Bedankt voor uw bezoek! In dit blog schrijf ik korte verhalen over alledaagse zaken. Uw reacties stel ik zeer op prijs. Zie ook mijn twee andere weblogs: www.boekbesprekingenPaulStrijp.blogspot.com en www.portrettenPaulStrijp.blogspot.com
Translate
zaterdag 30 augustus 2014
Ondernemerslef of ondernemerswaanzin?
Ik ben een echte ambtenaar. Al mijn hele leven. En heb dan ook een grenzeloze bewondering voor mensen die kunnen wat ik niet kan: ondernemen. Mensen die een idee hebben, niet zeker weten of dat tot succes leidt, risico nemen en dat idee vervolgens winstgevend maken. Ik heb tal van ideeën, maar het vermarkten daarvan, neen, daarvoor ben ik niet in de wieg gelegd.
Tegen deze achtergrond volg ik op dit moment in onze woonplaats een fascinerend tafereel. Een klein en knus winkelcentrum. Al vele jaren een stabiele markt voor levensmiddelen en andere dagelijkse benodigdheden. Een supermarkt, een drogist, een slagerij, een slijterij, een bloemist en nog zo wat andere zaken. Niets bijzonders dus. Maar de laatste maanden gaat het snel. Zoals in de rest van het land vallen winkeliers om. Het reisbureau, de drogist en de slijter hebben een leeg pand achtergelaten. Nieuwe huurders zijn er nog niet.
En toen in één keer waren ze er. Twee energieke jongens die in een kleine winkel wasmachines, koelkasten, drogers en andere elektronica aan de man proberen te brengen. Een volstrekt ander assortiment dus dan de fast moving consumer goods, de levensmiddelen, van de overige winkeliers. Tot dusver heb ik nog niet één klant gezien. De twee jongens lijken vooral druk met zichzelf. Veel dingen achter de computer regelen, druk, druk, druk en een gezichtsuitdrukking die vooral verraadt dat het allemaal heel belangrijk is wat ze doen.
Bewondering voor deze jongens, die durven. Als echte ambtenaar scepsis of ze het wel gaan redden. En een gevoel van veiligheid en zekerheid dat ik die risico's niet hoef te nemen.
Als verstokte ambtenaar houd ik mijn hart vast, maar gun ik hen het beste.
Paul Strijp, 30 augustus 2014
donderdag 28 augustus 2014
De natuur doet gewoon zijn werk
Het is koud en het regent. Het is herfst. En toch is het pas augustus. De seizoenen komen tegenwoordig steeds vroeger. Of verdwijnen helemaal. Misschien bent u het al weer vergeten, maar dit jaar sloegen we de winter over. En in 2013 hadden we géén lente. Tijdens sportwedstrijden in mei van dat jaar liepen de kinderen dik ingepakt met wintermutsen rond. Een week later hadden we zomerse temperaturen.
Ik moet denken aan de film La cinquième saison. Een film waarin de natuur weigert op gang te komen. De lente blijft uit, insecten verdwijnen, koeien weigeren melk te geven en door het gebrek aan gewassen dreigt er hongersnood.
Meestal is de werkelijkheid gruwelijker dan de verbeelding van een film. In dit geval gelukkig niet. Bij ons komt de natuur wel degelijk op gang, zij het sneller of langzamer dan normaal. Mijn vriend Jan, afkomstig uit de kop van Noord-Holland, vertelde mij dat de hyacinten, de narcissen en de tulpen normaal gesproken met een tussenperiode van vijf weken tot bloei komen. Keurig op volgorde: eerst de hyacinten, dan de narcissen en tot slot de tulpen. Zo niet in 2013. Toen de lente maar niet wilde komen, stonden deze bloemen er in één keer. Zo maar, uit het niets. Begin dit jaar dienden de bijen zich al in februari aan. En nu in augustus liggen de bossen vol met kastanjes.
Het klimaat verandert. De seizoenen verslikken zich zo nu en dan. De mens raakt er maar niet over uitgepraat. En de natuur? De natuur, die zeurt nergens over, past zich aan de seizoenen aan en doet gewoon haar werk.
Paul Strijp, 28 augustus 2014
vrijdag 22 augustus 2014
25 euro voor een zwemkaartje
"De kracht van ons dorp is dat er werkelijk niets te beleven valt. Daarvoor komen de mensen naar Reillane". Die woorden sprak de eigenaar van een huis dat wij ooit huurden in een klein dorpje in de Provence. Ik moet er aan denken als ik ga zwemmen in het Flevoparkbad in Amsterdam-Oost.
Een klassiek buitenbad. Geen toeters en bellen. Niks glijbanen, niks luchtbedden. Gewoon een rechttoe - rechtaan vijftig meterbad met koud water en chloor. Met langs het bad een douche met ook alleen koud water. En een vast telefoontoestel aan de muur zoals je dat nog zelden ziet. Vijf, hooguit tien zwemmers die hun baantjes trekken. Een badmeester die doet alsof hij toezicht houdt maar zich in gedachten zal afvragen wat hij vanavond gaat doen. En zich ondertussen dood verveelt. Zo'n bad dus.
Na vier uur 's middags betaal je 1.50 euro voor een toegangskaartje. Net als bij een goede theatervoorstelling zou ik er 25 euro voor willen neerleggen. En in de winter het dubbele.
Paul Strijp, 22 augustus 2014
Bramen van de buren
Afgelopen zomer in de Provence in Frankrijk. Uitgestrekte wijnvelden, druiven blauw en groen. Bij het uitlaten van de hond kon ik het niet laten om af en toe een trosje te plukken. En het moet gezegd: de druiven smaakten héérlijk. Na drie dagen vroeg ik mij af: hoe ver kun je daarmee gaan? Hoeveel druiven mag je plukken? Wanneer berokken je de wijnboer economische schade en -sterker- wanneer is er sprake van diefstal? Hoewel de velden oneindig waren, schrok ik van mijn eigen vraag.
Terug in onze eigen woonplaats herhaalde de wijnvelden-scène zich op kleinere schaal. De bramen van de buren reiken tot het hek van onze tuin. Twee braampjes per dag, dat moet toch kunnen. Hmmm, dacht ik, dat zijn er toch veertien per week. Waar ligt de grens? Een simpel rekensommetje leerde dat ik op die manier de oogst voor mijn buren toch aanzienlijk zou schaden. Wederom die schrik.
Het ethisch dilemma komt in de kern dus neer op de vraag: hoeveel bramen mag ik van mijn buren pikken? Mijn antwoord: eentje per week. Als niemand kijkt. Mocht ik mij ooit moeten verantwoorden voor het aangezicht van buurman, God of rechter, dan durf ik hen met dat antwoord recht in de ogen te kijken.
Onze buren lezen geen weblogs.
Paul Strijp, 22 augustus 2014
dinsdag 19 augustus 2014
Verwondering over een handjevol bloemen
Een bloemetje. Een - soms wat plichtmatig- gebaar van de man die er doorgaans zelf niet al te veel plezier aan beleeft. Het bloemetje is voor de vrouw. Burgerlijker kan bijna niet. Toch zijn er uitzonderingen. Het boeket van de winkel Bloem en Zee in IJburg in Amsterdam. Dat is een belevenis, ook voor de man. Tot mijn eigen schrik betrapte ik me er de afgelopen week zelf op. Hier is sprake van een breuk: deze bloemen zijn ook een beetje voor mij.
Het boeket is ongelijksoortig. Weliswaar allemaal veldbloemen, maar het voelt toch wat ongemakkelijk. Dit boeket past niet, is je eerste reactie. Geen homogene bos zoals bij tulpen of rozen. Maar juist door die onconventionele compositie krijg je er geen genoeg van. Kort, lang, dik, rank, geel, wit, paars. Sommige kwetsbaar, andere krachtig. En word je geraakt door de schoonheid, de trots en de elegantie van elke individuele bloem. Die zorgt voor een opgeruimd humeur. Dit boeket is een klein kunstwerk, Bloem en Zee een atelier.
Nooit geweten dat bloemen voor zo veel verwondering, ontroering en levensvreugde kunnen zorgen.
zaterdag 16 augustus 2014
ANWB, einde van een religie
Mijn vader droeg vroeger, toen hijzelf nog auto reed, het bedrijf op handen. Vertrouwen, veiligheid, vriendelijkheid. Dat waren de waarden die de ANWB voor hem vertegenwoordigden. Soms deed zijn geloof in het bedrijf mij aan een lichte vorm van religie denken. Een enkele keer bestelde hij de Wegenwacht voor de deur zonder dat hij daadwerkelijk pech met zijn auto had. Gewoon, het gevoel dat dat gele autootje hem gaf in combinatie met de vriendelijkheid van het personeel. De ANWB die net onder God stond.
Die religie heeft hij op mij overgedragen. En ik moet zeggen: dat is hem redelijk gelukt. Op mijn achttiende (!) werd ik lid, inmiddels heeft mijn lidmaatschap de platina status. En als we in die 33 jaar op vakantie gingen, dan hadden we de reis- en kredietbrief geregeld voordat de vakantiebestemming gekozen was.
Ik kan u melden dat ik afgelopen zomer keihard van mijn geloof ben gevallen. De ANWB brengt u verder, zegt de ANWB op televisie over zichzelf. De ANWB brengt u helemaal niet verder. De details zal ik u besparen, maar de ANWB laat haar platina leden in de kou staan, komt afspraken niet na en heeft een telefonische dienstverlening die af en toe hilarisch is.
Hoe vertel ik het mijn vader?
Paul Strijp, 16 augustus 2014
Ik kan u melden dat ik afgelopen zomer keihard van mijn geloof ben gevallen. De ANWB brengt u verder, zegt de ANWB op televisie over zichzelf. De ANWB brengt u helemaal niet verder. De details zal ik u besparen, maar de ANWB laat haar platina leden in de kou staan, komt afspraken niet na en heeft een telefonische dienstverlening die af en toe hilarisch is.
Hoe vertel ik het mijn vader?
Paul Strijp, 16 augustus 2014
donderdag 14 augustus 2014
Dafne Schippers, supervrouw vanwege haar vergevingsgezindheid
Zonder dat we het zelf in de gaten hadden, waren we getuige van een groots sportmoment. Dat moment leek te zitten in de verbetering van een Nederlands record, maar was eigenlijk veel subtieler. Wat was er aan de hand?
Het Olympisch Stadion in Amsterdam, een aantal weken geleden. Het Nederlands Kampioenschap Atletiek. Wij zaten op de hoofdtribune, wachtend op de 400 meter van onze dochter. Vanaf die plek word je vermaakt, overal zie je topatletiek. Pal vóór ons speelde zich het verspringen af. Als Dafne Schippers springt, ga je er natuurlijk even goed voor zitten. Haar eerste sprong was meteen overweldigend, gejuich vanaf de tribune. Iedereen in afwachting van de gesprongen afstand. Maar die afstand kwam maar niet. Niemand begreep waarom. Lichte irritatie bij de topatlete, maar zonder al te veel morren zette ze aan voor haar volgende sprongen. En die waren fenomenaal! Haar vijfde sprong bedroeg 6.78 meter, een verbetering met drie centimeter van het nationaal record dat al achttien jaar stond. Vreugde alom! Ik prees me gelukkig dit moment te hebben meegemaakt.
Een dag later was ik toevallig bij een persconferentie van kinderen, in datzelfde Olympisch Stadion. Jonge pupillen interviewden Dafne Schippers. "Wat gebeurde er gisteren bij die eerste sprong, Dafne?", werd haar gevraagd. "Oh, een vrijwilliger had het zand al geëgaliseerd voordat mijn afstand was gemeten", antwoordde zij nuchter. Dat is toch een ultieme nachtmerrie voor een jury. "En wat vond je daarvan?", wilde een van de pupil-journalisten dan ook wel eens weten. "Och ja, ik vond het niet leuk, maar iedereen maakt wel eens een fout", zei ze weer even nuchter.
Wat een kanjer, die Dafne. De gemiddelde topsporter zou na zo'n vergissing enorme stampei hebben gemaakt. Zou geprotesteerd hebben bij de jury en stampvoetend de baan hebben verlaten. Zij niet. Natuurlijk baalt zij heel even, maar zij laadt zich vervolgens op, vraagt het publiek om haar aan te moedigen en springt een record aan flarden.
Dafne Schippers is ons nieuwe nationale sportidool. Niet vanwege haar prestaties, maar vanwege haar vergevingsgezindheid naar al die mensen die een kampioenschap mogelijk maken.
Paul Strijp, 14 augustus 2014
Wat een kanjer, die Dafne. De gemiddelde topsporter zou na zo'n vergissing enorme stampei hebben gemaakt. Zou geprotesteerd hebben bij de jury en stampvoetend de baan hebben verlaten. Zij niet. Natuurlijk baalt zij heel even, maar zij laadt zich vervolgens op, vraagt het publiek om haar aan te moedigen en springt een record aan flarden.
Dafne Schippers is ons nieuwe nationale sportidool. Niet vanwege haar prestaties, maar vanwege haar vergevingsgezindheid naar al die mensen die een kampioenschap mogelijk maken.
Paul Strijp, 14 augustus 2014
woensdag 13 augustus 2014
Mam, is materiële pech echt geen pech?
De belangrijkste levenswijsheden krijg je mee van je ouders. Zo leerde ik al vroeg van mijn moeder: "Jongen, materiële pech is geen pech". Een wijsheid die wij weer op onze kinderen hebben overgedragen. Elk verdriet of zelfmedelijden rondom een defecte computer bijvoorbeeld, bestraffen zij genadeloos met deze woorden. "Pap, zoals oma altijd zegt: .....".
De afgelopen vakantie zijn deze woorden regelmatig door mijn hoofd geschoten. Toen wij voor de derde keer in een week met autopech werden geconfronteerd, de ANWB ondanks vele toezeggingen maar niet terugbelde, wij op een goed moment met drie kinderen en een hond op straat stonden omdat ons huurcontract was afgelopen en alle garages in Frankrijk gesloten waren, de stress er niet bepaald minder op werd, de kosten heel langzaam maar gestaag de pan uitrezen, toen dus.
Toen heb ik mij wel eens stampvoetend afgevraagd: "OK lieve moeder, inderdaad, wij leven nog allemaal en met onze gezondheid is niets mis, maar is deze materiële ellende nu echt geen pech?". En nu wij weer allemaal thuis zijn, gezond en wel, denk ik: neen, dit was inderdaad geen pech. Dit mocht geen naam hebben, wij hadden hooguit een beetje tegenslag.
Levenswijsheden van moeders verdampen niet.
Paul Strijp, 13 augustus 2014
dinsdag 5 augustus 2014
Radeloosheid van een jonge vader
Het hele tafereel duurde nauwelijks vijf minuten. Hij deed zichtbaar zijn best om een betrokken jonge vader te zijn. Een Fransman van een jaar of dertig. Op de camping. Had net een partijtje tafeltennis gespeeld en zat nu op een bankje te staren naar zijn e-reader. Lezen was het niet wat hij deed, eerder wezenloos naar zijn apparaatje turen. Vermoeid, oververmoeid liep hij het grasveld op. Gaf plichtmatig een knuffel aan zijn zoontje van drie, wisselde een paar woorden met zijn partner en legde wat spullen in de auto. Daarna trapte hij tegen een bal, zielloos. De bal ging drie meter naast het doel. Deed er ook niet toe, hij had net zo goed niet kunnen trappen.
Misschien had de man andere zorgen aan zijn hoofd, maar zo te zien viel het vaderschap hem zwaar. Totale verveling en radeloosheid, zinloosheid van het bestaan ook wel. Zo leek het.
Uit eigen ervaring weet ik dat jonge vaders vermoeider zijn dan oudere vaders. De tijd van onze Fransman komt nog wel. Of vormen die radeloosheid en dat zoekende nu juist een blijvend en essentieel onderdeel van ons bestaan?
Paul Strijp, 5 augustus 2014
Alleen Nederlanders hebben pech
De man zat al heel wat jaren in het vak. Het vak van verhuurder van een groot huis in de buurt van Fontainebleau. Samen met zijn vrouw. Maar dit had hij duidelijk nog nooit meegemaakt. Huurders uit Nederland die een week zouden blijven, maar vanwege autopech twee dagen later arriveerden. Die halverwege de week voor een ander defect diezelfde auto naar een garage moesten laten verslepen. En die bij vertrek, aan het einde van hun week, niet konden vertrekken vanwege .... ja juist, een derde tekortkoming aan hun voertuig.
Hij moest zijn houding bepalen ten opzichte van ons. De koele zakelijkheid van een verhuurder en de medemenselijkheid zoals je die ook wel naar vluchtelingen betracht, streden om de voorrang. In de hulpvaardigheid waarmee hij ons al die dagen van vervoer heeft voorzien, won die medemenselijkheid het royaal.
Zijn laatste woorden zal ik nooit vergeten. "Wij krijgen al vele jaren gasten uit vele landen. Fransen en Duitsers hebben nooit pech. Scandinaviers vliegen altijd, net als de Amerikanen, de Canadezen en de Australiërs. Alleen de Nederlanders hebben altijd pech".
Met mijn onderhoudsbeurten en mijn APK- keuring netjes op zak, vroeg ik mij af: wat doen wij in Nederland verkeerd?
Paul Strijp, 5 augustus 2014
Collega op de camping
Het was een kleine camping. Zo'n camping waar je elkaar onmogelijk kunt vermijden. Een centraal huis met wat kamers en verder een handjevol tenten. Ik boog me voorover om het pingpong-balletje op te rapen. En in de verte zag ik haar lopen, onmiskenbaar. Een collega, in het dagelijkse werk niet zo heel veel contact mee, sympathiek.
Direct schoot het scenario voor de resterende twee dagen op deze camping door mijn hoofd. Onmogelijk om elkaar te ontlopen, dus een praatje over het werk, de vakantie tot dusver en de verdere plannen, kennismaking met de rest van het gezin. En het ergste van alles: in zwemkleding samen aan de rand zitten van dat kleine bad en de ander baantjes zien trekken. Ik wil me voor de hele wereld in mijn zwembroek vertonen, maar niet voor een collega. En dan dat onvermijdelijke: "Heerlijk hè, geniet er nog maar van, want volgende week moeten we weer gewoon aan het werk".
Daar had ik allemaal geen zin in. Vraag me niet waarom, want nogmaals: dit was een sympathieke collega. Maar ik had er gewoon geen zin in. We hebben elkaar niet ontmoet. Als een mensenschuw persoon heb ik haar gangen gevolgd. Vanachter het raam van onze kamer, vanuit mijn ooghoeken tijdens het tafeltennis, vanachter de struiken bij de parkeerplaats.
Volgende week ontmoet ik haar op kantoor. Dan groet ik haar vriendelijk. En als ik het lef heb, informeer ik belangstellend naar haar vakantie.
Paul Strijp, 5 augustus 2014
Abonneren op:
Posts (Atom)