Nadat ik in mijn beste Italiaans heb proberen duidelijk te maken dat het wisselgeld als fooi mag worden gezien, loop ik naar buiten. Voorovergebogen. Heel erg voorovergebogen. Ik realiseer mij het tragi-komische van de situatie, probeer er het beste van te maken door in elk geval mijn broek te sparen. In die poging faal ik. Nog voordat ik op het terras plaatsneem, zit er een niet te ontkennen vlek in. Drie druppels van het nocchiolo ijs die zich gezamenlijk aandienden, met geen mogelijkheid te ontwijken. In de val van die druppels, tergend traag, kon ik nog wel een zekere schoonheid ontwaren.
Maar nu mijn broek! Mijn broek die vanochtend net schoon uit de was kwam. Waarin hij was beland vanwege een vetvlek door een druppelend Italiaans ijsje. "Die Italianen ook", mopper ik. Ongemakkelijk probeer ik mijn schaamte op het terras te camoufleren, maar merk dat een oudere Italiaanse mijnheer mij al lang heeft betrapt. Ik voel mij een ranzig mannetje en neem mij voor om nooit meer Italiaans ijs te eten. Echt nooit meer, moeten ze eerst maar eens leren om ijs op een normale manier te scheppen.
Op straffe van een wasbeurt per dag weet ik dat ik een dag later weer aan de verleiding zal bezwijken.
Paul Strijp, 31 juli 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten