Het straatbeeld is er kil. In de betere buurten in Zuid-Afrika wonen de mensen achter hoge muren. Vooral blanken maar mondjesmaat ook zwarte mensen uit de middenklasse. Die muren zijn zonder uitzondering voorzien van prikkeldraad en camera's. Bewapende particuliere bewakers houden ook nog eens een oogje in het zeil. Op straat zie je niet of nauwelijks ontmoetingen tussen mensen. Die verschansen zich, bang als ze zijn het slachtoffer te worden van criminaliteit, in hun burchten. Een beklemmende samenleving.
De apartheid is al geruime tijd afgeschaft. Zuid-Afrika heeft één van de modernste grondwetten ter wereld. Met krachtige wetgeving dwingt de overheid bedrijven om zwarte burgers in dienst te nemen en hen zeggenschap en controle te geven. Op papier is de integratie dus goed geregeld, op straat vliegt de segregatie je nog steeds naar de keel.
Een strandtent nabij Durban
De verdere integratie van zwarte en blanke mensen in Zuid-Afrika is een langdurig proces. In dat proces zal vroeg of laat ook aandacht moeten komen voor de herinrichting van de openbare ruimte. Tijdens mijn reis zie en hoor ik hier nog geen signalen van.
Mijn gedachten dwalen af naar Jane Jacobs. Wat zou zij in Zuid-Afrika goed werk hebben kunnen verrichten. Deze Amerikaanse, inmiddels al enige jaren overleden, pleitte in de jaren zestig voor een menging van woon- en winkelgebieden. Die zorgt voor ontmoetingen in de publieke ruimte en voor een 24 uurs sociale controle door burgers onderling. Volgens mij zijn dat naast de wetgeving precies de zaken die dit land hard nodig heeft.
Paul Strijp, 31 december 2014