Translate

maandag 30 december 2024

Jongeren gaan voor de fooi


Dat was lachen, daar zat de bedrijfsleider van de plaatselijke Jumbo zelf achter de kassa. Zo te zien had hij er nog plezier in ook. Desgevraagd liet hij weten dat volgende week iedereen weer van vakantie terug zou zijn. 'Dan red ik het wel met mijn personeel, maar het is net aan'.

Om vervolgens een uiteenzetting te geven over de personeelstekorten. Die zijn ontstaan tijdens corona, daarvóór bestond dat probleem niet. En nu, een paar jaar na corona, werken jongeren massaal in en voor de horeca. Vooral in het thuisbezorgen van maaltijden. Want dan krijgen ze fooi. Ik grapte nog dat wij als klanten hem nu zeker fooi moeten geven. Of dat zijn boodschap was? Daar kon hij hartelijk om lachen.

En op kantoor checkte ik nog even bij een aantal collega's met kinderen in de leeftijd-voor-bijbaantjes-als-thuisbezorgers, of zij dit verhaal herkenden. Nou, dat deden ze. Van hun kinderen hoorden ze maar al te vaak dat je wel een echte loser bent als je nog achter een kassa bij de supermarkt gaat zitten. Die fooien, die maken zo'n groot verschil.

Zo eenvoudig kan het leven zijn. Jongeren hebben kennelijk minder moeite met het door algoritmen opgezweepte verdienmodel van maaltijdbezorgers. Dat zal de bedrijfsleider van de Jumbo ook vast weten.

Zo lang hij de salarissen niet kan of wil verhogen, is het te hopen dat hij er als tijdelijk kassamedewerker plezier in blijft behouden.


Paul Strijp, 30 december 2024

De jonge generatie belt, mailt en appt niet meer


Werken met de jonge generatie. Met medewerkers die net zo goed je kinderen hadden kunnen zijn. Sinds enige tijd valt dat voorrecht mij ten deel.

Voorrecht, omdat je zo af en toe de vervreemding tussen de generaties mag voelen. Bijvoorbeeld als je één van die medewerkers belt en een voicemail inspreekt. Om vervolgens de hele dag op een telefonische reactie te wachten. Die niet komt. En om aan het einde van de dag, als je de betreffende collega heel voorzichtig vraagt of ze de voicemail van vandaag misschien al heeft afgeluisterd, een even vervreemdende blik te ontvangen. Zij ervaart de afstand tussen de generaties net zo sterk als jij, geen misverstand daarover.

Voicemail? Ja, wel eens van gehoord. Maar de telefoon, die wordt al lang niet meer gebruikt. Sterker, die wordt 's ochtends niet eens 'aan' gezet. Die krijgt, ook al is hij dan afkomstig van de werkgever, een warme plaats onderin de tas. Zelfde verhaal voor de mail en de app. Hopeloos verouderd.

Wat dan wel? De chat-functie van het Microsoft-programma Teams, dat is de nieuwe levensader van de jonge generatie. Als je daar een berichtje plaatst, heb je binnen drie seconden een reactie. Zeker weten!

Zo lang als het duurt natuurlijk, volgende week kan de chat van Teams alweer het loodje hebben gelegd.


Paul Strijp, 30 december 2024

Pa Sem mag niet vergeten worden


De plek is gewijd en sereen. Dwingt meteen respect en stilte af. Hier vond dat vreselijke vliegtuigongeval plaats, op 4 oktober 1992. Een paar minuten vóór half zeven in de avond. Op de flats Groeneveen en Kruitberg in de Bijlmer in Amsterdam. Typisch zo'n gebeurtenis waarover je jaren later aan anderen vraagt: Waar was jij toen...?

Hier, rondom de boom die alles zag, staan diverse gedenktekens. 








Er is ook een informatiebord. Feitelijk en neutraal. En daarop staat rechtsonder een aantal regels over de Pa Sem Brug.
'Willem Symor, alias Pa Sem, was in de nadagen van de Bijlmerramp een beroemdheid: de 'held van de Bijlmer'. Hij waagde zijn leven door terug in de vlammenzee van Groeneveen in te rennen om een kind te redden, dat achtergebleven was in zijn café, 'het Groentje'.
Pa Sem mag niet vergeten worden.

Paul Strijp, 30 december 2024






 

Dankbaarheid op het toilet van het station


Ze had altijd in de horeca gewerkt, in de spoelkeuken. Daar wilden ze haar wel opleiden tot kok, maar dat bleek fysiek te zwaar. Zo kwam ze als schoonmaakster van toiletten op een station terecht. En dat beviel haar uitstekend.

Het enige waar ze maar moeilijk tegen kan, zijn de irritaties en de protesten van de toiletbezoekers. Tijdens het inchecken bij de poortjes bijvoorbeeld. Dan denken ze dat ze meerdere malen hebben betaald voor één toiletbezoek. Dat is niet het geval. Voor die reacties is ze erg gevoelig, maar dat gaat wel steeds beter.

Ze toont zich dankbaar met dit werk, heeft het erg naar haar zin. Ook geniet ze van het zachte weer vandaag. Niet meer zo koud als de laatste tijd.





Bij mijn vertrek stopte ze mij nog wat tegoedbonnetjes toe. Voor een korting op patatjes of de koffie.

Paul Strijp, 30 december 2025

maandag 21 oktober 2024

De wereld van de snoekbaars


Een warme zaterdagmiddag in oktober. Daar zat hij, een jongen tussen -ik schat- de 30 en de 40, aan de rand van het Amsterdam-Rijn-kanaal. Vriendelijke uitstraling.

Hij vist altijd in zijn eentje, zo wist hij me te vertellen. Per keer vangt hij er drie tot vijf. Snoekbaars. Twee van die vijf houdt hij zelf, de rest gaat terug. 'Die twee eet ik lekker op, bewerk ik thuis met knoflook, peper en zout.' Het was gunstig weer vandaag, veel zon, zo liet hij mij nog weten. Ik groette hem en vervolgde mijn wandeling met de hond.

Na een uur was ik bij hem terug. De vangst viel wat tegen, slechts één snoekbaars in het net. Hij legde de spelregels uit. 'De kleintjes moet je terugzetten, de grote ook want die kunnen nog paren.' En aan die regels, daar kun je je maar beter aan houden. 'De gemeente handhaaft met een dienst waar veel vrijwilligers werken. Die mensen willen nog iets te doen hebben na hun pensioen. Ze houden je in de gaten. Vanaf de brug met verrekijkers, van achter als ze met scooters aankomen of met bootjes vanaf het water.'

Straks komt zijn moeder, die vist tot acht uur vanavond met hem mee. Tot de zon helemaal verdwenen is.


Paul Strijp, 21 oktober 2024

donderdag 17 oktober 2024

De liefde van Sjaak voor de Nees

 


(foto NRC Handelsblad, 8 oktober 2024)


Wat feitelijk gebeurd was, dat kon helemaal niet. Immers, ze zouden  over een week nog bij Guus gaan eten. Hadden ze afgesproken. Bij Guus Hiddink dus, samen met Willem van Hanegem, hijzelf en Johan Neeskens. En nu was die laatste overleden. Sjaak Swart kon het maar niet geloven. Sterker, hij was er helemaal stuk van.

Dat was ook helemaal niet zo wonderlijk. Immers, in zijn tijd bij Ajax heeft Neeskens twee jaar bij Swart en zijn vrouw in huis gewoond.
'Johan woonde bij zijn ouders. Daar was het wat onrustig en sliep hij slecht. Niet ideaal, want hij moest op zondag wedstrijden spelen. Toen hij een keer ontspannen bij mij op de bank zat op een zaterdag, is hij blijven slapen. Zo is het begonnen en dat hielden we er in. Ergens een wedstrijd kijken, lekker eten en dan 's avonds in onze badjassen languit op de bank tv kijken en lullen over wedstrijden. Niet alleen voetbal, hoor, we keken allerlei sporten. Johan kon ook heel goed honkballen.'
Vroeger bij Ajax op het veld vertrouwden ze elkaar blindelings. Hadden aan een half woord genoeg. Neeskens ging voorop in de strijd. En ook nu trapten ze nog regelmatig een balletje bij de Amsterdamse amateurclub Zeeburgia. Ook daar was Guus van de partij.
'Wat gaat u het meest aan hem missen? Onze belletjes. De liefde voor elkaar. De ontspannen manier waarop we met elkaar omgingen. Hij was echt een topjongen.'

Maar naar zijn uitvaart gaat Swart waarschijnlijk niet. Helemaal naar Zwitserland, dat kan niet. Vliegangst. 

Over kameraadschap en vertrouwen, liefde, ongeloof, doods- en andere angsten, kwetsbaarheid. Zelden een interview gelezen waarin een topvoetballer zo veel van zichzelf laat zien.

Ontroerend!


Paul Strijp, 17 oktober 2024

(Bron: NRC Handelsblad, 8 oktober 2024)

dinsdag 15 oktober 2024

Hoe Heerlen de problemen van de Vietnam-veteranen met zich meesleept


Nauwelijks private investeerders, veel leegstand, in de openbare ruimte veel rokende en mensen met overgewicht. Het beeld van en in de stad Heerlen wordt er niet bepaald vrolijker op.

Maar dan is daar het station, onderdeel van het nieuwbouwproject Maankwartier. Een prestigeproject van de Socialistische Partij (SP), bedoeld als symbool van vernieuwing en ambitie voor de toekomst van Heerlen. 




En het moet gezegd, de ruimte voor het station oogt fris, schoon en open. Met een toegangsweg naar Heerlen-Noord, één van de grootste probleemgebieden van het land. De verbinding naar die weg wordt echter geblokkeerd. Door drugsverslaafden.

Hun aanwezigheid houdt verband met de sluiting van de mijnen in de jaren zestig en zeventig en de komst van een Amerikaanse militaire basis naar het nabijgelegen Brunssum. Onder de soldaten bevonden zich veel zogeheten Vietnam-veteranen. Mannen die tijdens hun diensttijd in Vietnam een drugsverslaving hadden ontwikkeld, met name aan heroïne. Om te ontsnappen aan de zinloosheid van de oorlog en aan het gebrek aan steun van het thuisfront. Deze verslaving namen ze mee tijdens hun verhuizing naar Europa. Drugs werd daardoor makkelijk verkrijgbaar voor de inwoners van Heerlen.

Hoe Heerlen het verleden waar het zelf geen deel van uitmaakte, met zich meesleept. En daar nog steeds onder gebukt gaat.

Paul Strijp, 15 oktober 2024  



zondag 13 oktober 2024

En wéér die zelfportretten van Rembrandt

 



Daar zit-ie dan. 33 jaar oud, leunend op een balustrade. Rembrandt, schilder en kunsthandelaar. Wat een zelfbewustzijn en zelfverzekerdheid. Hij beleeft hier dan ook gelukkige tijden. Drie jaar later echter sloeg het noodlot toe met het overlijden van zijn vrouw Saskia van Uylenburgh. Precies in hetzelfde jaar, 1642, waarin hij zijn meesterwerk de Nachtwacht voltooide.

Daarna ging het bergafwaarts met hem. Zijn verzamelwoede en de  artistieke crisis waarin hij belandde, bezorgden hem financiële kopzorgen. Hij moest zelfs zijn huis aan de Jodenbreestraat in Amsterdam verkopen om zijn intrek te nemen in een huurhuis aan de Rozengracht. Privé verloor hij ook nog eens drie kinderen. Artistiek gezien sloot hij zijn loopbaan toch nog af met twee grote werken, het Joodse bruidje en de Staalmeesters.

En toen. Toen herinnerde ik me dat ik een jaar of tien geleden ook al eens naar de zelfportretten van Rembrandt had gekeken. Waaronder een portret vlak vóór zijn overlijden. Mijn afdronk in die tijd: melancholisch, oude man maar niet uitgeblust, alles en iedereen om zich heen verloren, maar artistiek tot de laatste snik springlevend.

Ik vroeg me af of die zelfportretten van Rembrandt me niet meer raken dan zijn grote meesterwerken.

Paul Strijp, 13 oktober 2024

(Gezien: in Rembrandthuis in Amsterdam, najaar 2024)



zaterdag 12 oktober 2024

Paul Huf stuurde ook rekeningen naar Soestdijk


Hij was er al vroeg bij, met zijn commerciële neus. Paul Huf, de portretfotograaf (1924 - 2002) die grote beroemdheid verwierf met zijn iconische foto van vier Ajax-sterren. Tijdens de oorlog deden zijn portretten dienst als blijvende herinnering aan overleden of verdwenen dierbaren. Maar niets is voor niets in dit leven, wist Huf. En dus vroeg hij voor die foto's twee gulden vijftig. Immers, de prijs moest de kwaliteit weerspiegelen. Oorlog of geen oorlog.

Als je die redenering doortrekt, dan is de volgende stap: Koninklijk Huis of geen Koninklijk Huis. En dus stuurde hij een gepeperde rekening van duizend gulden naar Soestdijk, voor een foto van de vier dochters met een varkentje. Dat was hoogst ongebruikelijk in die tijd.

 



Zou prins Bernard zich in zijn graf nog wel eens omdraaien om die Huf?

Paul Strijp, 12 oktober 2024

(Foto gemaakt bij tentoonstelling in museum Foam, Amsterdam)

zaterdag 5 oktober 2024

De holocaust als inspiratiebron voor Leonard Cohen

 





En toen was er zo'n kippenvel-momentje. Tijdens het optreden van de Leonard Cohen Tribute Band. Harrie van Hoof, de Leonard Cohen van het gezelschap, vertelde dat de holocaust de echte Cohen in 1984 geïnspireerd had tot het schrijven van het liefdeslied Dance Me to the End of Love. Liefdeslied, holocaust? Ik vroeg mij af: hoe zat dat precies?



Cohen had gehoord dat in sommige concentratiekampen kleine muziekgezelschappen klassieke muziek speelden. Die gezelschappen, gekleed in gestreepte pyjama's, waren zorgvuldig geselecteerd op muzikaal talent. Zij werden geacht met hun muziek de kampbewaarders te vermaken. Ondertussen werden in de naastgelegen crematoria de medegevangenen verbrand, de muzikanten wisten dat hun eenzelfde lot te wachten stond. De verwijzing naar de holocaust was voor hem een manier om thema's als lijden, verlies en menselijke wreedheid te verkennen.

Dance me to your beauty with a burning violin.

De meest tot de verbeelding sprekende zin van het lied. Deze staat voor liefde en schoonheid die zelfs in tijden van extreme duisternis standhouden.

Hij droeg zijn lied op aan de slachtoffers van de holocaust.


Paul Strijp, 5 oktober 2024




zondag 14 juli 2024

Kandinsky wilde helemaal geen jurist worden





Mit dem schwarzen Bogen (1912)


Op zijn dertigste verliet hij zijn geboorteland Rusland. Een universitaire carrière liet hij daarmee schieten. Want Wassily Kandinsky (1866 Moskou - 1944 Parijs) wilde kunstenaar worden, géén wetenschapper of jurist. Hij wilde zijn werk in vrijheid kunnen beoefenen.









Kandinsky zat niet stil en maakte studiereizen naar Nederland, Frankrijk en Duitsland. In ons land bezocht hij onder andere Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Haarlem. Maar ook kleinere plaatsjes zoals Edam, Marken en Broek in Waterland. Deze inspireerden hem tot het maken van schilderijen in de openlucht.

  

Samstag Abend (Holland) (1904) 


Dat was nog een schilderij van de 'echte' werkelijkheid, zou je kunnen zeggen. Die richting liet hij daarna los. Kandinsky werd de grondlegger van de autonome kunst, de kunst van de abstracties die juist van die werkelijkheid bevrijd was. In München legt hij de basis voor een nieuwe expressieve schilderstijl met brede penseelstreken die samenkomen in kleurrijke vlakken. Deze stijl ontwikkelt hij door in de jaren die volgen. 



Bild mit dem roten Fleck (1914)



Im Grau (1919)




Auf weiss II (1923)




Accord réciproque (1942)


Kandinsky volgde zijn hart, zijn innerlijke drijfveren. In plaats van een leven als verpieterde jurist in een kamer van een groot universiteitsgebouw in Rusland, koos hij ervoor om de wereld te ontdekken. Om op verschillende plaatsen inspiratie op te doen en zich als schilder te ontwikkelen.

Het resultaat is complex en adembenemend tegelijk. 


Paul Strijp, 14 juli 2024
(Tentoonstelling bezocht in juli 2024 in H'ART Museum in Amsterdam)   

zaterdag 13 juli 2024

Breitner is kleur

 

Van paarden.



Anatomische spierstudie van een paard (1876 - 1880)




De Gele Rijders (1885 - 1886)


Via het vrouwelijk naakt.


Model zoekt haar kleren bijeen (1893)



Naar het alledaagse leven in Amsterdam, in de schemering en de nacht.



Brug met regen (1887)



Als vertegenwoordiger van de Tachtigers staat Breitner (1857 - 1923) vooral bekend als de schilder van Amsterdam. Maar wat blijkt? Vanaf 1883 gaat het Breitner niet meer om onderwerpen of thema's. Deze vormen niet langer het Leitmotiv in zijn werk, maar zijn slechts middelen om iets anders tot uitdrukking te brengen: zijn voorliefde voor kleurgebruik en kleurencombinaties. En dan vooral van de kleuren blauw, rood en geel. Die inspireren hem.



Naar de markt (1896 - 1897)


'De techniek is bij hem geen hoofdzaak evenmin als het onderwerp. Vóór alles ziet Breitner kleur, - toon.' Aldus Cornelis Verster, een kunstenaar uit Hilversum. De echtgenote van Breitner, Marie Jordan, zal er blij mee zijn geweest. Zij was not amused over al dat naaktgedoe. En had hem al eens verboden om dat deel van zijn oeuvre te exposeren op een grote overzichtstentoonstelling van de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae.


Paul Strijp, 14 juli 2024

(Tentoonstelling gezien in juli 2024 in Singer in Laren)

Abraham Kef maakte brie voor de rijke dames


Abraham Kef. Een begrip voor veel Amsterdammers. Kef was een flamboyante kaasboer en een verhalenverteller. De man had een grote passie voor rauwmelkse kazen van kleine producenten. Rauwmelks betekent dat de melk niet verhit wordt vóór de verwerking tot kaas. In 1953 opende hij zijn kaaswinkel in de Marnixstraat.

Regelmatig hield hij proeverijen. Dat waren beslist geen massabijeenkomsten. Brie bijvoorbeeld, tegenwoordig in grote hoeveelheden verkrijgbaar bij alle supermarkten, was in die tijd een luxeproduct. Voorbestemd voor de chique dames.

 



Kef zou eens moeten weten. Inmiddels zijn er drie fromagerieën onder zijn naam in de hoofdstad. Nog steeds met proeverijen. Die zijn zeer aan te bevelen.

 


Abraham Kef

(foto's overgenomen van wand van fromagerie Kef aan het Van der Pekplein)


En vergeet dan vooral niet de kobunderkaas uit Drenthe te vragen.


Paul Strijp, 13 juli 2024

De afgehaakten in Maastricht gaan niet naar André Rieu, maar naar John Tana


De mensen in deze wijk gaan niet naar een concert van André Rieu. Of naar het Preuvenemint, het grootste culinaire openluchtfestival van de Benelux. Aldus Josse de Voogd, electoraal geograaf. Hij heeft het over de mensen in het westen van de stad Maastricht. Daar liggen de parochiewijken, na de Tweede Wereldoorlog uit de grond gestampt om de inwoners te verheffen en opnieuw op te voeden. Met als ultieme doel: voorkomen dat zij socialistische burgers zouden worden.

De Voogd weet waar hij het over heeft, want hij schreef eerder met René Couperus de Atlas van Afgehaakt Nederland. Een buitengewoon verhelderend rapport over de verdeling van politieke voorkeuren in  ons land. Het land is, zo laat de atlas zien, op een complexe wijze ongelijk verdeeld. In het zuiden van het land zijn de anti-establishment partijen relatief sterk. Deze vertegenwoordigen de kiezers die De Voogd aanduidt als afgehaakten. Afgehaakten, vooral mensen met een laag inkomen en een dito opleiding, voelen zich niet meer gehoord door en betrokken bij politiek en maatschappij. 

Voor deze mensen dus geen Rieu, maar wel de Maastrichtse artiest John Tana. Zo bleek mij onlangs tijdens een onvergetelijk optreden van Tana in het Theater aan het Vrijthof. Een compleet ander publiek dan bij André Rieu. Jong en stokoud, alle sociale klassen bij en door elkaar. Ik heb geen systematisch onderzoek gedaan, maar had sterk de indruk dat óók inwoners van parochiewijken een kaartje hadden weten te bemachtigen.






Hoe wrang is het dan dat juist de partij die zegt voor deze groep mensen op te komen, in het nieuwe kabinet-Schoof de cultuursubsidies heeft afgeschaft.

Paul Strijp, 13 juli 2024


Shit, gaat dat klimaat van Bordeaux aan onze neus voorbij


Eigenlijk was dat altijd een foute gedachte. Een beetje stiekem ook wel. De gedachte dat het toch wel prettig is als wij ooit, ooit, als de klimaatverandering haar werk heeft gedaan en de wereld onomkeerbaar is opgewarmd met alle nare gevolgen van dien, dat we dan hier in Nederland het klimaat hebben dat nu in de Franse stad Bordeaux heerst. Subtropisch, een groot deel van het jaar flaneren langs de boulevard, wie wil dat nou niet?

Die foute gedachte torsen we waarschijnlijk niet langer met ons mee. Klimaatwetenschappers zijn bezorgd, zo meldde RTL Nieuws gisteren. Wat is er aan de hand? Door de klimaatverandering zal een belangrijke zeestroming die ons land voorziet van warme lucht, in kracht afnemen. Of misschien wel helemaal stilvallen. Met een temperatuurdaling van drie tot vijf graden. Nog allemaal niet zeker, maar wel een reëel scenario. Niks meer aan te doen? Jawel, zeggen diezelfde wetenschappers. De uitstoot van broeikasgassen nog sneller terugdringen. Nou, dan weet je één ding zeker: dat gaat niet gebeuren, de mens is hardleers.

De natuur neemt wraak op de mens. Dat doet zij in een tragedie. Met overstromingen, droogte en verzengende hitte. Maar inmiddels laat de natuur die tragedie vergezeld gaan van een komedie. Vijf graden kouder als straf. Terwijl wij ons zo op dat klimaat van Bordeaux verheugd hadden. Dat is toch gewoon lachen?


Paul Strijp, 13 juli 2024




woensdag 12 juni 2024

Groeten uit Denemarken (9): Geen armoede, geen onderhoud?





Het zal toch geen uiting van collectieve armoede zijn? Deze vraag schoot regelmatig door me heen. Bij het zien van zoveel huizen in Denemarken waarvan het buitenschilderwerk slecht of niet onderhouden is. In het begin kun je zo’n observatie moeilijk plaatsen. Zal wel toeval wezen. Maar na een paar weken trek je de conclusie dat het dat niet is. Geen toeval dus. Daarvoor is de schaal te groot.

En ook geen collectieve armoede. Want die bestaat in Denemarken niet. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek kent dit land samen met Finland het laagste aandeel armen. Minder dan één op de tien personen. De afstand tussen de hoogste en laagste inkomens is in deze landen het kleinst van heel Europa.

Misschien is het aandeel eigen woningbezit wel klein. Want mensen met een eigen woning onderhouden deze beter dan huurders. Of misschien hechten Denen in zijn algemeenheid wel minder aan de  materiële staat van hun objecten? Dat zou goed kunnen, mij viel namelijk ook op dat veel wegen slecht onderhouden zijn. Maar dat zou ook zo maar kunnen samenhangen met een mogelijk slechte financiële positie van gemeenten. Wie zal het zeggen?

Ik sta voor een raadsel. Wat zou de oorzaak kunnen zijn?

Paul Strijp, 12 juni 2024

Groeten uit Denemarken (8): Heimwee naar de Nederlandse horeca

 


café-restaurant op een Deens Waddeneiland

De Denen vieren het leven binnenshuis. En niet buiten. Dus niet in de publieke ruimte. Na drie weken door Denemarken te hebben gereisd, is dat mijn conclusie.

Denen zoeken de gezelligheid en intimiteit in eigen kring. Ze hebben daar zelfs een speciaal woord voor, hygge. Ik ben daar nooit getuige van geweest en heb daar dus ook geen gevoel bij. Maar ze zullen het vast goed hebben met elkaar, want ze worden er erg gelukkig van.

Daar staat tegenover dat de openbare ruimte niet bepaald gezellig is. Vooral niet in het uitgestrekte landelijk gebied, dus buiten de steden. In Zuid-Jutland bijvoorbeeld. Ruim opgezet, maar in de dorpen en stadjes voel, zie of hoor je vrijwel geen stedelijk of sociaal weefsel. Hier en daar een voorziening zoals een supermarkt. Maar buurthuizen, café's, restaurants of terrassen heb ik niet of nauwelijks gezien. Effect op mij: ik ontwaar weinig samenhang en ervaar evenveel warmte.

En Kopenhagen dan? Daar heb je toch Nyhaven? Is dat dan geen gezelligheid? Mwahh, het is maar net wat je zoekt. Nyhaven valt in de categorie: heel veel terrassen bij, naast en dus dicht op elkaar. Een beetje zoals bij ons het Leidseplein. Voor het overige is Kopenhagen zeker niet ongezellig. Zij het dat je voor die gezelligheid voor een groot deel aangewezen bent op ijssalons en terrassen van hotels. Toch net even van een andere orde dan een bruin café.


Nyhavn, Kopenhagen

Tot mijn eigen verbazing, ik had dat dus niet verwacht, verlang ik naar het Nederlands café, terras of restaurant.

Misschien zijn het wel communicerende vaten. Hoe gezelliger mensen het binnen met elkaar hebben, hoe minder sfeervol het buiten is.

Paul Strijp, 12 juni 2024

Groeten uit Denemarken (7): Verrassende verkiezingsuitslag in een land dat geen merkbare frustratie kent over haar verleden


Een ruk naar rechts. Zo kan de uitslag van de verkiezingen voor het Europees parlement worden samengevat. Het politieke landschap is niet overhoop gegooid, daarvoor heeft het politieke midden te veel stand gehouden. Maar de trend naar een versterking van radicaal-rechts heeft zich zeker voortgezet.


De Denen stemmen anders

Zo niet in Scandinavië. En zeker niet in Denemarken. Daar waait zelfs een linkse Europese wind. De Socialistische Volkspartij is met 17,4% van de stemmen de grootste geworden. En heeft daarmee haar  sociaal-democratische broeders en zusters het nakijken gegeven. De linkervleugel in Denemarken is dus springlevend. Hoe kan dat?

Welnu, in die vleugel hebben de sociaal-democraten de afgelopen jaren radicaal-rechts de wind uit de zeilen genomen. Door in een coalitie met de liberalen een streng asiel- en migratiebeleid te voeren. Dat is dus kennelijk niet voldoende geweest om de nog linksere socialisten van het lijf te houden. Maar wel voldoende om een serieus radicaal-rechts of zelfs antiliberaal sentiment waarbij vrijheden worden beknot of het rechtssysteem wordt uitgehold, buiten de deur te houden.


Perceptie van het verleden

Dat is ook vanuit historisch perspectief best opmerkelijk. Waarom? Uit een vergelijkende studie van Casper Thomas bleek dat de wijze waarop machtshebbers het verleden van hun land definiëren, vaak bepalend is voor het ontstaan van zo'n antiliberaal gevoel of orde. Zie bijvoorbeeld wat er in Hongarije en India is gebeurd.

Als machtshebbers het gevoel hebben dat hun land in het verleden door anderen is vernederd en overheerst èn ze weten dit gevoel aan de bevolking over te dragen, dan is het hek vaak van de dam. Zo'n gevoel kan honderden jaren teruggaan in de geschiedenis. Dat gevoel, als dat al ooit heeft bestaan, heeft in Denemarken geen bepalende rol gespeeld.


Zweden en Noorwegen pikten de Denen niet langer

Terwijl de Denen in het verleden toch ook rake klappen hebben gehad. In 1397 werd de Unie van Kalmar gesloten. Daarbij werden Zweden, Noorwegen en Denemarken inclusief Groenland en IJsland,  samengevoegd tot één enkele monarchie. De Deense monarchie welteverstaan, de Denen waren de baas.

Deze unie hield stand tot 1523 toen Zweden uiteen viel. Dat jaar vormde ook het begin van een lange rivaliteit tussen Denemarken en Zweden om de controle over de Oostzee. Uiteindelijk trok Denemarken aan het kortste eind. Vervolgens ontworstelde Noorwegen zich in de negentiende eeuw aan de macht van de Denen, IJsland in de twintigste.


Geen frustratie

Wat restte voor de Denen was een klein kerngebied, het Denemarken zoals we dat nu kennen. Een piepklein gebied, even groot als Nederland. Kennelijk hebben de Denen en hun leiders dit verlies altijd genomen. En heeft dit nooit voor een frustratie gezorgd die de basis legde voor een radicaal-rechtse of antiliberale orde.


Paul Strijp, 12 juni 2024

Bron: De Deense geschiedenis in een notendop




dinsdag 11 juni 2024

Rob van Essen is een magisch realist geworden

 

Het oeuvre van Rob van Essen is inmiddels behoorlijk indrukwekkend. Zelf las ik, zo'n zeven jaar geleden, zijn boek Kind van de verzorgingsstaat. Twee jaar later was ik bij een alleraardigste bijeenkomst ter gelegenheid van de Libris Literatuurprijs die Van Essen gewonnen had. Met het boek De goede zoon. Hij maakte toen een buitengewoon ontspannen indruk. Laat hem die prijs nu dit jaar wéér gewonnen hebben!



winnende boek Van Essen bij Libris Literatuurprijs 2024


Ik kom hier nog op terug is een roman waarin het draait om de vraag: kun je terug naar het verleden om een toen gemaakte fout, iets waarvan je nu spijt hebt, te herstellen? Kun je ontsnappen aan de last van het verleden?

Hieronder géén boekbespreking. Wel een globale vergelijking van zijn boek over de verzorgingsstaat met Ik kom hier nog op terug. Wat zijn de constanten, wat zijn de nieuwe elementen bij Van Essen?


Van Essen maakt zijn belofte waar

Analyse, ironie, zelfkritiek en nostalgie. Deze elementen trof ik aan in Kind van de verzorgingsstaat. Met een knipoog naar de titel van zijn nieuwste boek zou je kunnen zeggen: Van Essen maakt zijn belofte waar. Op maar liefst drie van die vier elementen komt hij in dat nieuwe boek
 terug.

Alléén de analyse, die vooral de mechanismen achter de verzorgingsstaat beschreef, laat hij nu goeddeels achterwege. Daarvoor is een moeilijk te doorgronden mix van fictie en non-fictie in de plaats gekomen. Wat is waar, wat is niet waar? Daar krijgt de lezer geen scherp antwoord op, dat zal hij zelf moeten dichten.

Eerst maar eens de elementen die in zijn nieuwste boek terugkeren: ironie, zelfkritiek en nostalgie. Te beginnen met die eerste twee. Van Essen schroomt niet om zichzelf met een mix van ironie en zelfkritiek tot object van milde spot te maken.


Over nietsdoen, studentenhuizen en herinneringen
'Na mijn studietijd was ik lange tijd werkloos geweest. Het was me best goed afgegaan, nietsdoen, maar om het de rest van mijn leven vol te houden, dat was iets anders. Het gelukkigst was ik geweest wanneer er het minst van me verwacht werd en ik me kon overgeven aan mijn eigen gedachten.' (pagina 73)
De nostalgie laat zich in zijn nieuwste boek evenmin onbetuigd.
'Ik kreeg het idee dat ik rechtstreeks naar de jaren tachtig belde, dat her en der op de gang van een studentenhuis een telefoon overging waarnaast een teller hing, en een kladblok, en een potlood-aan-een-touwtje waarmee de bewoners het aantal tikken dat ze verbruikt hadden moesten noteren; nooit klopte dat aantal met de afrekening. (...) De gemeenschappelijke keuken, met een afwas van weken en boze briefjes op de koelkast over verdwenen bier. (...) De opgemaakte bedden met schoon, in het weekend door moeders gewassen beddengoed. De ongewassen ramen.' (pagina 80)

Soms manifesteert de nostalgie zich zelfs heel expliciet.

'Nostalgie is een killer, jongen. Ik heb er veel last van gehad, zeker toen ik jonger was. Verlangen naar iets wat nooit was, daar komt het op neer, naar iets wat in je herinnering is vervormd, ontdaan van nare en vervelende gevoelens.' (pagina 122)

Die herinneringen, daar had Van Essen in zijn Kind van de verzorgingsstaat ook al iets mee. Hij omschreef die als een vreemd goedje. 'De herinnering is een ui die door de jaren heen steeds weer van nieuwe rokken wordt voorzien, terwijl het binnenste wegrot en verdwijnt.'


Over geleende tijd en een passant die jezelf bent  

'....we lenen van de tijd, zou je kunnen zeggen en zo creëren we een gebied waarin je je gang kan gaan, met behoud van identiteit en herinneringen.' (pagina 171)

'Op de brug waarop ik sta is het rustig. Een paar fietsers, geen jongens op scooters (...) Maar daar komt iemand aanlopen die ik zelf ben; die ik zelf was. Daar kom ik aan. Van links, ik loop de brug op. En dit is ongelooflijk, ik zit niet in mezelf. Ik zit wel in mezelf. In de versie die ik nu ben, de latere versie van hem, bij wie ik nu niet vanbinnen zit.' (pagina's 186 - 187)

'Dat groepje studenten dat zojuist langs me liep in de onderdoorgang - kan het zijn dat die me zo verontrustten omdat ik me ook in dat groepje bevond? Heb ik weer mezelf langs zien lopen, deze keer als student? Als het 1987 is ben ik eerstejaars filosofie.' (pagina's 250 - 251) 

De tijdmachine in een paar citaten uitgelegd. Citaten waaruit direct blijkt dat Van Essen de analyse, één van de vier elementen in zijn boek over de verzorgingsstaat, naar de achtergrond laat verdwijnen. Analyse speelt geen rol van betekenis meer. De eenheid van de realiteit, het bovennatuurlijke en de verbeelding des te meer.


Magisch realist

Daarmee heeft Van Essen zich definitief in de traditie van het magisch realisme geplaatst. Een stroming in de literatuur die deze eenheid centraal stelt. En daarmee treedt hij in de voetsporen van Simon Vestdijk en Hubert Lampo.


Paul Strijp, 11 juni 2024




vrijdag 7 juni 2024

Groeten uit Denemarken (6): Tropisch eiland in Scandinavië





Een anomalie, een Fremdkörper. Zo voelt dit eiland. Iets wat eigenlijk niet past. Behorend tot een land dat overwegend plat is. Terwijl je hier wordt overvallen door een gevoel van overweldiging. Door hoge rotsen van kalksteen. Hoe kan het dat deze zich juist hier hebben gevormd?

In de verte zie je een veerboot op de Oostzee varen. Maar dat is het dan ook wel, verder helemaal niets. Behalve dan een paar vogels, als je goed kijkt hoog bij de rotsen. Unesco Werelderfgoed, natuurlijk. En het lijdt geen twijfel dat hier opnamen worden gemaakt voor reclames van tropische producten. De zee is goddelijk. Roerloos, kalkblauw.

Voor de duidelijkheid, we hebben het hier over een eiland in Denemarken. Het eiland Mon, om precies te zijn.











Paul Strijp, 7 juni 2024

Groeten uit Denemarken (5): Hoe een topmuseum haar belofte waarmaakt


Het samenspel tussen architectuur, natuur en kunst. Daar zou het in dit museum om moeten gaan. In het Louisiana Museum of Modern Art, ongeveer 35 kilometer ten noorden van Kopenhagen gelegen. Altijd moeilijk om je daar een voorstelling van te maken, van zo'n belofte van een samenspel.

Maar wandelend door de beeldentuin, kijkend naar de kunstwerken van Miró, Moore en anderen, de gure wind trotserend, genietend van de bewegingen van de mobielen van Calder die spelen met die wind, je verbeeldend hoe het moet zijn om hier in luie stoelen op het gazon te liggen als de zon schijnt en diezelfde mobielen roerloos zijn, een expositieruimte die een springplank tentoonstelt die boven de zee uittorent.

Tja, dan krijg je toch wel enig gevoel voor dat samenspel.











Paul Strijp, 7 juni 2024

Groeten uit Denemarken (4): Ook standbeelden van industriëlen en bankiers in het centrum van Amsterdam?

 



Pontificaal, in het centrum van Kopenhagen. Zo staat zijn standbeeld er. Met die hoed gaan je gedachten naar Churchill. Maar waarom zou die in Denemarken geëerd worden? Een iets preciezere observatie leert dat hij daar in de verste verte ook niet op lijkt. Maar wie dan? Ene Tietgen. Tietgen? Never heard of him.

Carl Frederik Tietgen (1829 - 1901). Deens financier en industrieel. Speelde een belangrijke rol in de industrialisatie van zijn land. Door de oprichting van bedrijven die vandaag de dag nog steeds floreren. Zoals de bierbrouwerij Tuborg. Ook heeft Tietgen veel voor het Deense bankwezen betekend.

En toen vroeg ik me af: goh, doen wij dat in Nederland nu ook? Dat wij bankiers en industriëlen een standbeeld gunnen in onze hoofdstad? Gerard Philips, de man die in 1891 het wereldberoemde en naar hem genoemde gloeilampenconcern oprichtte, heeft inmiddels een standbeeld in de wijk Strijp-T in Eindhoven. Freddy Heineken moet het doen met een wassen beeld in Madame Tussauds. En de oprichters van ABN Amro, Rob Hazelhoff en Roeland Nelissen, moeten het voor zover bekend, zonder doen.

Een beeld in de publieke ruimte in het centrum van de hoofdstad van het land? Dat is in de loop van de jaren best de nodige beroemdheden gegeven. Een selectie. Rembrandt, Thorbecke, Hooft, Vondel, Berlage, Bredero, koningin Wilhelmina, Theo Thijssen, Anne Frank, Multatuli, Carmiggelt, Johny Jordaan, tante Leen, Spinoza, Eberhard van der Laan, André Hazes. Kort en goed, vooral mensen met verdiensten voor de schilder- en bouwkunst, de literatuur, het levenslied, de filosofie en het openbaar bestuur. Maar niemand zoals de Deen Tietgen met een substantiële betekenis voor het bedrijfsleven.

Hoe zit dat? Moeten wij in Nederland onze grote industriëlen en bankiers meer in de openbaarheid eren?

Paul Strijp, 7 juni 2024

 

Groeten uit Denemarken (3): Hoed u voor Privat!

 



Het duurt een paar dagen voordat je het ziet. De compartimenteringsdrang van de Denen. De neiging om hun bezit te markeren. Af te bakenen, te begrenzen. Met de aanduiding Privat. Dat woord zie je bijna even vaak als -pak en beet- ijssalon. Niks mis mee, toch? Zeker niet. Ware het niet dat deze drang soms gepaard gaat met tja, ..... hoe zullen we dat omschrijven?

Onze auto had ik geparkeerd op een terrein met die bewuste aanduiding. Alleen, die had ik over het hoofd gezien. Dat heb ik geweten. Als een grote Viking stond de eigenaar van dat terrein, een groot en trots heerschap, plots voor me. En gelastte mij om mijn voertuig subiet te verplaatsen. Het leek me verstandig om dat bevel uit te voeren, de Vikingen waren per slot van rekening geen lieverdjes.

Diezelfde dag nog passeerde ik tijdens de wandeling met de hond een camping. Privat, natuurlijk. Ik vroeg me af of het mogelijk was om als niet-campingbezoeker een kopje koffie te drinken op het terras. Koffie op een terras, dat is immers een schaars goed in Denemarken. De receptioniste van de camping trok wit weg. Sterker, zij was lijkbleek. Ik vroeg mij af of ik een zonde had begaan die nog ernstiger was dan die met de auto. Dat bleek het geval. De receptioniste gebood mij subiet de camping te verlaten. Honden waren immers verboden. Voor de tweede keer die dag droop ik af.

Wat is dat toch met onze Denen? Zij staan te boek als open, vriendelijke en gastvrije mensen. Maar bij het woord Privat kun je toch maar beter op je hoede zijn.

Paul Strijp, 7 juni 2024 

donderdag 6 juni 2024

Groeten uit Denemarken (2): Hoe 'alle ballen op het klimaat' ook nog eens het landschap spaart


Op reis door Denemarken valt het meteen op. Een open en weids landschap. Niet bepaald spectaculair of lieflijk, maar wel licht glooiend en rustgevend. En dat allemaal op een behoorlijk grote schaal. Ik vroeg me af: hoe houden de Denen dat rustgevende karakter toch in stand? Zeker in vergelijking tot ons eigen landschap dat behoorlijk onder druk staat. 




Drie keer zo weinig mensen

Dat ligt in de eerste plaats natuurlijk aan de lagere bevolkingsdichtheid bij de Denen. Op ongeveer hetzelfde oppervlak, zo’n dikke 40.000 vierkante kilometer, wonen bij ons drie keer zo veel mensen. Waardoor wij op een gemiddelde uitkomen van 522 inwoners per vierkante kilometer. Daarmee staat Nederland qua bevolkingsdichtheid op de eerste plaats in Europa. Dat zorgt ervoor dat het landschap in Denemarken -bij wijze van spreken- drie keer zo weinig wordt verstoord door ruimtevretende belangen zoals woningbouw en infrastructuur.

Een kleine kanttekening hierbij is dat we in Nederland in relatief lage dichtheden bouwen. In de naoorlogse uitbreidingswijken wonen wij, vergeleken met andere landen in Europa, dus zeker niet hutjemutje. We bevinden ons ergens in de middenmoot. En ook mogen we niet klagen over de hoeveelheid woonoppervlak per inwoner.


Weinig windmolens in het landschap

Terug naar dat landschap in Denemarken. We hebben natuurlijk niet alles gezien, maar toch vele honderden kilometers door het land gereisd. Wat mij opviel in vergelijking tot Nederland, is dat ik bijna nergens windmolens zag voor het opwekken van duurzame energie. Af en toe een plukje, met drie of vier molens. Maar nergens lange rijen.

Die schijnen er wel te zijn. Nabij het vliegveld van Kopenhagen en in de Oresund, het water tussen Kopenhagen en Zweden. Maar het ontbreken van windmolens in het landschap draagt zeker bij aan dat rustgevend gevoel. Geen zichtbaar ruimtebeslag, geen conflicterende belangen over geluid, slagschaduw, gezondheid of vragen of die molens wel in het landschap passen.


Wat doen de Denen anders?

Ik vroeg mij af: hoe kan dat, zo weinig windmolens? Wat doen de Denen anders? Welnu, dat is een heel verhaal. In 2014 werd Kopenhagen verkozen tot Groene hoofdstad van Europa. Alle ballen op het klimaat was toen al het motto. In 2050 wil het land volledig duurzaam zijn, Kopenhagen wil zelfs al in 2025 de eerste klimaatneutrale hoofdstad van de wereld zijn. Dat is toch allemaal niet niks. Waar hun kolenstook in 1990 nog 2,5 keer zo hoog was als die van Nederland, is die inmiddels lager. Ook is het land koploper in Europa voor de coöperatief georganiseerde warmtenetten.

Kort en goed: veel ambitie, die Denen. En al lang geleden begonnen.


Energie-eilanden

En hoe zit dat dan met die windenergie? Hoewel ik die molens dus niet of nauwelijks in het landschap zag, is het aandeel hernieuwbare energie sinds 1990 vervijfvoudigd. In 2021 werd de helft van de energie door wind opgewekt. Het is de bedoeling om deze opbrengst de komende tien jaar te verdriedubbelen. De Denen kiezen daarbij voor de aanleg van een aantal grote energie-eilanden, onder andere in de Noordzee. Dat is hun strategie. Financieel is dat nog niet allemaal rond, maar voor het landschap ziet dat er veelbelovend uit.

Hoe alle ballen op klimaat niet alleen bijdraagt aan duurzaamheid, maar ook nog eens het landschap spaart.


Paul Strijp, 6 juni 2024

Bronnen: Staatscommissie 'Demografische ontwikkelingen 2050' / Trotter reisgids voor Denemarken en Kopenhagen / EnergiePodium












zaterdag 1 juni 2024

Paul Lynch maakt het onvoorstelbare voorstelbaar in zijn boek Lied van de Profeet

 





Een doodgewoon middenklasse gezin in een West-Europees land dat heel geleidelijk in de nachtmerrie van een autoritair regime belandt. Waarmee de leden van datzelfde gezin vluchtelingen worden. Een roman met deze verhaallijn zal al snel in de categorie 'fictie' geplaatst worden. En daar hoort hij natuurlijk ook thuis. Maar 'Lied van de profeet' van Paul Lynch schuurt tegen de non-fictie aan. Immers, radicaal-rechts is onder ons in West-Europa, óók in Nederland. Waardoor het onvoorstelbare toch akelig voorstelbaar wordt. Ja, waarom niet?, zo vraag je je als lezer voortdurend af. Waarom zou dit in Nederland niet kunnen gebeuren?

De roman roept direct een kafkaiaanse atmosfeer op.
'Eilish loopt als vanzelf met de baby op haar arm naar de gang, doet de voordeur open en voor de afgesloten glazen portiek staan twee mannen, bijna gezichtsloos in het donker. (...) De mannen lijken het gevoel van de avond met zich mee te dragen. Vanuit haar eigen beschermende gevoel observeert ze hen, de jonge man links vraagt of haar man thuis is en hij kijkt haar op een speciale manier aan, met een afstandelijke maar onderzoekende blik alsof hij probeert iets binnen in haar te vangen. (...) Dat gevoel dat er iets het huis is binnengedrongen, ze wil de kleine neerleggen, ze wil even goed nadenken, zag dat het eerst bij de twee mannen stond en daarna op eigen kracht de gang in kwam, iets vormeloos maar toch voelbaar'. (pagina's 7-9)

En vanaf dat moment word je als lezer meegesleurd, meegezogen. Of je nu wilt of niet. Lynch grijpt je bij de strot en laat je meer dan 300 pagina's niet meer los. In een ritme en met een dynamiek die nauwelijks ruimte laat voor ademhalen. Het democratisch verval voltrekt zich in kleine stapjes. Maar elke stap is er één en ook nog eens onomkeerbaar. Met de ultieme nachtmerrie aan het einde.

Ik kom telkens uit bij de waardigheid van mensen die een betekenisvol leven zoeken in een wereld die niet om mensen geeft.’ Aldus Lynch in een interview met Thomas de Veen in NRC Handelsblad van 4 april 2024. Alleen fictie kan volgens de auteur de complexiteit van het mens-zijn tonen. De mensen van wie we houden, verankeren zich volgens hem in de levens die we leiden. Een tragisch en deterministisch gegeven. Dat zorgt ervoor dat de hoofdpersoon Eilish zich aan het einde verwijten maakt voor beslissingen die niet te vermijden waren.

Lees dat boek!

Paul Strijp, 1 juni 2024