De tandarts was genadeloos in zijn oordeel. Hij had mij net behandeld voor mijn ontstoken tandvlees. Die ontsteking was ontstaan door etensresten tussen mijn kiezen. Het leek wel alsof ik daar met de jaren steeds meer last van kreeg. "Kan dat", zo vroeg ik hem, "dat de ruimte tussen je tanden steeds groter wordt?". "Jazeker", antwoordde hij, "dat heeft met ouderdom te maken. Je tanden gaan dan schuiven". Pats boem, die kwam binnen. De leesbril, toch het eerste symbool van het naderende einde van ons aardse bestaan, had ik nog verre van mij kunnen houden. Maar nu was het oordeel dan toch geveld door een onafhankelijke expert: de ouderdom had ook mij in zijn greep. Onomkeerbaar. Dacht ik.
Alle oudjes weer jong
We kwamen over de ouderdom te praten, daar in de praktijk van de tandarts. Zijn assistente was er ook bij. Beetje lacherige sfeer, maar toch serieus. Hij sprak over een recente doorbraak in de biologie. Wetenschappers hebben een middel ontdekt waarmee oude muizen weer jong kunnen worden. Dat middel doet twee dingen. Het herstelt energieprocessen in het lichaam waardoor de vermoeidheid van de ouderdom verdwijnt. En het maakt de schade die de muizencellen in de loop van hun leven hebben opgelopen, bijvoorbeeld door ontstekingen, ongedaan. Wat bij muizen kan, kan ook bij mensen nietwaar? U raadt het al. We staan aan de vooravond van de toepassing van dit middel bij de mens. We kunnen allemaal weer jong worden. De ouderdom heeft mij dus helemaal niet in zijn greep en al helemaal niet onomkeerbaar. Opgelucht en enigszins verward verliet ik de tandartspraktijk.
Een aantal dagen later deelde ik deze ervaring met mijn vriend Mano. "Dat is dan meteen het einde van de mensheid", was zijn reactie. Het eeuwige leven voor de mens maakt het vraagstuk van de overbevolking van de aarde onoplosbaar. Hier is dus sprake van wat je zou kunnen noemen de eeuwigheids - vernietigings - paradox. Met het creëren van zijn eigen onsterfelijkheid legt de mens de bijl aan de wortel van het leven op aarde. Cynischer kan bijna niet.
Het leven als een project
Mijn gedachten gingen vervolgens naar een gesprek dat ik een half jaar geleden met een cursusgroep had met Marian Verkerk, medisch ethica aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Haar centrale stelling was dat we leven in een tijd van morele verlegenheid: we zijn verleerd om met elkaar te praten over ethische vraagstukken en weten ook niet meer wat we van die vraagstukken vinden. Volgens haar moeten we terug naar een vorm van biologisch burgerschap. Zo kunnen we voorkomen dat technologie en commercie met ons op de loop gaan.
Het werd een boeiend gesprek met Verkerk. Lastig ook, met veel dilemma's en zonder pasklare oplossingen. Voor mezelf hield ik er het inzicht aan over dat we het leven als een project zijn gaan beschouwen. Het doel van dat project is om het leven zo lang mogelijk te rekken en onvolkomenheden, het liefst al vóór de geboorte, uit te sluiten. In dat mensbeeld is de dood een ongemakkelijke grootheid waar we ons geen raad mee weten. Toch is die dood onverbiddelijk. "Er is een begin en er is een eind. Maak de dood tot uw vriend, opdat die u niet overvalt", zei de priester Antoine Bodar ooit. En een andere ethicus, Kuitert, stelde dat de mens van ophouden moet weten.
Voor mij geen muizenmiddel
Ik doe mijn best om me aan de wijsheden van Verkerk, Bodar en Kuitert vast te houden. Op hetzelfde moment realiseer ik mij hoe moeilijk dat is. Het leven is immers verrukkelijk en de dood een groot, akelig zwart gat.
Toch weet ik één ding zeker: dat muizenmiddel ga ik niet bestellen.
Paul Strijp, 6 april 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten