Het hele tafereel duurde nauwelijks vijf minuten. Hij deed zichtbaar zijn best om een betrokken jonge vader te zijn. Een Fransman van een jaar of dertig. Op de camping. Had net een partijtje tafeltennis gespeeld en zat nu op een bankje te staren naar zijn e-reader. Lezen was het niet wat hij deed, eerder wezenloos naar zijn apparaatje turen. Vermoeid, oververmoeid liep hij het grasveld op. Gaf plichtmatig een knuffel aan zijn zoontje van drie, wisselde een paar woorden met zijn partner en legde wat spullen in de auto. Daarna trapte hij tegen een bal, zielloos. De bal ging drie meter naast het doel. Deed er ook niet toe, hij had net zo goed niet kunnen trappen.
Misschien had de man andere zorgen aan zijn hoofd, maar zo te zien viel het vaderschap hem zwaar. Totale verveling en radeloosheid, zinloosheid van het bestaan ook wel. Zo leek het.
Uit eigen ervaring weet ik dat jonge vaders vermoeider zijn dan oudere vaders. De tijd van onze Fransman komt nog wel. Of vormen die radeloosheid en dat zoekende nu juist een blijvend en essentieel onderdeel van ons bestaan?
Paul Strijp, 5 augustus 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten