Als ik commandant der strijdkrachten was geweest (en gelukkig ben ik dat niet), maar stel dat, dan had ik het sein geloof ik wel op groen gezet. Ik had tegen de jongens van de mobiele eenheid gezegd: "Jongens, go! Er op af".
Telstar - AZ. Vorige week donderdag. Een onvervalste Noord-Hollandse bekerderby die garant leek te staan voor een heerlijke pot voetbal. Zacht herfstweer bovendien. Dat viel allemaal even tegen. Het voetbal was niet om aan te zien. Maar wat erger was, de sfeer op de tribunes was allesbehalve gemoedelijk. Integendeel, die sfeer was ronduit grimmig. Beide supportersgroepen bestormden elkaar als leeuwen en gingen elkaar te lijf met vuurwerk dat niet bepaald in de categorie rotjes viel. Eerder van dat zware vuurwerk dat je ook wel eens met de jaarwisseling hoort en waarvan je ogenblikkelijk weet: dit deugt niet, dit vuurwerk komt niet van de Hema. Welnu, dat vuurwerk dus viel midden tussen de mensen.
Het werd er zogezegd niet gezelliger op. En ondertussen zag je hoe de stewards van de thuisclub te nauwernood op de been bleven. Je was hier getuige van de uitwerking van een moderne filosofie waarbij de ME niet wordt ingezet teneinde escalatie te voorkomen. Ik vond dat de samenleving op deze wijze te veel vraagt van de stewards. Na afloop van de wedstrijd zag ik de ME-ers in hun busje zitten. Zij hielden alles netjes in de gaten. Eén ding wist ik zeker: zij hadden die avond géén klappen gehad, de stewards mogelijk wel.
Waar ligt de grens? Wanneer sturen we het zwaardere geweld op de supportersgroepen af? Gelukkig ben ik geen commandant der strijdkrachten.
Paul Strijp, 7 november 2015
Paul Strijp, 7 november 2015
Geen opmerkingen:
Een reactie posten