Pontificaal, in het centrum van Kopenhagen. Zo staat zijn standbeeld er. Met die hoed gaan je gedachten naar Churchill. Maar waarom zou die in Denemarken geëerd worden? Een iets preciezere observatie leert dat hij daar in de verste verte ook niet op lijkt. Maar wie dan? Ene Tietgen. Tietgen? Never heard of him.
Carl Frederik Tietgen (1829 - 1901). Deens financier en industrieel. Speelde een belangrijke rol in de industrialisatie van zijn land. Door de oprichting van bedrijven die vandaag de dag nog steeds floreren. Zoals de bierbrouwerij Tuborg. Ook heeft Tietgen veel voor het Deense bankwezen betekend.
En toen vroeg ik me af: goh, doen wij dat in Nederland nu ook? Dat wij bankiers en industriëlen een standbeeld gunnen in onze hoofdstad? Gerard Philips, de man die in 1891 het wereldberoemde en naar hem genoemde gloeilampenconcern oprichtte, heeft inmiddels een standbeeld in de wijk Strijp-T in Eindhoven. Freddy Heineken moet het doen met een wassen beeld in Madame Tussauds. En de oprichters van ABN Amro, Rob Hazelhoff en Roeland Nelissen, moeten het voor zover bekend, zonder doen.
Een beeld in de publieke ruimte in het centrum van de hoofdstad van het land? Dat is in de loop van de jaren best de nodige beroemdheden gegeven. Een selectie. Rembrandt, Thorbecke, Hooft, Vondel, Berlage, Bredero, koningin Wilhelmina, Theo Thijssen, Anne Frank, Multatuli, Carmiggelt, Johny Jordaan, tante Leen, Spinoza, Eberhard van der Laan, André Hazes. Kort en goed, vooral mensen met verdiensten voor de schilder- en bouwkunst, de literatuur, het levenslied, de filosofie en het openbaar bestuur. Maar niemand zoals de Deen Tietgen met een substantiële betekenis voor het bedrijfsleven.
Hoe zit dat? Moeten wij in Nederland onze grote industriëlen en bankiers meer in de openbaarheid eren?
Paul Strijp, 7 juni 2024
Geen opmerkingen:
Een reactie posten