Binnen de club heb ik een concurrent. Maar voor het derde jaar op rij hebben ze mij gevraagd. Zonder dat ik daarvoor heb moeten lobbyen. Als ik ooit nog eens op zoek moet naar ander werk, dan weet ik dat ik dit vak beheers. Net zoals het vak van collectant voor een fonds van een of andere nare ziekte. Ook daar laat ik me elk jaar weer voor strikken, ook daar durf ik géén neen tegen te zeggen.
Onder luid gezang schrijd ik de kantine binnen. Je pas vertragen Paul, je pas vertragen, schiet door mijn hoofd. Die trage pas van Sinterklaas maakte op mij als kind veel indruk.
Elk kind valt ooit van zijn geloof. Dat is een onverbiddelijke wetmatigheid in ieders leven. Zelf herinner ik mij het handschrift van mijn moeder te herkennen in een brief die Sint voor ons ooit heeft geschreven. Toen was het gebeurd, in één luttele seconde. Dat zal mij vandaag niet gebeuren. Dat kinderen zich vandaag van hun geloof afkeren omdat deze Sinterklaas door de mand valt. No way.
Terwijl ik de verhaaltjes voorlees, voel ik hoe mijn Sinterklaasgewaad bijna uit zijn voegen barst. Het wordt door veiligheidsspelden bij elkaar gehouden. Als één speld het begeeft, zit ik in mijn gewone kleren voor de zaal en vallen àlle kinderen van hun geloof. Honderd stuks. Aan deze Sinterklaas zal het niet liggen, houd ik mijzelf voor. De temperatuur stijgt, ik voel hoe mijn snor en baard tot onder mijn kin zakken. "Je kunt het hele gezicht van Sinterklaas zien", hoor ik één van de kinderen fluisteren. Een ander vertrouwt mijn schoenen niet.
Onder luid gezang verlaat ik de kantine. De klus is geklaard, aan deze Sinterklaas heeft het dus niet gelegen. Hoop ik.
Paul Strijp, 22 november 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten