Translate

zondag 29 november 2015

Damiaan Denys, blijf in de collegezaal!



Als ik naar een theater ga, wil ik geraakt worden. Geraakt door de emotie van het toneel, dans of opera. Als ik een goed wetenschappelijk betoog wil horen, kies ik voor een debatcentrum of een collegezaal. Een wetenschappelijk betoog in een theater leidt tot vervreemding. Die was gisteravond goed voelbaar tijdens de voorstelling De wolf en de goudvis van Damiaan Denys in de Griffioen in Amstelveen.

De boodschap van Denys was: angst is niet nodig. Immers, allerhande wetenschappelijk onderzoek toont aan dat we in onze westerse wereld vooral bang zijn voor potentiële risico's. De kans dat we werkelijk het slachtoffer worden van verkeerde voeding, een overstroming als gevolg van de klimaatverandering, ziekten, terrorisme of misbruik van technologie is te verwaarlozen. Kortom, beste mensen: zet uw angsten opzij!

Dat moge allemaal zo zijn, in een theater wil ik die boodschap niet horen. In een theater wil ik de angst juist voelen, hoe irrationeel ook. Weg met de rationeel onderbouwde redenering! De emotie was gisteren slechts heel even voelbaar en dat was dan ook meteen het hoogtepunt van de voorstelling.

Denys vertelde over een vlucht met een luchtballon op grote hoogte. Dan voel je de angst voor de vrijheid. De vrijheid dat je door te springen de mogelijkheid hebt om een einde aan je leven te maken. Dat fragment was duizelingwekkend en deed aan het werk van de Deense filosoof Kierkegaard denken.

Mijnheer Denys, zoek een natuurlijke omgeving voor uw professorale kracht! U heeft een gezaghebbend betoog, maar dat komt in een theater toch maar moeizaam tot zijn recht. En laat dat dansje in de collegezaal dan ook achterwege.


Paul Strijp, 29 november 2015



zaterdag 28 november 2015

De angst voor de kalasjnikov verdampt



Mijn hart versnelde. In het gangpad van de trein kwam een niet-westerse jongen naast me zitten. Heel dicht naast me. Na de aanslagen in Parijs regeert de angst in Europa. Die angst heeft ook mij in zijn greep. Zeker als dagelijks treinreiziger. Toch besloot ik te blijven zitten.


"Bent u een zakenman?", vroeg hij plots aan me. "Neen", antwoordde ik afgemeten. Korte pauze. "Heeft u dan wel een snelle auto?", klonk het even later. In iets uitgebreidere bewoordingen liet ik hem weten dat ik wel een auto had, maar geen snelle. Hij had die wel. In Marokko. Daar had je geen verzekering nodig, betaalde je geen belasting en kon je dus lekker scheuren. Om vervolgens te bekennen dat hij twee jaar vastgezeten had. Voor handel in verdovende middelen.

"Je kunt beter in Nederland zitten dan in België. Belgie is een kut land". Ik vroeg hem waarom Belgie een kut land is. "Als je geld hebt, word je in de gevangenis goed behandeld. Heb je dat niet, dan ga je met zijn drieën in een cel". Vloeiend maakte hij de overgang naar het geloof. "Je moet mensen vrij laten in de keuze voor hun religie. Als ik later kinderen heb, zal ik tegen hen zeggen: zoek zelf maar uit welk geloof het best bij je past".

Ik voelde hoe mijn angst langzaam verdampte. Hoe ik langzaam sympathie voor hem kreeg. Bij het verlaten van de trein schudde ik hem de hand.


Paul Strijp, 28 november 2015

zondag 22 november 2015

Genieten van Martin Bril, boven de urinoir



Het plassen kon mij niet lang genoeg duren. Ik hing boven de urinoir en genoot. Genoot van het gedicht van Martin Bril. Aan de muur van het herentoilet in een conferentieoord ergens in het oosten van het land.


Kunst

Wat we willen
Momenten
Van helderheid
Of beter nog: van grote
Klaarheid

Schaars zijn die momenten
En ook nog goed verborgen

Zoeken heeft dus
Nauwelijks zin, maar
Vinden wel

De kunst is zo te leven
Dat het je overkomt

Die klaarheid, af en toe.

 
Afbeeldingsresultaat voor martin bril
 
 
 
En op hetzelfde moment dwaalden mijn gedachten in de richting van Siddharta, de klassieker van de Duitse schrijver Herman Hesse.
 
 
 
"Wanneer iemand zoekt", zei Siddharta, "dan kan het licht gebeuren dat hij alleen oog heeft voor hetgeen hij zoekt, dat hij zichzelf niet toestaat om iets te vinden, verblind is omdat hij alleen maar aan datgene denkt waarnaar hij op zoek is, omdat hij een omschreven doel heeft, en van dat doel bezeten is.
 
Zoeken betekent: een doel hebben. Vinden daarentegen: vrij zijn, open staan, geen doel hebben. U eerwaarde, bent misschien inderdaad een zoeker, want terwijl u uw doel nastreeft, ziet u veel over het hoofd, van wat zich dicht onder uw ogen ophoudt."


Of het gedicht van Bril dus helemaal origineel is, betwijfelde ik. Oordeelt u zelf!

Maar ach, wat doet het er ook toe? Het plassen kon mij niet lang genoeg duren.


Paul Strijp, 22 november 2015
 
 
 


zaterdag 14 november 2015

Felix Nussbaum, de beklemming en het gebak in Osnabrück



Geert Mak noemde hem de schilderende Anne Frank. En vroeg zich af waarom er geen lange rijen met wachtende bezoekers staan voor het aan hem gewijde museum in Osnabrück. Neen, die rijen zijn er dus niet.

Wel permanente achtergrondgeluiden van een trein naar Auschwitz. In een beklemmend gebouw van de joodse architect Daniel Libeskind. Met grote zalen met indringende schilderijen. Daarin is de angst en de wanhoop te lezen van de mensen die de verschrikkingen van nazi-Duitsland aan den lijve ondergingen. Zoals Anne Frank die angst en wanhoop beschreef, zo liet hij die met zijn penseel zien.







Felix Nussbaum. Een joodse schilder die zijn hele leven lang op de vlucht was. Een marginaal bestaan als kunstenaar leidde en eerst decennia na zijn dood in Auschwitz, artistieke erkenning kreeg. 


Nussbaum was geen blijmoedige man. Ook het aan hem gewijde museum laat je eerder de duistere dan de lichte kanten van het bestaan voelen. Gelukkig kun je in Osnabrück verrukkelijk gebak eten. Dat biedt het noodzakelijke tegenwicht.






Ga naar Osnabrück! Ga naar de Lotterstrasse 2!



Paul Strijp, 14 november 2015



maandag 9 november 2015

De matrassenmakers als lichtend voorbeeld voor het Nederlands voetbal



De matrassenmakers worden ze genoemd. Los colchoneros. Tegenhanger en aartsrivaal van de Koninklijke. Waar de Koninklijke het grootkapitaal en de elite vertegenwoordigt, verenigt deze club de working class. Opgericht in 1903. Club Atlético de Madrid.


 
 
 
Onlangs bezocht ik samen met mijn zoon de wedstrijd Atlético - Valencia. In Estadion Vicente Calderón. Schitterend gelegen aan de rivier Manzanares, boven een autoweg. Het werd een avondje modern voetbal. Waar het Nederlands voetbal volgens Belgische en Duitse experts tegenwoordig lijdt aan een eenzijdige nadruk op techniek, zagen we bij de matrassenmakers indrukwekkend totaalvoetbal.
 
Passie. Technisch soms zeer hoogstaand, zoals dat staaltje uitverdedigen in het eigen strafschopgebied door middel van een hakje naar de cornervlag. Snelle combinaties in de kleine ruimte. Fysiek sterk. En met veel balverlies, óók dat. Maar dat verlies werd ogenblikkelijk goedgemaakt door een ongekende felheid waarbij drie matrassenmakers de tegenstander-met-bal bestormden. Danny Blind, onze bondscoach, zou er goed aan doen om zijn internationals mee te nemen naar een avondje Atlético.
 
 
 
 
 
 
De working class is enthousiast. Een schare van 55.000 supporters begeleidt een spelerswissel standaard met een staande ovatie. Het taalgebruik is overigens niet altijd even fijnzinnig. Cabron, cerdo de mierda, puta madre.
 
De vertaling zal ik u besparen.
 
 
Paul Strijp, 10 november 2015



zaterdag 7 november 2015

Stewards of toch maar gewoon een pelotonnetje ME-ers?



Als ik commandant der strijdkrachten was geweest (en gelukkig ben ik dat niet), maar stel dat, dan had ik het sein geloof ik wel op groen gezet. Ik had tegen de jongens van de mobiele eenheid gezegd: "Jongens, go! Er op af".



 
Afbeeldingsresultaat voor mobiele eenheid




Telstar - AZ. Vorige week donderdag. Een onvervalste Noord-Hollandse bekerderby die garant leek te staan voor een heerlijke pot voetbal. Zacht herfstweer bovendien. Dat viel allemaal even tegen. Het voetbal was niet om aan te zien. Maar wat erger was, de sfeer op de tribunes was allesbehalve gemoedelijk. Integendeel, die sfeer was ronduit grimmig. Beide supportersgroepen bestormden elkaar als leeuwen en gingen elkaar te lijf met vuurwerk dat niet bepaald in de categorie rotjes viel. Eerder van dat zware vuurwerk dat je ook wel eens met de jaarwisseling hoort en waarvan je ogenblikkelijk weet: dit deugt niet, dit vuurwerk komt niet van de Hema. Welnu, dat vuurwerk dus viel midden tussen de mensen.

Het werd er zogezegd niet gezelliger op. En ondertussen zag je hoe de stewards van de thuisclub te nauwernood op de been bleven. Je was hier getuige van de uitwerking van een moderne filosofie waarbij de ME niet wordt ingezet teneinde escalatie te voorkomen. Ik vond dat de samenleving op deze wijze te veel vraagt van de stewards. Na afloop van de wedstrijd zag ik de ME-ers in hun busje zitten. Zij hielden alles netjes in de gaten. Eén ding wist ik zeker: zij hadden die avond géén klappen gehad, de stewards mogelijk wel.


Afbeeldingsresultaat voor stewards voetbal


Waar ligt de grens? Wanneer sturen we het zwaardere geweld op de supportersgroepen af? Gelukkig ben ik geen commandant der strijdkrachten.


Paul Strijp, 7 november 2015