Translate

woensdag 30 april 2014

Emoties rond een verkeerd gestalde fiets



Schrik, woede, opluchting, verbijstering, vernedering, wraakzucht, zelftwijfel, nietigheid, pijn, ontzag en respect.

 
Vader en zoon hadden een dagje Rotterdam achter de rug. Niet zo maar een dagje, neen een dag ter gelegenheid van zijn achttiende verjaardag. Met als hoogtepunt het knippen van de Pellè-coupe bij de barbier van Hotel New York. Trots zou hij die ’s avonds laten zien aan zijn vriendin en de rest van de familie. In een restaurant in de binnenstad van Amsterdam.

 
Achtbaan aan emoties

Schrik, fietsen weg op het ponton achter Amsterdam Centraal. Gestolen natuurlijk. Woede. Gevolgd door opluchting twaalf uur later. Op een speciaal telefoonnummer kregen we te horen dat de gemeente Amsterdam onze fietsen had verwijderd en meegenomen. Verkeerd gestald, buiten de rekken. “En ja mijnheer, dan nemen wij die fietsen mee”. Maar niet getreurd, tegen betaling van 20 euro konden beide fietsen weer opgehaald worden. Bij het Fietsdepot, ergens op het haventerrein. Daar aangekomen voelde ik verbijstering. Een levensgroot terrein met 13.000 (!) verwijderde fietsen. Wat gebeurt hier, 13.000 fietsen?

 

De fietsen kregen we keurig terug, toch voelde ik ook vernedering toen ik met een zielig hoopje doorgeknipt fietsenslot het terrein weer verliet. Maar wacht maar, dat laat ik niet gebeuren. Hoe durven ze? Fietsen zo maar verwijderen, mensen helemaal naar het haventerrein laten komen. Hoe had ik kunnen weten dat onze fietsen niet buiten de rekken gestald mochten worden? Wraakzucht, ik zal bezwaar en beroep aantekenen. Desnoods tot de hoogste instantie. Om een dag later achter Centraal Station overmand te worden door zelftwijfel. Hoe heb ik zo’n levensgroot bord met daarop de waarschuwing dat buiten de rekken gestalde fietsen worden verwijderd, over het hoofd kunnen zien?




Ook werd me duidelijk dat ik slechts een nietig object ben in een soepele geoliede machinerie. Routinematig verwijdert de gemeente dagelijks vele tientallen fietsen. Pijn voelde ik een dag later toen ik 70 euro bij de fietsenmaker moest neertellen voor een nieuw slot. De weken daarna vroeg ik mij af: wat is er eigenlijk aan de hand met die fietsen in Amsterdam? Twee dingen vielen mij op.

 
Drukker, gevaarlijker en hipper

Eén. Het loopt uit de klauwen met de fietsen in Amsterdam. Amsterdammers leggen dagelijks twee miljoen kilometer per fiets af. Of dat meer of minder is dan een paar jaar geleden weet ik niet. Maar het lijkt almaar drukker en ook gevaarlijker te worden. Er zijn ook al fietsfiles. Fietsers die met vele anderen bij een rood stoplicht staan te wachten, passeren dat licht niet eens als het op groen springt. Gewoon te druk voor hen. Allemaal e-bikes, vintage fietsen, Vanmoof fietsen, retro-race fietsen. Kortom: het wordt er niet alleen drukker, maar ook steeds hipper op. De fiets is een middel om de vrijheid te beleven en de identiteit uit te drukken.

 
Ontzag en respect

Het tweede wat mij opviel. Bij het verwijderen van de fietsen gaat de gemeente Amsterdam bepaald niet zachtzinnig te werk. Het woord razzia schoot door mijn hoofd, maar dat durfde ik hier niet op te schrijven tot Ab Gietelink dat wel deed in de Volkskrant van 16 april. Hij is oprichter van het comité Stop de fietsenrazzia’s. Dat comité heeft er dus grote moeite mee, ik heb dat niet. Ik zal uitleggen waarom niet.
 

 

Gedurende de jaren dat ik bij de Belastingdienst werkte, heb ik geleerd dat een strenge handhaving altijd gepaard moet gaan met een excellente dienstverlening en communicatie. En dat is precies waar de gemeente Amsterdam op dit moment hard aan werkt. Er zal heus nog het nodige moeten gebeuren, maar de dienstverlening zie ik terug in de gratis bewaakte stallingen. Bijvoorbeeld bij station Amsterdam Amstel en bij het Leidseplein. Geweldig! En wat betreft de communicatie. Inmiddels wemelt het in Amsterdam van de rode borden waarop staat waar je je fiets wel en niet mag stallen. Kan niet missen, tenzij je zo’n blinde bent als ik.

Schrik, woede, opluchting, verbijstering, vernedering, wraakzucht, zelftwijfel, nietigheid en pijn. Aan deze achtbaan van emoties kunnen nog wel twee gevoelens toegevoegd worden: ontzag en respect voor de wijze waarop de gemeente Amsterdam de ontwikkelingen op de fietsenmarkt te lijf gaat.

 
Paul Strijp, 30 april 2014

zondag 20 april 2014

Vertwijfeling op station Bussum-Zuid



Zij had die ochtend al last van een lichte spanning. Niet problematisch, integendeel. Maar toch, een spanning. Als zestienjarig meisje mocht zij met de senioren mee op atletiekkamp. Het gehele paasweeekend, in Duitsland. Twee keer per dag trainen. Dat was zij niet gewend. "Heb je er zin in, schat?, vroeg ik haar toen we 's ochtends nog wat boodschappen deden. "Ja hoor", antwoordde ze terwijl ze haar best deed om zelfverzekerd te klinken.

