Op reis door Denemarken valt het meteen op. Een open en weids landschap. Niet bepaald spectaculair of lieflijk, maar wel licht glooiend en rustgevend. En dat allemaal op een behoorlijk grote schaal. Ik vroeg me af: hoe houden de Denen dat rustgevende karakter toch in stand? Zeker in vergelijking tot ons eigen landschap dat behoorlijk onder druk staat.
Drie keer zo weinig mensen
Dat ligt in de eerste plaats natuurlijk aan de lagere bevolkingsdichtheid bij de Denen. Op ongeveer hetzelfde oppervlak, zo’n dikke 40.000 vierkante kilometer, wonen bij ons drie keer zo veel mensen. Waardoor wij op een gemiddelde uitkomen van 522 inwoners per vierkante kilometer. Daarmee staat Nederland qua bevolkingsdichtheid op de eerste plaats in Europa. Dat zorgt ervoor dat het landschap in Denemarken -bij wijze van spreken- drie keer zo weinig wordt verstoord door ruimtevretende belangen zoals woningbouw en infrastructuur.
Een kleine kanttekening hierbij is dat we in Nederland in relatief lage dichtheden bouwen. In de naoorlogse uitbreidingswijken wonen wij, vergeleken met andere landen in Europa, dus zeker niet hutjemutje. We bevinden ons ergens in de middenmoot. En ook mogen we niet klagen over de hoeveelheid woonoppervlak per inwoner.
Weinig windmolens in het landschap
Terug naar dat landschap in Denemarken. We hebben natuurlijk niet alles gezien, maar toch vele honderden kilometers door het land gereisd. Wat mij opviel in vergelijking tot Nederland, is dat ik bijna nergens windmolens zag voor het opwekken van duurzame energie. Af en toe een plukje, met drie of vier molens. Maar nergens lange rijen.
Die schijnen er wel te zijn. Nabij het vliegveld van Kopenhagen en in de Oresund, het water tussen Kopenhagen en Zweden. Maar het ontbreken van windmolens in het landschap draagt zeker bij aan dat rustgevend gevoel. Geen zichtbaar ruimtebeslag, geen conflicterende belangen over geluid, slagschaduw, gezondheid of vragen of die molens wel in het landschap passen.
Wat doen de Denen anders?
Ik vroeg mij af: hoe kan dat, zo weinig windmolens? Wat doen de Denen anders? Welnu, dat is een heel verhaal. In 2014 werd Kopenhagen verkozen tot Groene hoofdstad van Europa. Alle ballen op het klimaat was toen al het motto. In 2050 wil het land volledig duurzaam zijn, Kopenhagen wil zelfs al in 2025 de eerste klimaatneutrale hoofdstad van de wereld zijn. Dat is toch allemaal niet niks. Waar hun kolenstook in 1990 nog 2,5 keer zo hoog was als die van Nederland, is die inmiddels lager. Ook is het land koploper in Europa voor de coöperatief georganiseerde warmtenetten.
Kort en goed: veel ambitie, die Denen. En al lang geleden begonnen.
Energie-eilanden
En hoe zit dat dan met die windenergie? Hoewel ik die molens dus niet of nauwelijks in het landschap zag, is het aandeel hernieuwbare energie sinds 1990 vervijfvoudigd. In 2021 werd de helft van de energie door wind opgewekt. Het is de bedoeling om deze opbrengst de komende tien jaar te verdriedubbelen. De Denen kiezen daarbij voor de aanleg van een aantal grote energie-eilanden, onder andere in de Noordzee. Dat is hun strategie. Financieel is dat nog niet allemaal rond, maar voor het landschap ziet dat er veelbelovend uit.
Hoe alle ballen op klimaat niet alleen bijdraagt aan duurzaamheid, maar ook nog eens het landschap spaart.
Paul Strijp, 6 juni 2024
Bronnen: Staatscommissie 'Demografische ontwikkelingen 2050' / Trotter reisgids voor Denemarken en Kopenhagen / EnergiePodium
Geen opmerkingen:
Een reactie posten