den Haag. Doe uzelf, de bewoners en de kinderen van de buurt een plezier. De overheid wil zo graag een samenleving met zelfredzame burgers. Verwijder dat kunstgras vloeroppervlak door keiharde stenen. Zodat de kinderen van de ambassadeur ook ervaren wat blauwe plekken zijn. Ze zullen u dankbaar zijn. En haal dat malle bord weg. Laat de kinderen spelen zolang ze willen, laat ze voor overlast in de buurt zorgen en laat de bewoners onderhandelen over een oplossing.

Doen, echt!


Paul Strijp, 17 juli 2015




donderdag 16 juli 2015

Hoe zou Rembrandt zich nu echt gevoeld hebben?



Geen enkele 17e eeuwse kunstenaar maakte zoveel zelfportretten. Waarom deed hij dat eigenlijk? Narcisme, zucht naar roem? Neen, Rembrandt hield graag zelfportretten op voorraad om zijn potentiële opdrachtgevers een actueel voorbeeld van zijn werk te kunnen laten zien. In het Mauritshuis in Den Haag hangen er twee.

Eentje van Rembrandt op 23-jarige leeftijd




en een zelfportret van veertig jaar later.




Dat laatste heeft hij vlak vóór zijn dood geschilderd. "De expressieve vrijheid in de uitvoering laat zien dat Rembrandt aan het einde van zijn leven zeker niet uitgeblust was", schrijven de makers van de tentoonstelling.

Beide zelfportretten laten me niet los. Ik probeer te achterhalen wat ze me leren over het leven van Rembrandt en vooral over zijn laatste levensjaar. Wat zie ik?

Ogen die in de loop van die veertig jaar niet zijn veranderd. Altijd wat melancholisch gebleven. Rembrandt oogt met zijn 63 jaren wel als een oude man, maar is inderdaad beslist niet uitgeblust. Behalve een zekere zwaarmoedigheid zit er ook nog vitaliteit in zijn ogen. Op zichzelf is dat best wonderlijk, als je bedenkt wat hij tijdens zijn leven allemaal voor zijn kiezen heeft gekregen. Financiële problemen, het overlijden van nogal wat dierbaren. Mentaal moet de man toch behoorlijk "op" zijn geweest. Gebroken, zou je denken.

Des te knapper is het als je in zo'n geestestoestand nog tot een dergelijk zelfportret in staat bent. Een zelfportret geheel in de stijl van de late Rembrandt. Zijn gezicht "geschilderd met stevige penseelstreken. (...) Met dikke lagen, bijna geboetseerde verf".

Na een middagje Mauritshuis maak ik de balans op. Melancholisch, oude man maar niet uitgeblust, alles en iedereen om zich heen verloren, maar artistiek tot de laatste snik springlevend.

Allemaal interpretaties. Ondertussen vraag ik mij af hoe de man zich in zijn laatste levensjaar nu echt gevoeld moet hebben.


Paul Strijp, 16 juli 2015

(bronnen: foto's genomen in Mauritshuis, Den Haag)