"We zijn allemaal migranten. Veel bewoners van Rotterdam-Zuid hebben hun wortels, zonder dat ze dat zelf weten, in Brabant of Zeeland liggen." Om aan het eind van de avond te bekennen: "Ook ik was een gelukszoeker toen ik Marokko verliet".
Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, verzorgde gisteren de H.J. Schoo-lezing van weekblad Elsevier in de Rode Hoed in Amsterdam. Over de toekomst van de stad. Hij zette mij aan het denken. Waarom doen we eigenlijk zo spastisch over economische vluchtelingen? Als iemand voor zijn leven te vrezen heeft in zijn land van herkomst, mag hij hier blijven. Komt hij hierheen om zich te verrijken, dan moet hij als de wiedeweerga wegwezen. Economische motieven zijn verdacht. Tuurlijk moeten we ergens een grens trekken, maar toch kun je je de vraag stellen: wat is er mis met mensen die hierheen komen om er economisch beter van te worden?
Onze zoon is voor zijn studie voor een half jaar vertrokken naar Madrid, mijn broers hebben hun geluk ook in verre landen beproefd. Allemaal hebben ze hier niets te vrezen. Zygmunt Bauman, auteur van het boek Vloeibare tijden, formuleerde het treffend: "Langdurige ellende maakt miljoenen wanhopig". ... En dus volgen zij een rationele keuze en proberen ze de kost te verdienen op plaatsen waar dit mogelijk is, liever dan te blijven op plaatsen waar dit onmogelijk is. Aldus Bauman.
Laten we ons gelukkig prijzen dat Aboutaleb, die ons land met zijn komst geweldig verrijkt heeft, gelukszoeker was. En laten we ons gelukkig prijzen dat hij zijn geluk juist bij ons beproefd heeft.
Paul Strijp, 2 september 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten