Daar stond ik dan. Op bezoek bij een Syrische vluchteling met zijn twee kinderen. Klassieke vluchtgeschiedenis: barre tocht door de woestijn en vervolgens met een bootje de Middellandse Zee over. Zeven maanden later al in het bezit van een verblijfsvergunning. In onze termen een èchte vluchteling: een man die bij terugkeer naar zijn land van herkomst te vrezen heeft voor zijn leven.
Hulpeloos liet hij mij weer een brief van een Nederlandse instantie zien. Wat moest hij daarmee? Een brief van de gemeente deze keer. Ik ging er eens goed voor zitten, want zoveel wist ik inmiddels wel: brieven van instanties houden niet altijd rekening met het taalniveau van vluchtelingen. Sterker, zelfs voor Nederlanders zijn die brieven soms een opgave.
De redenering van de gemeente liep als volgt. U heeft een bijstandsuitkering. Ja, dat klopte en ja dat begreep onze vluchteling. Die krijgt u natuurlijk niet zo maar, daar moet u wel wat voor doen! Check, begrepen. U moet de Nederlandse taal beheersen en als u dat niet doet, nou, dan moet u uw best doen om die taal snel te spreken. Wazige blik van onze Syrische vriend, maar ik legde hem uit dat dit alleszins redelijk was. Welnu, we hebben eens in uw dossier gekeken en vastgesteld dat u geen enkel door ons erkend diploma bezit. De spanning in de huiskamer liep op. Het werd stil, ik moest zelf ook even slikken. Het zou toch niet zo zijn dat hij zijn uitkering zou verliezen. Ik kon zijn ongerustheid dus niet wegnemen. U moet aan de bak en een examen afleggen. Ok, met de voorbereiding daarvan was de beste man al lang bezig.
De sleutelvraag is natuurlijk: en wat gebeurt er als mijnheer dat examen niet behaalt? Heeft dat consequenties voor zijn uitkering? Die vraag werd nergens beantwoord. Maar zie daar. Ergens verstopt in de brief stond een essentieel zinnetje. "Alleen als blijkt dat u niet bereid bent om moeite te doen voor het leren van de taal, kan op termijn de uitkering verlaagd of zelfs beëindigd worden". Hoe en wanneer de gemeente gaat toetsen of mijnheer zijn best doet? Geen woord daarover.
Met dezelfde hulpeloosheid keek hij me weer aan. "Mijn zoon weet dat ik mijn best doe".
Paul Strijp, 25 januari 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten