Translate

maandag 27 mei 2024

Liefde en eenvoud


Zelden een uitvaart bijgewoond waarin zich zo'n mooi en consistent beeld van de overledene ontvouwde. Een beeld gecreëerd door de verhalen van kinderen en kleinkinderen.


Beli


Deze vrouw was er altijd. Kon liefde geven en liefde ontvangen. Was actief in de kerk, fietste en zwom en hield van lezen, veel lezen. Had verder geen grootse en meeslepende bezigheden. Maar zij was er gewoon. Ook toen ze ouder werd en het leven haar niet spaarde. Altijd dankbaar en tevreden, voor en over de eenvoudige, kleine dingen in het leven. Zoals de zon die door de wolken scheen.

Liefde en eenvoud. Wie zou niet zo herdacht willen worden?


Paul Strijp, 27 mei 2024

Waar hield het denken bij Kant op?

 

'Twee dingen vervullen de geest met steeds nieuwe en toenemende bewondering en eerbied, hoe vaker en langduriger het denken zich ermee bezighoudt: de sterrenwereld boven mij en de morele wet in mij'.



foto van omslag boek 'Kritiek van de praktische rede'


Aldus de tekst op de grafsteen van Immanuel Kant (1724 - 1804), de ongekroonde koning van de Verlichting. Zijn steen ligt in  Koningsbergen, tegenwoordig Kaliningrad geheten, in het voormalige Oost-Pruisen. Natuurlijk, where else? Koningsbergen is immers de plaats waar Kant zijn hele leven gewoond en gewerkt heeft.

Drie elementen springen er uit in deze tekst. Denken, sterrenwereld en moreel. 

Eerst maar eens dat denken. Sapere aude!, durf je eigen verstand te gebruiken. Zo luidde het motto van de Verlichting. Kant vertaalde dat naar zijn beroemd geworden categorisch imperatief: denk zelf na, ook al staan dingen in de krant. En Kant is niet mild. Hij verwacht dat iedereen zich van zijn of haar verstand bedient. Dat iedereen op dat punt vastberadenheid of moed aan de dag legt. Zonder dat daarbij een ander de leiding over jou neemt. 

Dan die morele wet bij Kant. Daarin was hij glashelder en ondubbelzinnig. Je moet nooit liegen. Dus ook geen leugentje om bestwil. Die moraliteit dwong bewondering en eerbied bij hem af, zo lezen we in de graftekst. Zoals de hem omringende sterrenhemel dat ook deed.

Iemand die  zijn hele leven aan het denken heeft gewijd en daar zijn medemens indringend op aansprak, kon kennelijk ook nog bekoord worden door iets, de sterrenhemel, wat buiten dat denken gelegen is.

Zou die bewondering voor de sterrenhemel niettemin uit dat denken zijn voortgekomen? Of zou Kant op dit punt grotere, kosmische en misschien wel religieuze krachten gevoeld hebben?


Paul Strijp, 27 mei 2024

(Bron: avond over Kant in De Rode Hoed in Amsterdam, 13 mei 2024)

zondag 26 mei 2024

De begrafenisondernemer moet niet samenvatten


Ooit sprak Harry Starren, voormalig directeur van opleidingscentrum De Baak, over Samenvatten vanuit het zwijgen. Wat hij daarmee bedoelde? Soms heb je van die bijeenkomsten gehad waarbij zoveel gezegd is, zowel verbaal als zonder woorden, dat het onmogelijk is om aan het einde adequaat samen te vatten. Dan kun je dus ook beter 'je kop houden'. Gewoon een stilte inbouwen en die op-het- ongemakkelijke-af laten voortduren, iedereen in gedachten zijn eigen samenvatting laten bedenken en elkaar dan een prettig weekend wensen.

Aan deze communicatie-interventie, of beter: non-interventie, moest ik onlangs denken aan het einde van een uitvaart. Die was waardig en prachtig geweest. Veel gezegd, door kinderen en kleinkinderen, passende beelden, mooie afscheidsmuziek.

En dan die begrafenis-onderneemster. Bij het laten zakken van de kist. Je zag dat alle omstaanders in gedachten verzonken waren, bezig met het verwerken van al die indrukken. En dan die begrafenis-onderneemster. Het beste mens zal vast haar toegevoegde waarde hebben willen laten zien. Maar dat had ze beter niet kunnen doen. Want die waarde bestond alleen uit het verstoren van de innerlijke contemplatie van alle dierbaren van de overledene.

Daarom. Voor alle begrafenisondernemers in ons land. Neem voortaan de woorden van Harry Starren ter harte.


Paul Strijp, 26 mei 2024

Hamburger van Kikkie

 

'Mijn tafelgenoot en ik moesten lachen toen we onze hamburger geserveerd kregen. Een plak vlees tussen twee kleffe broodjes, met wat saus ertussen gekwakt, op een kaal schoteltje. Geen blaadje sla of welke garnering ook. Geen enkele poging om het er aantrekkelijk uit te laten zien. In een voetbalkantine doen ze het beter.’



De woorden hierboven vormen de review die een oud-collega van mij schreef over restaurant Kikkie. Op de hoek van de Prinsenstraat en Prinsengracht in Amsterdam. Deze oud-collega herinner ik mij als iemand met een scherp pennetje. Dat blijkt wel uit de review, die is niet bepaald vleiend. Integendeel. Toch heeft hij zich nog mild uitgedrukt, ik weet dat hij in woord veel vileiner kan zijn. Van die stijl heeft hij zich hier om hem moverende redenen niet bediend.

Daar was overigens wel alle reden voor. Wie haalt het in zijn hoofd om zo’n wanproduct voor 16 Euro aan te bieden? Waar haal je het lef vandaan? Ach joh, zo liet iemand anders mij weten, restauranthouders in dit deel van de stad richten zich op dagjesmensen. Niet op het werven en binden van vaste klanten.

Laten we hopen dat dit niet zo is. Want dat zou betekenen dat de horeca in het centrum van Amsterdam is teruggevallen tot een liefdeloze en keiharde business.

Paul Strijp, 26 mei 2024

Biodiversiteit aan de rafelranden

 



De rafelranden van de stad. Zoals viaducten onder of bij snelwegen. Vaak niet de meest aantrekkelijke plaatsen. Onherbergzaam, duister, sociaal onveilig. Toch zijn deze rafelranden interessant. Kunstenaars vinden er niet zelden een onderkomen en bespuiten de viaducten met hun graffiti. Maar er is nog iets interessants. De stadsnatuur tiert hier welig. Sterker, de biodiversiteit komt op deze plekken ten volle tot zijn recht.

Laten we zuinig zijn op onze rafelranden.

Paul Strijp, 26 mei 2024

woensdag 1 mei 2024

De hiernamaals-industrie draait op volle toeren


Mijn moeder heeft ooit een oom gehad die, vlak vóór zijn overlijden, verzucht schijnt te hebben: 'Het is mooi geweest, ik snap de wereld niet meer.' Dat zal zo'n jaar of zestig, zeventig geleden zijn. In onze herinnering waren dat toch rustige jaren, een stabiel tijdsbeeld. Maar de beste man kon de vernieuwingen toen al niet meer onder ogen zien. Aan die oom moest ik de afgelopen dagen denken. Ternauwernood kon ik zijn verzuchting onderdrukken. Maar als ik heel eerlijk ben: het wordt steeds lastiger om die wereld te begrijpen.

Afgelopen weekend in Trouw, een serieuze en respectabele krant toch? Twee volle pagina's over de hiernamaals-industrie. U zult vast denken: 'Pardon, welke industrie'? Ja, u leest het goed, een heel complex van bedrijven dat het met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) mogelijk maakt om met je overleden dierbare te communiceren.

Hoe kan dat? Welnu, AI maakt een digitale kopie van een overleden mens aan de hand van diens appjes, mails, video's en spraakberichten bij leven. Zo'n virtueel persoon heet een avatar. Dat kun je zelf later ook worden, als je dat wilt. Daarmee treed je binnen in het rijk van de onsterfelijken. Vroeger ging je immers naar de hemel, tegenwoordig naar de cloud.

Niet iedereen is enthousiast. 'Rouwen betekent dat je het verlies onder ogen ziet, niet dat je je aan de overledene vastklampt.', zegt een scepticus. Streng toezicht is dan ook geboden. Nabestaanden mogen niet zonder toestemming van hun moeder een avatar van haar gebruiken. En de overleden moeder mag niet onaangekondigd bij haar nabestaanden op bezoek gaan.

Creatief als we zijn, hebben we dit vraagstuk ook al weer opgelost. Met een avatar-codicil. 'Ik geef wel / geen toestemming om na mijn dood een rouwbot van mij te maken'.

De oom van mijn moeder kon de jaren zeventig al niet aan, wat zou dit bericht met de beste man gedaan hebben?

(Bron: Trouw, weekend van 27 en 28 april 2024)


Paul Strijp, 1 mei 2024