Het duurde even voordat ik het in de gaten had. Maar toen zag ik het overal om mij heen. De laagste vormen van dienstverlening in Zuid-Afrika zijn voorbehouden aan zwarte mensen. De schoonmaak, de bediening in restaurants en bij tankstations, de beveiliging. Allemaal bedrijfstakken waar je nauwelijks blanken aantreft.
Hoewel de tegenstellingen in dit land enorm zijn (bijvoorbeeld tussen de overvloed in de winkelcentra en de townships langs de snelwegen), maken die zwarte mensen geen ongelukkige indruk. Eerder een nederige en onderdanige.
Toch blijkt er onder deze mensen grote onvrede te leven. Onder de oppervlakte broeit het, zo verzekerde mijn broer. Het aantal stakingen neemt zorgwekkende vormen aan. Regelmatig zijn hierbij doden te betreuren, bijvoorbeeld in de mijnindustrie. "Het land maakt een heel moeilijke fase door", verzuchtte een arts die wij moesten raadplegen voor een klein ongemak. Net als in Oost-Europa heeft de bevrijding deze mensen kennelijk niet gebracht wat ze ervan verwacht hadden. Mandela heeft ons teveel beloofd, zo is het gevoel.
Voor het oog tevredenheid, ondershuids veel onvrede. Plato zei het al in zijn mythe van de grot. Niets is wat het lijkt.
Paul Strijp, 27 december 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten