Translate

zondag 25 mei 2014

Herman Koch kan zich wel wat permitteren



Hij keek er licht triomfantelijk bij. Ja, dat hadden we goed begrepen. Inderdaad, een beroemd auteur heeft een machtspositie. Dat wisten we toch al van zijn roman Het diner? Daarmee heeft hij toch ook bijgedragen aan de internationale bekendheid van restaurant De Kas in de Watergraafsmeer?

Afgelopen donderdag in de Linnaeus Boekhandel in Amsterdam. Prachtig tweegesprek tussen Femke Halsema en Herman Koch. Ter gelegenheid van het verschijnen van zijn nieuwe boek Geachte heer M. Dit gesprek had zo uitgezonden kunnen worden in een literair programma van de VPRO. Femke in een meesterlijke rol van ondervraagster. Mooie balans tussen scherpe vooraf bedachte vragen en ruimte voor het onverwachte.

“Waarom laat je je ongenoegen over het literaire circuit zo blijken, Herman?”, vroeg zij. “Die weerzin heb je voor de verhaallijnen van je roman toch helemaal niet nodig?”. Daar was Koch het wel mee eens. Maar een schrijver moet zich de vrijheid voorbehouden om op twee of drie plaatsen in een roman zijn gram te spuien. Gram over zaken of personen die hij verfoeit.
Zoals het jaarlijkse Boekenbal. Een coterie die door de rest van literatuur-minnend Nederland op handen wordt gedragen en bewonderd. Ten onrechte, volgens Koch. Hij is er een paar keer geweest, maar laat tegenwoordig verstek gaan. Allemaal opgeklopt gedoe. Het Boekenbal is een ontmoetingsplaats die maar één doel heeft: gezien worden. Dat wilde hij in zijn nieuwe roman niet onvermeld laten. Maar nogmaals en voor de goede orde: met zijn roman heeft dat allemaal niets te maken.

Nauwelijks verholen minzaam glimlachje. Zo, dat was dan toch maar gezegd. Subtiel weliswaar, maar het was gezegd.

Paul Strijp, 25 mei 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten