Translate

zondag 29 mei 2016

Niet iedereen hoeft een Ben Bril te zijn



Tachtig jaar later is Ben Bril de grote held. Ben Bril, een joodse bokser die in 1936 weigerde naar de Olympische Spelen in Berlijn te gaan. Spelen die door Hitler werden aangegrepen voor een zelden vertoond machtsmisbruik. De sporters die wèl gingen, stonden erbij en keken ernaar. Achteraf kun je de vraag stellen: valt deze sporters iets te verwijten?


Auke Kok schreef er een boek over. En afgelopen donderdag gaf hij een lezing in de Linnaeus Boekhandel in Amsterdam. 


De verhalen over Rie Mastenbroek en Tinus Osendarp, een zwemster en een atleet die wèl naar de Spelen gingen, blijven het meest hangen. Na de oorlog werden zij benaderd als twee schlemielen. Behandeld als twee paria's. Bij Osendarp kwam dat ook omdat hij schermde met een getuigschrift dat hij van Hitler tijdens de Spelen had ontvangen. Niet netjes allemaal, onbenullig zelfs en moreel zonder meer verwerpelijk.


Toch is er ook een keerzijde. Sporters zullen toen ook jarenlang getraind hebben. En juist toen zij klaar waren voor de Spelen, was Hitler op het hoogtepunt van zijn macht en roem. Hoe reëel was het in die tijd om op dat moment van deze vaak jonge sporters te verwachten van deelname af te zien?


Sport en politiek is een vraagstuk dat mij na aan het hart gaat. Ik studeerde er ooit op af. En leerde toen dat voor de sportwereld vroegtijdigheid van groot belang is. De sportbestuurders vertelden mij best over een boycot van een omstreden sportevenement te willen praten, maar alléén als dat vroegtijdig gebeurt. Een aantal jaren vóór dat evenement dus. Als je dan tot een boycot besluit, kunnen de sporters zich een vergeefse jarenlange voorbereiding besparen.


Met deze wetenschap schreef ik onlangs een artikel over het WK Voetbal 2018 in Rusland.


http://www.nrc.nl/handelsblad/2015/08/05/besluit-tot-boycot-wk-voetbal-nu-aan-de-orde-1521130



Vanuit de sportwereld klonken er geen reacties op mijn verhaal. Hoeft ook niet natuurlijk, ik ben slechts een betrokken burger. Onze jongens beginnen in het najaar dan ook zonder enige scrupules aan de kwalificatie voor dat WK. Maar wie weet wat ons over twee jaar in Rusland te wachten staat, mochten we ons kwalificeren? Over die vraag ligt niemand wakker. Het zal vast en zeker niet zo'n afgrijselijk evenement worden als de Spelen in 1936, daarvoor is de context totaal onvergelijkbaar. Maar wat doen we als Poetin de komende twee jaar nog een paar gekke manoeuvres maakt? Een scenario dat toch niet geheel ondenkbaar is. De KNVB zal dan vast antwoorden dat er geen weg meer terug is.


Tachtig jaar later moeten we mild zijn in ons oordeel, niet iedereen is een Ben Bril.


Paul Strijp, 29 mei 2016

zondag 15 mei 2016

Alzheimer-patiënten zijn levenskunstenaars



Hij zat heerlijk in de zon. Te genieten. In een sfeervol voetbalstadion waar een spannende wedstrijd gaande was. Van die wedstrijd kreeg hij niet al te veel mee. Van de zon en de sfeer des te meer. Als het hele publiek opstond en zong "Sta op en klap voor MVV", dan stond hij op en klapte mee.


Mijn gedachten gingen naar een college dat ik ooit kreeg van Marian Verkerk, hoogleraar zorgethiek. "Als de cognitieve functies van patiënten met Alzheimer wegvallen, genieten zij vaak des te meer van zintuiglijke ervaringen. Aanraken, warmte, dat soort zaken".








Na afloop van de wedstrijd liepen we naar de parkeerplaats en hij vroeg naar de eindstand. "0-1", antwoordde ik. Hij dacht dat er veel meer doelpunten gemaakt waren. Thuis aangekomen wist hij al niet meer dat we naar het voetbal waren geweest. Maar wat had hij een fijne avond gehad.


Als deze patiënten de fase voorbij zijn waarin ze zich pijnlijk bewust worden van het feit dat ze permanent en ernstig vergeetachtig zijn, dan doen ze datgene wat gezonde mensen zich hun hele leven voornemen maar waarin maar weinigen slagen.


Leven in het nu.


Paul Strijp, 15 mei 2016

donderdag 5 mei 2016

Zelftwijfel in de geest van Louis van Gaal



Een weekje meivakantie. Een weekje dat zich leent voor wat diepere reflectie. Je leest de kranten net iets uitvoeriger. Twee berichten van afgelopen week doen mij aan mezelf twijfelen.

Bericht 1. Uitvaarten blijken tegenwoordig regelmatig veldslagen. Het komt voor dat aanwezigen in een crematorium bloemstukken naar elkaar smijten. De politie moet er dan aan te pas komen om de strijdende partijen uit elkaar te halen. Ook komt het voor dat linten van bloemstukken opgerold moeten worden zodat anderen niet kunnen zien welke namen erop staan. Personeel van uitvaartmaatschappijen gaat massaal naar weerbaarheidstrainingen (de Volkskrant, 29 april 2016).


Bericht 2. Jongeren die zich in coma zuipen. Het worden er steeds meer, vorig jaar al 20% meer dan het jaar ervoor. En ze worden steeds jonger. Vaak zijn ze pas dertien of veertien jaar. Op zaterdagavond zweven zij een paar uur tussen leven en dood. Uitgedroogd en met een veel te lage hartslag. En houden daarmee tien tot vijftien bedden bezet op de intensive care (de Volkskrant, 30 april 2016).


Vrij naar Louis van Gaal vraag ik mij aan het einde van deze week af: wordt de wereld inderdaad steeds gekker of word ik gewoon een oude zuurpruim?



Paul Strijp, 5 mei 2016

woensdag 4 mei 2016

Een eigen toilet voor restaurant De Oude Sluis in Zoutkamp!


Twee jonge mensen die aan een gedurfd experiment zijn begonnen. Een restaurant in the middle of nowhere. In Zoutkamp om precies te zijn. Zoutkamp? Ja, Zoutkamp. In Noord-West Groningen. Restaurant De Oude Sluis. Het gaat al vijftien maanden goed. Niet in de laatste plaats door lovende recensies op Iens. Het eten is er inderdaad uitstekend en die twee mensen zijn sympathiek. So far so good. Tot .....


Tot je naar het toilet moet. In een toilet van een restaurant mag je niet van de sfeer van dat restaurant vervreemden. Net als in een café. Daar wil ik op het toilet de muziek door de muren heen horen dreunen. Boing, boing!! Hoe groot is tegen deze achtergrond de domper bij De Oude Sluis.




Je wordt door een soort woon-zorg centrum naar het toilet geleid. En wordt direct geconfronteerd met medische en paramedische hulpverleners. Ik zie mensen van Buurtzorg in- en uitlopen. Met steunkousen in de arm. En word mij tijdens deze onderbreking van een culinair genot dus pijnlijk gewaar van mijn eigen sterfelijkheid. Laat ik daarvoor nu juist niet naar een restaurant zijn gekomen.


Ik gun die twee mensen het allerbeste en weet zeker dat ze het gaan redden. Maar één advies: een eigen toilet!


Paul Strijp, 5 mei 2016

Spanning en ontspanning bij de grens



Het voelt als een keiharde grens. "Bij betreding van het speelveld volgt een boete van 10.000 euro en een stadionverbod van vijf jaar". Een heel eenvoudig bordje aan de rand van de grasmat van clubs in het betaald voetbal. Toch kun je die grens tegenwoordig heel dicht naderen. Bij Telstar bijvoorbeeld, maar ook bij mijn favoriete club, MVV Maastricht. Je hangt tegen de reclameborden, je kunt de grasmat bijna aanraken en toch weet je: je kunt maar beter niet over die borden heenstappen, de gevolgen zijn ingrijpend. Je voelt de spanning van de grens.


Grenzen staan vandaag de dag sterk in de belangstelling. Mede onder invloed van het actuele vluchtelingenvraagstuk wijdde Filosofie Magazine er een heel nummer aan (april 2016). De belangrijkste inzichten? Grenzen zijn noodzakelijke, maar enge dingen. Noodzakelijk omdat zij het leven afbakenen, ordenen en structureren. Grenzen hebben namelijk een selecterende rol: die mag wel door, de ander niet. Maar grenzen zijn ook eng. Grenzen sluiten mensen namelijk uit. En hoe sterker de grens is gesloten, hoe groter de fobische onzekerheid van de mensen die dat doen. Potdichte grenzen zijn overigens een zeldzaamheid. Grenzen zijn poreus, er sijpelt gewild en ongewild altijd wel wat doorheen.






Een tijdje terug was ik bij de wedstrijd MVV Maastricht - Sparta Rotterdam. De supporters respecteerden de grens van de heilige groene grond. Niemand haalde het in zijn hoofd om de grasmat te betreden, niemand sijpelde er doorheen. Deze grens was noodzakelijk, maar niet eng. De toeschouwers immers onderwerpen zich er vrijwillig aan. Ik zag dat zij tégen die grens aan, letterlijk op één meter afstand van de spelers, de wedstrijd aanschouwden. Relaxed. Met een biertje in de hand.


Zo dicht kunnen spanning en ontspanning dus bij elkaar liggen. De situaties zijn onvergelijkbaar, ik weet het. Maar toch. Zouden we niet kunnen proberen om spanning en ontspanning óók bij grenzen die wèl eng zijn, wat vaker bij elkaar te brengen?


Bijvoorbeeld bij de grensovergangen waar we nu vaak mensonterende situaties van wachtende vluchtelingen zien in erbarmelijke omstandigheden?



Paul Strijp, 4 mei 2016

dinsdag 3 mei 2016

Géén zachte g van MVV Maastricht in Volendam


MVV Maastricht heeft zich gekwalificeerd voor de voorronden van de play-offs. Ja, u leest het goed. Voor de voorronden van de play-offs. Dat is het begin van een onmogelijke en onmenselijk lange weg naar de hoogste regionen van het betaald voetbal. De kans dat mijn club langs deze weg promoveert naar de eredivisie moet gelijk worden gesteld aan 0%. Maar dat doet er niet toe! Elke rechtgeaarde Maastrichtenaar droomt van wedstrijden tegen Ajax en PSV volgend seizoen. En tegen Real Madrid en Manchester United een jaar later. Het is slechts een kwestie van tijd dat Ronaldo zijn opwachting maakt in het Geusselt stadion in Maastricht.

Daar moeten alleen nog een paar stappen voor worden gezet. Om te beginnen de uitwedstrijd tegen FC Volendam aanstaande vrijdag. Linksom of rechtsom, daar moet ik bij zijn. Online voorverkoop van kaarten via de website van de tegenstander is niet mogelijk. "Nou, dat is nog niet zo eenvoudig", laat de administratief medewerkster van FC Volendam mij telefonisch weten in antwoord op mijn vraag hoe ik het best aan kaarten kan komen. Kort gezegd komt dat neer op: alléén op de dag van de wedstrijd, slechts één toegangsbewijs per persoon en in het bezit van een geldig legitimatiebewijs. En uit dat bewijs mag niet blijken dat je vóór MVV Maastricht bent. Dus niet geboren of woonachtig in Maastricht. Te gevaarlijk!

"Ja, ik hoor het aan uw dialect, mijnheer. U komt er vrijdag ook niet in. Wij riskeren een boete van de KNVB".


Ik heb mij inmiddels neergelegd bij de maatschappelijke realiteit dat je tegenwoordig niet meer gewoon met je zoon bij een kassa aan het stadion een kaartje kunt kopen. Dat we vastzitten aan een heel systeem van clubcards en risicowedstrijden. Maar dit voorval lijkt mij toch een staaltje maatschappelijk wantrouwen dat in strijd is met elk denkbaar mensenrechtenverdrag.

Gelukkig weet een bekende kaarten te regelen via een sponsor. Zo eenvoudig is het leven dan soms ook wel weer een keer.


Paul Strijp, 3 mei 2016

De dames van de Red Hat Groningen investeren vooral in zichzelf



Ze hadden het goed met elkaar. Dat kon je wel zien. Sterker, ze waren zelfs een tikkeltje uitgelaten. Daar op dat terras in Groningen, de dames met de rode hoeden en paarse jurken. Ze bleken lid van een beweging, de Red Hat Society. Een wereldwijde beweging zelfs. Dames van boven de vijftig die geen trek hebben in onzichtbaarheid. http://www.redhatnederland.nl/introductie.htm







"Straks gaan we met elkaar eten. Dat doen we altijd in goede restaurants. Ja, je moet wel een beetje bij dit clubje passen. Toch de betere milieus, zal ik maar zeggen. Er is geen officiële selectie, maar één van ons draagt iemand voor. Eigenlijk past dat altijd wel. En dan roept iemand iets. Bijvoorbeeld: zullen we vandaag naar het Groninger Museum gaan? Nou, dan doen we dat. Maar we tuffen net zo goed naar de Veluwe, hoor. Alles mag, behalve zeuren".


"Wat zeg je? Of we ook investeren in goede doelen? Neen, dat doen we niet. We investeren vooral in onszelf".


De Radler en de witte wijn vloeiden nog eens rijkelijk.


Paul Strijp, 3 mei 2016