Veel kleine podia, veel gezellige eetgelegenheden. Met klassieke
patates met mayonaise, voor drie euro. En met door schommels opgewekte elektronische muziek. Prachtig decor bij een uniek grootstedelijk theaterevenement. Gisteravond op het NDSM-terrein in Amsterdam-Noord. Met Carla bij het Over ’t IJ-festival.
De verrassing van de avond was niet zozeer de
theatervoorstelling, maar het nagesprek. Dat werd een ongemakkelijk gesprek bij
een op zichzelf interessante voorstelling. De onzichtbare man van Michiel Voet. Een voorstelling over de relatie
tussen een kunstenaar in een atelier op het NDSM-terrein en een illegaal in
Nederland verblijvende Algerijn. Die beiden een verschillende beleving hadden
bij die relatie, maar daar niet over spraken.
En toen dus dat nagesprek. Geleid door een vrijwilligster
van het festival die dat beter niet had kunnen doen. “Hoe weet je dat je bestaat?”, luidde haar openingsvraag. Descartes zou er zijn vingers bij afgelikt hebben, maar hier en nu zorgde die vraag voor een totale
verwarring bij de twee acteurs en het publiek. “Niet van dat soort grote vragen”, kreeg zij te
verstaan. Je zag haar slikken, maar zij herpakte zich knap. “Heb je in je dagelijks leven last van angsten?”, vroeg ze aan
de acteur die de illegaal speelde. “Neen,
geen last van, volgende vraag graag”. Nog één poging dan
maar, over de politieke dimensie in de voorstelling. Welnu, die was er niet,
was de algemene consensus bij acteurs en publiek. Gekromde tenen. Bij iedereen, je voelde het.
Het gesprek tussen acteurs en publiek ontvouwde zich verder, haar vragen werden niet meer opgemerkt. Met een te dominante rol voor Michiel Voet. Die had na zijn spel in de voorstelling heel veel woorden nodig voor zijn uitleg over het geheel. Voet had beter kunnen zwijgen, want de voorstelling had al een sterk verbaal karakter. Elk woord was er één te veel, deed afbreuk aan de eigen verbeelding waar iedere toeschouwer recht op heeft.
Het gesprek tussen acteurs en publiek ontvouwde zich verder, haar vragen werden niet meer opgemerkt. Met een te dominante rol voor Michiel Voet. Die had na zijn spel in de voorstelling heel veel woorden nodig voor zijn uitleg over het geheel. Voet had beter kunnen zwijgen, want de voorstelling had al een sterk verbaal karakter. Elk woord was er één te veel, deed afbreuk aan de eigen verbeelding waar iedere toeschouwer recht op heeft.
zichzelf, leve de voorstelling!
Paul Strijp, 12 juli 2014
Paul Strijp, 12 juli 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten