Translate

donderdag 23 november 2017

Herboren Danny Blind kan weer lachen



Er zat een andere man. In het collectieve geheugen van de voetbalnatie, cynisch geworden na de uitschakeling voor het WK Voetbal 2018, stond hij toch gegrift als een grijze, gespannen en chagrijnige vent. Wanhopig en onmachtig gebarend vanuit de dugout. In persoon ook nog eens hoogstverantwoordelijk voor die uitschakeling. Ook dat nog. Kortom: een man van wie we voorlopig niets meer zouden horen.


Maar daar zat hij toch maar. Afgelopen woensdag in de Linnaeus Boekhandel in Amsterdam. Samen met David Endt, beiden geïnterviewd door Jaap Visser. Tien jaar jonger leek het wel, herboren. Ontspannen, humoristisch, met zelfspot over zijn periode als bondscoach, bescheiden. Zelfkritisch ook, bijvoorbeeld waar het ging om zijn eigen rol als aanvoerder bij Ajax rondom het ontslag van toenmalig trainer Morten Olsen. Had hij destijds niet meer zijn rol moeten pakken en het voor Olsen moeten opnemen?

Voor het overige werd hij bewierookt door David Endt. Danny was de onbetwiste capitano, zowel op het veld als in de kleedkamer. Om die uitspraak kracht bij te zetten citeerde hij uit de speech die Blind hield bij het vertrek van Michael Laudrup. Blind kon zich zijn eigen woorden niet meer herinneren maar was zichtbaar geëmotioneerd toen Endt ze nog eens voordroeg.

Gelukkig kwamen ook zijn verdiensten als voetballer vol over het voetlicht. En dat was nodig want de laatste herinnering blijft altijd hangen. De ongelukkige herinnering aan Danny als bondscoach. Maar wat was hij een groot voetballer. Een strateeg pur sang die ook nog eens de nodige doelpuntjes meepikte. En passant liet hij optekenen niet uit te sluiten ooit nog eens trainer te worden in het buitenland.

Waarom wordt u geen bondscoach van Ajax?, vroeg een klein jongetje vanuit het publiek. Neen, zoveel zelfkennis had Danny nu ook wel weer, bondscoach dat moest hij maar niet meer worden.

Bevrijd uit die functie is hij ook gewoon een veel leukere man.


Paul Strijp, 23 november 2017

zaterdag 18 november 2017

Vooroordelen afgeschud: kickboksen is sportiever dan voetbal



Met de nodige vooroordelen trok ik naar Aalsmeer. Een vechtsportgala, een avondje kickboksen. Het zou er vast keihard, gemeen en smerig aan toe gaan. Met een doldriest publiek, de stoelen zouden door de lucht vliegen.



De entree zorgde voor een eerste bevestiging van deze vooroordelen. Het publiek werd gefouilleerd zoals dat op Schiphol gebeurt. De eerste gevechten zorgden voor een tweede bevestiging. Verstijfd van de angst zag ik deze aan. Het ging er inderdaad keihard aan toe, boksen en trappen tegelijk.


Maar gaandeweg de avond ontspande ik. Langzaam werd mij duidelijk dat de wedstrijden streng gereglementeerd zijn. Met scheidsrechters die de gave van de balans beheersen. Direct ingrijpen zodra dat nodig is zonder een wedstrijd kapot te fluiten. En wat belangrijker is: de sporters accepteren de scheidsrechterlijke beslissingen, er klinken niet of nauwelijks protesten. Dat geldt ook voor het publiek. Dat gedraagt zich gewoon keurig. Vergelijk dat eens met een gemiddelde voetbalwedstrijd bij de jeugd. Daar wordt de scheidsrechter stijf gescholden door ouders langs de lijn, daar wordt een wedstrijd gemiddeld om de minuut afgefloten vanwege een overtreding.


Kom uit je bubbel. Bezoek werelden die niet de jouwe zijn. Dat is de enige manier om vooroordelen af te schudden.

Paul Strijp, 18 november 2017


dinsdag 24 oktober 2017

Buenos Aires en het electorale alcoholverbod



Je waant je in Europa. In Madrid, Barcelona of Parijs. Maar je moet jezelf er voortdurend aan herinneren dat je aan de andere kant van de wereld bent, in Zuid-Amerika. Buenos Aires om precies te zijn. Een stad met veel Italiaanse, Spaanse en Franse invloeden. Een smeltkroes zogezegd. Maar ook een stad waar je gelukkig de typisch Argentijnse elementen aantreft. Een keuken die vrijwel geheel en uitsluitend georiënteerd is op rundvlees, de tango die op de hoek van de straat wordt gedanst. En voor het overige een stad met alle bijbehorende tegenstellingen tussen rijk en arm. Zoals in elke grote metropool. Een herontwikkeld havengebied dat aan de overvloed van Dubai doet denken versus de wijk Boca waar alles om voetbal draait.



En dan is er nog iets. De stad oogt opvallend ontspannen. Grote parken waar mensen een dutje doen in de zon en waar uitlaatdiensten waken over honden in groepen van tien. Wat een verschil met veel West-Europese hoofdsteden die op dit moment door een politieovermacht worden bewaakt tegen terroristische dreigingen. Die zie je hier niet. Behalve op de dag van de nationale verkiezingen. Dan voel je nervositeit. Niet voor de dreiging van buiten, maar voor die van binnen. Argentinië is economisch en politiek nog steeds kwetsbaar. Een recente verdwijning van een Argentijn wiens lichaam later in een rivier is gevonden, Santiago Maldonado, heeft de open zenuw van deze samenleving blootgelegd. Die zenuw heet: de herinneringen aan de verdwijningen tijdens het regime van dictator Videla tussen 1976 en 1983.


Op de dag van de verkiezingen worden protestleuzen tegen de verdwijning van Santiago nerveus weggesausd van de muren van grote openbare gebouwen. Die worden door de politie bewaakt, met dranghekken die je in Europa ziet om terroristen het inrijden op een menigte te belemmeren. En de nervositeit tijdens de dag van de 
verkiezingen blijkt uit een alcoholverbod in restaurants. De kiezer wordt geacht nuchter zijn stem uit te brengen, de staat helpt daar graag een handje bij.


Ziet u dat laatste in Nederland gebeuren?


Paul Strijp, 24 oktober 2017



Argentijnse training in geduld



Op buslijn 152 moest hij wel meer dan een half uur wachten. In het centrum van Buenos Aires. Maar hij zag de mooie kant er wel van in. 'Hier in Argentinië leer ik om mezelf te trainen in geduld'. Dat zou hem, eenmaal terug in Nederland, natuurlijk goed van pas komen. Geen onnodige stress, genieten van het leven. Zoals het Argentijnse leven wel in meer opzichten het goede leven bleek te zijn.

Zijn weekend in Amsterdam begon doorgaans op de donderdagavond, hier een dag eerder. Met daarbij de kanttekening dat de dinsdag vrij was van colleges of andere studieverplichtingen. In het centrum van de Argentijnse hoofdstad ontmoette hij regelmatig studiegenoten, allerhartelijkst, alsof hij er al jaren woonde. Hij zat er welgeteld drie maanden.

Deze Zuid-Amerikaanse stage zal niet veel aan zijn intellectuele bagage hebben toegevoegd, de levenservaring was er des te waardevoller. Maar bovenal, voor zover hij dat nog niet kon heeft hij er leren feesten.


Paul Strijp, 24 oktober 2017

zondag 3 september 2017

Annemieke Nijhof bepleit het kleine omwille van het grote


Het is zo makkelijk gezegd: "Ik houd me altijd aan mijn afspraken". Maar als we dat uitspreken, weten we dan wel wat dat betekent, je aan je afspraken houden? Annemieke Nijhof, CEO van het ingenieursbureau Tauw, hield ons een spiegel voor. Zij koppelde de betekenis van deze belofte aan de vertrouwenskwestie.

Stel, je zegt dat je een rapport levert op vrijdagmiddag. Maar op donderdagmiddag krijg je in de gaten dat je dat onmogelijk gaat halen. Wat doe je? Alles op alles zetten en desnoods de hele donderdagnacht doorwerken om je afspraak te kunnen nakomen? Of bel je met de mededeling dat het rapport later komt? Houd je je in dat geval óók aan je afspraken of schend je die? Of -nog een optie- lever je op maandagochtend omdat het weekend toch niet meetelt?

Realiseer je, aldus Annemieke Nijhof, dat mensen vaak te goeder 
trouw voor die laatste optie kunnen kiezen en daarbij overtuigd zijn van het feit dat ze hun afspraken nakomen. Terwijl een ander woedend en geïrriteerd een heel weekend zit te wachten. Sterker, als die van mening is dat je 's nachts maar had moeten doorwerken is zelfs het vertrouwen aan de orde. Relaties kunnen makkelijk sneuvelen door onze impliciete opvattingen. Wees daarom helder over wat je bedoelt. En wees mild als een ander niet dezelfde impliciete opvattingen heeft als jij.

Annemieke Nijhof leerde mij dat er soms iets kleins (zeggen wat je bedoelt) voor nodig is om iets groots (vertrouwen) in stand te houden.

Paul Strijp, 3 september 2017

zaterdag 26 augustus 2017

De aanstaande sluiting van het Flevoparkbad als nachtmerrie



"Ik moet er niet aan denken", verzuchtte de badmeester terwijl hij zijn handen voor zijn gezicht sloeg. Mijn vraag was of de opening van het Flevoparkbad met een week verlengd gaat worden. Voor alle zwemmers van dat bad is die vraag namelijk belangrijker dan welk wereldnieuws dan ook. De plannen van president Trump met Noord-Korea of Venezuela vallen in het niet bij de datum van sluiting: blijft dat gewoon 3 september of komt er een week bij?

Die vraag is met meer geheimzinnigheid omgeven dan de huidige kabinetsformatie. Daar lekt ten minste zo af en toe nog iets over uit. "Ik kan er niets over zeggen, volgt u maar de berichten op internet", had de kassamedewerker mij nog toevertrouwd. Wie wanneer op welke gronden over de sluiting van het Flevoparkbad beslist, het is het best bewaarde geheim van Amsterdam-Oost.


De badmeester vervolgde.
"We hebben weer een fantastisch buitenseizoen gedraaid, ik moet niet denken aan de dag dat het bad gaat sluiten. Geen rellen, geen opstootjes. Helemaal niks. Ik ken al die jonge gasten uit de buurt, ik geef namelijk ook kickboks- en bokslessen. Vanaf het begin heb ik er mijn stempel opgedrukt met mijn eigen regels. Ze weten het: als ze één keer 'kanker hoer', 'vuile homo' of 'lesbische trut' roepen, krijgen ze een waarschuwing. De tweede keer vliegen ze eruit. Onze reputatie wordt alleen maar sterker, de bezoekersaantallen stijgen. Je kunt de sleutel in je scooter laten steken, daar gebeurt niets mee."
 
Hier sprak een man met passie voor zijn werk, vol trots. Het was aandoenlijk om te zien en te horen, temeer omdat ik de ontspannen sfeer van het zwembad helemaal herken.


Ik wenste hem sterkte voor die laatste week.
"Dank u, heer".


Paul Strijp, 26 augustus 2017

vrijdag 25 augustus 2017

Folderen in de Luppo Stekstraat



Of wij hier uit de buurt kwamen? Neen, dat was niet het geval. Wij bevonden ons nabij de Luppo Stekstraat in Drieborg, provincie Groningen. Een straat vernoemd naar één van de twee hoofdfiguren in het boek De Graanrepubliek van Frank Westerman. Westerman vertelt over de rijke boeren - de tsaren van het graan - en de arme arbeiders. Die laatsten hadden te maken met een hoge werkloosheid, lage lonen en armoedige leefomstandigheden. Luppo Stek bereidde in de winter van 1928 – ‘29 een staking voor die de langste in de Nederlandse geschiedenis bleek te zijn. De arbeiders eisten loonsverhoging, maar de boeren gaven geen cent. De omgeving van de Luppo Stekstraat kent nog steeds veel communistische aanhangers. Welnu, daar waren wij dus.




Hij liep op ons toe. Tenger postuur, lange haren, ongeschoren. Geschatte leeftijd tussen de zeventig en vijfenzeventig.

Ik woon hier nu een klein jaar. Er is hier werkelijk helemaal niks te beleven. Ik woonde met mijn vrouw in Duitsland. Maar zij is bij mij weggegaan. Toen kwam ik terecht op een camping in Vlagtwedde, niet ver hier vandaan. Ook kwam ik op een wachtlijst van de woningbouwvereniging. Vóór de winter moesten ze iets voor me gevonden hebben. En dat hadden ze. In Drieborg. Waar? vroeg ik nog. Drieborg? Nooit van gehoord! 
Oorspronkelijk kom ik uit de Jordaan in Amsterdam. Op een steenworp afstand van het Leidseplein. Nou, daar was altijd wat te beleven. In de Jordaan vroeg je aan je vrienden: kom je ook een biertje drinken? Binnen de kortste keren zat je met acht, negen man voor je huis. Dat is hier allemaal niet. Maar Amsterdam is ook veranderd, hoor. Amsterdam is Amsterdam niet meer. Allemaal Turken en Marokkanen die ze ook nog eens twintig keer kinderbijslag geven. Er zijn hier ook bijna geen cafés of restaurants in de verre omtrek. Het beste kun je naar de Coop in Bad-Nieuweschans gaan. Daar hebben ze een goede frikadel. Als je binnenkomt naar rechts. Je kunt er ook buiten zitten.“

Hij stapte op zijn rammelende fiets. Liet ons nog weten dat je in het leven toch iets moet doen, groette ons en ging verder met het bezorgen van folders.


Paul Strijp, 25 augustus 2017


(Bron: ANWB Wandelgids, Waddenkust 25 wandelingen 10 – 20 km, p. 59).

donderdag 17 augustus 2017

De aanwezigheid van de afwezigheid in Rostock



Landkreis Rostock. Een gebied in de deelstaat Mecklenburg - Vorpommern in Duitsland rondom de havenstad Rostock. Een gebied dat vroeger tot de voormalige DDR behoorde. En dat is nog steeds te zien. Moderne bebouwing en klassieke oostblok-flats wisselen elkaar af. Regelmatig zie je gebouwen waarvan je je afvraagt: wat is hiervan de bedoeling? Slopen of ooit nog een keer herontwikkelen? Laten verdwijnen uit het communistische geheugen of transformeren naar het moderne Duitsland?





Ik moest denken aan de prachtige woorden van Roel Bentz van den Berg.

"De sfeer is er ook een beetje zoals je die aantreft aan de rafelranden van een stad: verlaten fabrieksterreinen, vervallen pretparken, plekken waar je voortdurend de aanwezigheid van de afwezigheid voelt - plekken waar zijn en niet zijn, deze en gene zijde, elkaar overlappen". 
(Filosofie Magazine, april 2016, p.14)


Veel aanwezigheid van de afwezigheid dus, daar in Rostock.


Paul Strijp, 17 augustus 2017


zondag 13 augustus 2017

Makkies in plaats van barbecue-subsidies


Soms kun je je oren niet geloven. Subsidies voor buurt- en straatfeesten. Ze schijnen te bestaan. 750 euro om met elkaar een barbecue te organiseren. Wel een hoop gedoe met papieren rompslomp. Maar als je je daar doorheen hebt geslagen en als je een beetje mazzel hebt, komt de wethouder nog langs om te vertellen hoe geweldig het wel niet is dat je met die barbecue bijdraagt aan de sociale cohesie in de buurt. Dat had jezelf nog niet bedacht. Immers, het is gewoon gezellig en de salades zijn ook dit jaar weer geweldig verzorgd.

Er is schrijnende armoede in Nederland, zo'n beetje alle subsidies zijn inmiddels afgeschaft. De burger heeft steeds minder van de overheid te verwachten en wordt steeds meer op zelfwerkzaamheid aangesproken. Participatiesamenleving. Maar om de een of andere wonderlijke reden kan de burger wel nog een beroep doen op de barbecue-subsidie, óók de burger die 's avonds gewoon naar het Concertgebouw gaat.

Neen, als het om sociale cohesie gaat, kijk dan eens naar het Makassarplein in de Indische Buurt in Amsterdam. Daar hebben burgers een eigen betaalmiddel geïntroduceerd. De Makkie. Wie iets voor de buurt doet, bijvoorbeeld een taart bakken of boodschappen halen voor een zieke buurvrouw, die krijgt een Makkie. En Makkies vertegenwoordigen waarde. Zo kun je met drie Makkies gratis naar de bioscoop in de buurt.

Welk gemeenteraadslid durft het aan om de barbecue-subsidies af te schaffen en tegen boze burgers te zeggen dat ze maar eens op het Makassarplein moeten gaan kijken?

Paul Strijp, 13 augustus 2017

En daarom blijf ik een papieren krant lezen


Waarom lukt het me toch maar niet om de Correspondent te lezen? Met de kwaliteit van die krant is niets mis, integendeel. Zeer gedegen achtergrondartikelen die je in de overige kranten steeds minder treft. Maar het komt er gewoon niet van. De oorzaak? De uitsluitende beschikbaarheid van digitale informatie. 

Die zorgt voor een voortdurende onrust. Veroorzaakt door artikelen die vanuit de zijlijn voorbij trekken of anderszins je aandacht trekken. Maar ook artikelen die je niet ziet maar waarvan je wel weet dat ze er -met één druk op een link- gewoon zijn. Juist die laatste categorie belemmert het lezen van serieuze achtergrondjournalistiek. Die verleiding, zal ik klikken? Je schaamt je er bijna voor, maar online kom je niet meer toe aan een artikel van een kwartier. Bij de papieren versie heb je dat allemaal niet, daar kun je niet doorklikken.

Het ondraaglijke besef van de oneindigheid van beschikbare informatie. Juist om daar weerstand tegen te bieden blijf ik een papieren krant lezen. 

Paul Strijp, 13 augustus 2017

De dropboer in de Van der Pekstraat


Het is de drop van vroeger niet meer.

Vroeger had je Van Ham, een dropboer op de Albert Cuypmarkt. Een vakman die zijn dropsoorten kende en zijn vakliteratuur bijhield. In Maastricht had je ook zo'n autoriteit. Die wist precies wat ik wilde hebben, een combinatie van katjes en muntdrop namelijk en zorgde ervoor dat een afgemeten hoeveelheid op de toonbank klaarlag als hij mij in de verte zag aankomen.

Maar kom tegenwoordig eens om drop. Het is de drop van vroeger niet meer. De drop van Venco bijvoorbeeld. Slap aftreksel. Die van Kleene gaat nog wel, stevig, maar ook niet het niveau van Van Ham. Ik heb me erbij neergelegd, ik heb ermee leren leven.

Tot een tijdje geleden, we slenterden wat over de markt in de Van der Pekstraat in Amsterdam - Noord. Bleek daar een onvervalste dropboer van het kaliber Van Ham te staan.

Het is niet naast de deur, Amsterdam-Noord, ik weet het. Maar ik prijs mij gelukkig, hopelijk zullen de tijden van Van Ham herleven.

Paul Strijp, 13 augustus 2017

De tiramisu van de pizzeria in Pingjum


"En er ligt hier in de buurt ook een pizzeria die een heel goede recensie in de NRC heeft gekregen", haastte de verhuurster van het Friese huisje zich op te merken. Zo van: u komt hier niet alleen voor uw rust, u kunt hier ook lekker eten, dat kan heus niet alleen in de Randstad. Ik interpreteerde haar opmerking dan ook tweeledig. Een goedbedoeld advies maar ook een lichte hunkering naar erkenning.

Meteen was voor ons de kernvraag: en is de tiramisu in die pizzeria lekkerder dan die van oma? Oma is de oma van camping Lucherino in Italië. Wij bezochten die vijftien jaar geleden, ik weet niet eens of oma nog leeft. Maar haar tiramisu was onovertroffen. Kan niet beter. Echt niet.

Licht nerveus gingen we dan ook op zoek naar die bewuste pizzeria. Het bleek te gaan om die in Pingjum. Een Noord-Koreaanse naam voor een lieflijk dorpje van enkele honderden inwoners. En het moet gezegd: in deze pizzeria hangt een Italiaanse sfeer met een Italiaanse kwaliteit zonder dat er Italianen aan te pas komen. De kruiden, de wijn, de bodem van de pizza, allemaal heel erg goed.

Maar dan toch die kernvraag, we kunnen er niet omheen: is de tiramisu in de pizzeria van Pingjum lekkerder dan die van oma? Het voelt als heiligschennis om die vraag bevestigend te beantwoorden. Dat doe ik dan ook niet. De tiramisu van oma moet tot in lengte van dagen een onbereikbare mythe blijven. Maar deze tiramisu komt wel heel dicht in de buurt.

Heel dicht.

Paul Strijp, 13 augustus 2017

Treurnis in Scheveningen



De boulevard in Scheveningen. Ik weet niet of u daar wel eens komt, maar een bezoek is zeker de moeite waard. De tranen zullen u in de ogen springen. U zult de nationale ramp die hier gewoed heeft of dan toch ten minste de nationale treurnis aan den lijve ervaren. Eén grote en goedkope kermis van snackbars, warenhuizen en andere voorzieningen die allesbehalve kwaliteit in zich dragen.

Vergeet u vooral ook niet om even langs het Kurhaus te flaneren. Eind negentiende eeuw gebouwd omdat het Stedelijk Badhuis te klein werd, voorbestemd als een locatie van allure. Een locatie voor de welgestelden.




Het Kurhaus is inmiddels failliet, het kan verkeren. Maar de ruimtelijke kwaliteit eromheen is ook hier voorgoed naar de knoppen. De ontwerpers van het Kurhaus, Henkenhaf en Ebert, draaien zich om in hun graf.

Vreemd genoeg ligt er vlak achter de boulevard wel een gebouw van allure. Residentie Seinpost van Cees Dam, de architect van onder andere de Stopera in Amsterdam. Je kunt die Seinpost mooi of lelijk vinden, maar allure heeft het gebouw wel. Luxe appartementen, gesitueerd op het hoogste punt van Scheveningen en georiënteerd op zon en zee. Met elf torens gegroepeerd in een hoefijzer. En met een gevel met witte tegels die tegen het zeeklimaat bestand zijn.

Hoe heeft het kunnen gebeuren dat de gemeente Den Haag de boulevard heeft laten verkwanselen en één straat verder wel kwaliteit heeft aangebracht?

Paul Strijp, 13 augustus 2017


Ze


In de openbare ruimte maken ze op steeds meer momenten foto's van je die later tegen je kunnen worden gebruikt.

Ze koppelen tegenwoordig steeds meer data aan elkaar waaruit ze een profiel van en voorspellingen over jou afleiden.

Ga er als burger maar van uit dat de informatie die ze over jou hebben fout en gemanipuleerd is.

Als ze jou als burger ooit een keer verkeerd in de systemen zetten, kom je er nooit meer uit. Dat kan dramatische gevolgen hebben zoals wel is gebleken met de zelfmoord van de Russische activist en asielzoeker Alexander Dolmatov.

Ze maken telkens weer een nieuwe inbreuk op de privacy-voorwaarden die horen bij het gebruik van een website.

Ze maken ook veel geheime afspraken tussen overheden en inlichtingendiensten.

Ze eisen ook dat digitale spionnen worden toegelaten die jouw bezoek aan advertenties volgen

Vroeg of laat hacken ze ook jouw gegevens een keer, ga daar maar gerust van uit.


Een aantal lessen en wetenswaardigheden die de auteurs van Je hebt wel iets te verbergen (Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis) onlangs meegaven tijdens een presentatie over hun boek. Duidelijk werd dat "ze"  de grote boosdoener zijn. Maar wie is "ze" ? "Ze" lijkt een grote, anonieme macht die niet aanspreekbaar of controleerbaar is. En die grote delen van de mensheid opzadelt met angst voor de gevaren van onze moderne informatiemaatschappij.

Maar "ze" moet toch gewoon bestaan uit mensen van vlees en bloed die 's ochtends naar hun werk gaan en 's avonds ook wel eens chagrijnig thuiskomen?

Wie zijn "ze" en waar kunnen we hen spreken?

Paul Strijp, 13 augustus 2017

Onze oosterburen, progressief en ongezond


Een jaar geleden las ik het boek Na de oorlog van Tony Judt. Een geschiedschrijving over het naoorlogse Europa. Eén van de zaken die mij het meest trof was de opmerking van Judt dat Duitsland zich onbetwistbaar heeft ontwikkeld tot het centrum van Europa. Zo zie je maar hoe een land kan transformeren, zeker als je bedenkt welke puinhoop Duitsland in alle opzichten vlak na de oorlog was.

Deze zomervakantie zijn wij bij onze oosterburen op bezoek. Als het om die centrumpositie gaat vielen mij vooral de energie-initiatieven op. Hele landschappen die al bedekt zijn met zonnepanelen. Zo ver zijn wij in Nederland nog lang niet. Duitsland toont zich in dit opzicht dus progressief.

Maar het interessants zijn natuurlijk de ongerijmdheden, de ambivalenties. Zaken waarvan je zegt: hé, hoe kan dat nou? In Beieren was dat bijvoorbeeld het overgewicht. Alle vooroordelen kloppen: ook oma's en tantes zitten hier rond het middaguur aan de grote pullen bier en de worsten zijn er gemiddeld drie keer groter dan bij ons. En het moet dan ook gezegd: je ziet weinig strakke lijven in de Lederhose.




Dit bleek geen op zichzelf staande waarneming. Buiten Beieren, om precies te zijn in Thüringen, troffen we op straat verkoopapparaten voor sigaretten. In ons land inmiddels ondenkbaar. Hier allerminst, je kunt zelfs met een pinpas betalen.

Wat maakt het dat onze oosterburen energie wèl en gezondheid niet belangrijk vinden?

Paul Strijp, 13 augustus 2017


vrijdag 11 augustus 2017

Geruststellende mededeling voor jonge ouders



Wat was dat sleuren vroeger. Met de kinderen een middagje naar een museum of naar een natuurgebied. Neen, dat wilden de lieverdjes niet. Dat baarde ons natuurlijk grote zorgen, want: hoe moest dat dan met hun algemene ontwikkeling? Je kon op zondagen toch niet alleen naar speelparadijzen gaan?

En nu, bijna twee decennia later. Met twee kinderen op Texel. Plots roept één van beiden, met een verrekijker om de nek: "Pap en mam, snel! Er zitten hier interessante vogels. Kom ook kijken!". Verwonderd keken we elkaar aan. We waren net zo ontspannen aan het wandelen, moest dat nu echt, vogels kijken?

Het komt uiteindelijk altijd goed met die opvoeding.

Paul Strijp, 11 augustus 2017


Nooit meer boekenbonnen


Dat zag er toch maar mooi strak uit. Boekenkasten op- en uitgeruimd. Zeven kratten met boeken die geen waarde meer vertegenwoordigen weggebracht. Boeken waaraan geen herinneringen kleven en boeken waarvan ik zeker weet dat ik die de rest van mijn leven niet zal lezen. Pulp zogezegd.

Wat overbleef waren de boeken met herinneringen en de nog te lezen klassiekers. De man zonder eigenschappen van Robert Musil bijvoorbeeld. Of het Proces van Franz Kafka. En vele andere natuurlijk. Boeken van soms meer dan duizend pagina's. En hoewel de kast strak uitzag, realiseerde ik me dat ik al die boeken dit leven in elk geval nooit meer uitgelezen krijg. In een volgend leven wellicht, maar in dit aardse bestaan niet meer. Zelfs als ik nu met pensioen zou gaan en alleen maar zou lezen, red ik het niet. Te lage leessnelheid. Bovendien merk ik met het ouder worden dat ik ook veel plezier beleef aan het herlezen en herkauwen van boeken.

Een lichte onrust maakt zich van mij meester. Musil of Kafka, dat soort keuzen zal ik moeten gaan maken. Het is ons nu eenmaal niet gegeven om de wijsheden van alle groten der aarde tot ons te nemen. Het zij zo.

Hoe dan ook, als cadeautje voortaan in elk geval maar geen boekenbonnen meer vragen.

Paul Strijp, 11 augustus 2017

Ik ben Sport in Beeld


Mijn vader had het er altijd over en dan moesten we lachen. Sport in Beeld. "Neen pap", riepen we dan, "Studio Sport!! Sport in Beeld bestaat al lang niet meer". "Oh ja", verontschuldigde hij zich om een volgende zondag weer onverstoorbaar te vragen of we samen Sport in Beeld zouden kijken. Dat was het Studio Sport in zijn vroegere jaren.

Acht uur 's avonds. Moment voor jezelf. Journaal. Sinds mensenheugenis kijk ik dat in mijn eentje. De kinderen halen hun nieuwsinformatie uit allerlei bronnen behalve het Journaal. Een tijdje terug zag ik een grafiek met de leeftijdsverdeling van de journaalkijkers. Conclusie: het journaal is iets voor oudere mensen, dat trekt nauwelijks nog kijkers onder de vijftig jaar.

Het journaal is het nieuwe Sport in Beeld. Als ik mijn kinderen iets vertel wat ik in het journaal heb gehoord, spookt door mijn hoofd: "Man, je bent nu Sport in Beeld".

Paul Strijp, 11 augustus 2017






woensdag 9 augustus 2017

Wat is er toch met de Nuts gebeurd?


Waar de gedachte zo plots vandaan kwam, weet ik nog steeds niet. Maar ineens was hij er, ogenschijnlijk uit het niets. Op een atletiekbaan in Utrecht. Voordat ik het in de gaten had liet ik mij ontvallen: "Bestaat de Nuts eigenlijk nog wel?". Mijn omstanders keken mij licht verward aan. Wat zegt hij nou? De Nuts? Ja, de Nuts. Al in geen jaren meer gezien of gegeten. Maar de verwarring kreeg geen tijd om te rijpen, want een vriendin van onze dochter riep met een zekere triomf: "Ja hoor, net nog eentje gekocht".

Ooit in mijn loopbaan hield ik mij bezig met merken. Een goed merk roept iets in de hersenen van de consument op wat doorslaggevend is op het moment dat hij zijn keuze in het koopproces moet maken. Zoals McDonalds dat doet. Als de gele M, waar ook ter wereld, boven alles en iedereen uit torent in het landschap en de kinderen op de achterbank beginnen te krijsen, weten de ouders dat zij de strijd verloren hebben. Tegen het merk McDonalds is geen kruid gewassen.

In mijn jeugd was dat met de Nuts ook zo. Nuts riep iets in onze hersenen op waardoor we, eenmaal in het snoepwinkeltje beland, altijd kozen voor de kleur geel en de bijbehorende associatie van noten. Dat is niet meer zo. Nuts heeft haar positie in mijn brein verloren maar bestaat kennelijk nog wel.

Wat is er toch met de Nuts gebeurd?

Paul Strijp, 9 augustus 2017

dinsdag 1 augustus 2017

Er moeten meer Akkermannen komen


De aanleiding om er onlangs weer eens te komen was een beetje knullig. Vulpen verloren. Gewoon kwijt, weg. Nergens meer te vinden. Maar op zo'n knullig vergrijp volgt beslist geen straf. Integendeel, een bezoek aan de pennenwinkel Akkermans in de Haagse Passage is een godsgeschenk. 

Een rijzig heerschap treedt je deftig en met respect tegemoet. Beetje type Piet-Hein Donner, de voormalig minister. Man in stijlvol pak, de laatste telg uit een geslacht dat kennelijk altijd in de vulpennerij heeft gezeten.  Beleefd informeert hij naar je voorkeur. Om je vervolgens met een aantal vulpennen te laten schrijven. En om dan de goede vragen te stellen. Hoe ligt hij in de hand? Hoe vloeit de inkt? Wat prefereert u, zwarte of blauwe inkt?

Waar kom je zo'n winkel nog tegen? Waar hoor je tegenwoordig nog de vraag hoe de inkt vloeit? Tegenwoordig hoor je bij elk vraagstuk als oplossing: download de app. Om die vervolgens te gebruiken voor een eindeloze hoeveelheid smilies en likes. Ambachtelijk schrijven met de vulpen bestaat niet meer. Daarmee gaat beschaving verloren.

Er moeten meer Akkermannen komen.


Paul Strijp, 1 augustus 2017

donderdag 29 juni 2017

Dubbele Gründlichkeit in Hannover



Toch weer een sterk staaltje Duitse Gründlichkeit, dacht ik. Alles zo goed geregeld in dit land. Wat was er aan de hand? Bij binnenkomst in station Hannover stond de trein even stil. "We zijn te vroeg, er staat nog een trein voor ons te wachten", liet de conducteur ons weten. Te vroeg, geweldig, kom daar eens om in ons land met al zijn vertragingen, dacht ik. Een gevoel van bewondering voor onze oosterburen maakte zich van mij meester.


Op station Hannover moest ik overstappen, ik snelde naar mijn trein op een ander perron. Niet de trein die ik gereserveerd had, maar een treintje eerder. Moet kunnen, was mij verzekerd, gewoon even vooraf bij de conducteur melden. Die vond de zaak te onbenullig voor woorden en knikte slechts minzaam. Na een klein kwartier kwam een vrouwelijke collega van deze man de kaartjes controleren. In mijn beste Duits, nog steeds van een behoorlijk steenkolen gehalte, legde ik haar de situatie uit. En terwijl ik dat deed was ik trots op mijn Duits en trots op mezelf, ik mocht er wezen. Maar hoe meer mijn zelfrespect steeg, hoe strenger die Duitse juffrouw keek. Ze schreeuwde nog net geen raus, maar haar boodschap had wel die strekking. Mijn zelfrespect daalde net zo snel als het gekomen was. Ik droop af bij het volgende station, hoewel ik vond dat ik er nog steeds wezen mocht.

De Duitse Gründlichkeit, er zitten meerdere kanten aan.



Paul Strijp, 29 juni 2017

zondag 25 juni 2017

Breitner en Israels ruziën aan het Oosterpark


Het Witsenhuis aan het Oosterpark 82 in Amsterdam. Statig herenhuis, voormalig atelier van de schilder Willem Witsen, voormalig woonhuis ook van Marga Minco en Thomas Rosenboom.


Witsen maakte deel uit van de schilderbeweging van de Tachtigers. Daartoe behoorden ook Breitner en Israels. Zij huurden de onder- en bovenverdieping en schilderden de arbeiders in de stad, vaak vrouwen. Die gaven ze dierlijke trekken en extra lelijke gezichten. Ook herintroduceerden zij het naakt in de schilderkunst. Hun vrouwen straalden een seksualiteit uit die voorheen ontbrak.


Deze geestverwantschap kon niet verhullen dat het kon knetteren tussen beiden. Er ontstond onenigheid toen Breitner Israels ervan beschuldigde zijn modellen in te pikken. Maar toen Israels een schilderij van Breitner in een etalage zag hangen, erkende hij in Breitner zijn meerdere.

"Ik dacht, ik schei ermee uit, tegen zulk werk is toch niet op te schilderen. (...) Het is toch een verdomde geschiedenis dat ik juist met die vent die ik juist zoo nodig had nooit heb kunnen opschieten."


Een ultieme verzuchting. Je hoort de vrede terugkeren daar aan het Oosterpark nummer 82.

(Bron: tentoonstelling Rumoer in de stad, Gemeentemuseum Den Haag, voorjaar 2017)

Verdacht door het verlenen van voorrang



Een beetje Amsterdammer zal het herkennen. Het oversteken op een zebrapad in het centrum van de hoofdstad staat gelijk aan harakiri. Pure zelfmoord. Niet doen dus. Vanuit deze wetenschap verleende ik als fietser de afgelopen week die voorrang dan maar uit eigen beweging aan een aantal voetgangers bij een zebra. Die mensen moeten toch een keer over. Een andere fietser, een vrouw van ongeveer dezelfde leeftijd schat ik, volgde mijn voorbeeld. Wij voelden ons weldoeners voor de mensheid, wij vonden dat we wel een standbeeldje verdienden.

Het tegendeel bleek het geval. Een wantrouwende blik van die voetgangers was ons deel. Alsof we twee ontsnapte verdachten waren die snel weer voor een psychische behandeling opgenomen moesten worden. Dit kon niet kloppen, voorrang verlenen in Amsterdam, dit moest snel aangepakt worden. Een bedankje heb ik niet kunnen ontdekken.


Wij keken elkaar aan, wisselden geen woorden maar fietsten met dezelfde glimlach op ons gezicht verder.


Paul Strijp, 25 juni 2017

woensdag 22 februari 2017

Ervaringen met een vluchteling (6): over de beschikbaarheid van toiletten



Daar stond ik dan. Op bezoek bij een Syrische vluchteling met zijn twee kinderen. Klassieke vluchtgeschiedenis: barre tocht door de woestijn en vervolgens met een bootje de Middellandse Zee over. Zeven maanden later al in het bezit van een verblijfsvergunning. In onze termen een èchte vluchteling: een man die bij terugkeer naar zijn land van herkomst te vrezen heeft voor zijn leven.





Door ziekte kon ons gezamenlijke reisje uiteindelijk niet doorgaan. Maar ach, wat had hij zich er op verheugd. Al weken had ik hem gek gemaakt met mijn aankondiging dat we samen naar indoor-atletiekwedstrijden in Apeldoorn zouden gaan. In een grote hal, met wedstrijden op topniveau. Zijn ogen verrieden lust. Ja, daar had hij veel zin in. Dat had hij in Syrië, waar hij zelf toch ook veel aan sport had gedaan, nooit eerder meegemaakt.

"Zijn in die hal ook toiletten?", vroeg hij plots doodserieus.

Paul Strijp, 22 februari 2017

maandag 20 februari 2017

Leve de zorg in Nederland!



Je realiseert je het pas als je weer thuis bent. Als de medische ervaringen van die dag aan je voorbij flitsen. 's Ochtends naar de huisarts. Die je vriendelijk en snel behandelt, je klachten niet helemaal vertrouwt en je doorverwijst. Diezelfde dag kun je nog ergens terecht!

De jongen aan de receptie van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) stelt je op je gemak, maakt een grapje en verricht snel een aantal administratieve handelingen. Naast de juffrouw die het bloedonderzoek verricht loopt een klokje mee. Ik lees ergens het woord "transactietijd". Kennelijk moet ze dat onderzoek binnen een zekere tijd uitvoeren, bij mij redt ze het binnen drie minuten. Die hele machine loopt gesmeerd, over vriendelijkheid heb ik evenmin te klagen. Bij het röntgenonderzoek stond ik binnen vijf minuten weer aangekleed en wel buiten.

Ondertussen kijk je om je heen in dat OLVG. Wat een mensenmassa loopt daar rond. Het beweegt zich allemaal soepel, doelgericht en ontspannen.

Er wordt veel geklaagd over de zorg in ons land. Na een dagje als vandaag prijs ik mij zo ontzettend gelukkig dat ik in Nederland woon.


Paul Strijp, 21 februari 2017

zondag 5 februari 2017

Identiteit kwijt naast Ed



Zij had niet zo maar voor hem gekozen. Neen, zij was voor hem gevallen vanwege zijn avontuurlijke karakter. Niet zeggen dat je graag samen een wereldreis zou willen maken, maar dat gewoon doen. Naar Zuid-Afrika, naar Japan, naar vele andere landen. En dat terwijl ze samen geen cent te makken hadden. Hij verloor zich ondertussen aan zijn passie, fotograferen.



Never a dull moment met Ed. Zo veel wordt wel duidelijk bij een bezoek aan de tentoonstelling De Verliefde Camera in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Gewijd aan het werk van Ed van der Elsken. Met daarin overigens ook onvervalste foto's van het Amsterdam van de jaren zestig en zeventig.




Maar hoe spannend dat avontuurlijke bestaan met Ed ook was, plots was het over en uit voor haar. Gerda van der Veen sprak vrijuit. "Ik verloor mijn identiteit naast Ed. Hij was altijd The Important One met de grote O. Ik besloot bij hem weg te gaan". Na ampel beraad, dat dan weer wel.



Leven met een groot kunstenaar is kennelijk als leven in de schaduw van een grote eik. Daar valt geen licht, daar kun je niet groeien.


Paul Strijp, 5 februari 2017

(bronnen: foto's genomen tijdens tentoonstelling De Verliefde Camera, Stedelijk Museum Amsterdam)

woensdag 25 januari 2017

Ervaringen met een vluchteling (5): over brieven van instanties




Daar stond ik dan. Op bezoek bij een Syrische vluchteling met zijn twee kinderen. Klassieke vluchtgeschiedenis: barre tocht door de woestijn en vervolgens met een bootje de Middellandse Zee over. Zeven maanden later al in het bezit van een verblijfsvergunning. In onze termen een èchte vluchteling: een man die bij terugkeer naar zijn land van herkomst te vrezen heeft voor zijn leven.


Hulpeloos liet hij mij weer een brief van een Nederlandse instantie zien. Wat moest hij daarmee? Een brief van de gemeente deze keer. Ik ging er eens goed voor zitten, want zoveel wist ik inmiddels wel: brieven van instanties houden niet altijd rekening met het taalniveau van vluchtelingen. Sterker, zelfs voor Nederlanders zijn die brieven soms een opgave.


De redenering van de gemeente liep als volgt. U heeft een bijstandsuitkering. Ja, dat klopte en ja dat begreep onze vluchteling. Die krijgt u natuurlijk niet zo maar, daar moet u wel wat voor doen! Check, begrepen. U moet de Nederlandse taal beheersen en als u dat niet doet, nou, dan moet u uw best doen om die taal snel te spreken. Wazige blik van onze Syrische vriend, maar ik legde hem uit dat dit alleszins redelijk was. Welnu, we hebben eens in uw dossier gekeken en vastgesteld dat u geen enkel door ons erkend diploma bezit. De spanning in de huiskamer liep op. Het werd stil, ik moest zelf ook even slikken. Het zou toch niet zo zijn dat hij zijn uitkering zou verliezen. Ik kon zijn ongerustheid dus niet wegnemen. U moet aan de bak en een examen afleggen. Ok, met de voorbereiding daarvan was de beste man al lang bezig.


De sleutelvraag is natuurlijk: en wat gebeurt er als mijnheer dat examen niet behaalt? Heeft dat consequenties voor zijn uitkering? Die vraag werd nergens beantwoord. Maar zie daar. Ergens verstopt in de brief stond een essentieel zinnetje. "Alleen als blijkt dat u niet bereid bent om moeite te doen voor het leren van de taal, kan op termijn de uitkering verlaagd of zelfs beëindigd worden". Hoe en wanneer de gemeente gaat toetsen of mijnheer zijn best doet? Geen woord daarover.


Met dezelfde hulpeloosheid keek hij me weer aan. "Mijn zoon weet dat ik mijn best doe".


Paul Strijp, 25 januari 2017