Met een van de andere atleten had zij de afspraak dat ze opgepikt zou worden bij station Bussum-Zuid. Daar bracht ik haar heen. In de auto wisselden we niet zo heel veel. Haar gezichtje stond wat strak. Aangekomen bij het station hielp ik haar met het uitladen van haar bagage. Een veel te grote sporttas. Een licht medelijden maakte zich van mij meester. Vaderlijke gevoelens om met haar mee te reizen naar Duitsland, kon ik maar ternauwernood onderdrukken.


Zij ontdekte dat de auto aan de andere kant van het spoor zou moeten staan. Een lichte paniek, echt heel licht en echt heel even, overviel haar. Zij vroeg het niet met zo veel woorden, maar haar ogen smeekten mij om haar te helpen met de tocht over de spoorbrug. Razendsnel en net op tijd vermande ik mij. "Hoe moet dat straks in de zomervakantie, als je met je vriendinnen naar Barcelona wilt gaan?" Zij keek licht vertwijfeld om zich heen, worstelde drie seconden met een gevoel van schaamte, pakte die veel te grote sporttas en vertrok. Ja, dat begreep zij wel. Als zij straks naar Spanje wilde, dan moest zij dit klusje nu alleen klaren.

Ik liep terug naar de auto, durfde niet meer naar haar om te kijken.


Paul Strijp, 20 april 2014

zondag 6 april 2014

Eeuwig jong, net als de muizen



De tandarts was genadeloos in zijn oordeel. Hij had mij net behandeld voor mijn ontstoken tandvlees. Die ontsteking was ontstaan door etensresten tussen mijn kiezen. Het leek wel alsof ik daar met de jaren steeds meer last van kreeg. "Kan dat", zo vroeg ik hem, "dat de ruimte tussen je tanden steeds groter wordt?". "Jazeker", antwoordde hij, "dat heeft met ouderdom te maken. Je tanden gaan dan schuiven". Pats boem, die kwam binnen. De leesbril, toch het eerste symbool van het naderende einde van ons aardse bestaan, had ik nog verre van mij kunnen houden. Maar nu was het oordeel dan toch geveld door een onafhankelijke expert: de ouderdom had ook mij in zijn greep. Onomkeerbaar. Dacht ik.


Alle oudjes weer jong

We kwamen over de ouderdom te praten, daar in de praktijk van de tandarts. Zijn assistente was er ook bij. Beetje lacherige sfeer, maar toch serieus. Hij sprak over een recente doorbraak in de biologie. Wetenschappers hebben een middel ontdekt waarmee oude muizen weer jong kunnen worden. Dat middel doet twee dingen. Het herstelt energieprocessen in het lichaam waardoor de vermoeidheid van de ouderdom verdwijnt. En het maakt de schade die de muizencellen in de loop van hun leven hebben opgelopen, bijvoorbeeld door ontstekingen, ongedaan. Wat bij muizen kan, kan ook bij mensen nietwaar? U raadt het al. We staan aan de vooravond van de toepassing van dit middel bij de mens. We kunnen allemaal weer jong worden. De ouderdom heeft mij dus helemaal niet in zijn greep en al helemaal niet onomkeerbaar. Opgelucht en enigszins verward verliet ik de tandartspraktijk.


 

Een aantal dagen later deelde ik deze ervaring met mijn vriend Mano. "Dat is dan meteen het einde van de mensheid", was zijn reactie. Het eeuwige leven voor de mens maakt het vraagstuk van de overbevolking van de aarde onoplosbaar. Hier is dus sprake van wat je zou kunnen noemen de eeuwigheids - vernietigings - paradox. Met het creëren van zijn eigen onsterfelijkheid legt de mens de bijl aan de wortel van het leven op aarde. Cynischer kan bijna niet.


Het leven als een project

Mijn gedachten gingen vervolgens naar een gesprek dat ik een half jaar geleden met een cursusgroep had met Marian Verkerk, medisch ethica aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Haar centrale stelling was dat we leven in een tijd van morele verlegenheid: we zijn verleerd om met elkaar te praten over ethische vraagstukken en weten ook niet meer wat we van die vraagstukken vinden. Volgens haar moeten we terug naar een vorm van biologisch burgerschap. Zo kunnen we voorkomen dat technologie en commercie met ons op de loop gaan.

Het werd een boeiend gesprek met Verkerk. Lastig ook, met veel dilemma's en zonder pasklare oplossingen. Voor mezelf hield ik er het inzicht aan over dat we het leven als een project zijn gaan beschouwen. Het doel van dat project is om het leven zo lang mogelijk te rekken en onvolkomenheden, het liefst al vóór de geboorte, uit te sluiten. In dat mensbeeld is de dood een ongemakkelijke grootheid waar we ons geen raad mee weten. Toch is die dood onverbiddelijk. "Er is een begin en er is een eind. Maak de dood tot uw vriend, opdat die u niet overvalt", zei de priester Antoine Bodar ooit. En een andere ethicus, Kuitert, stelde dat de mens van ophouden moet weten.




Voor mij geen muizenmiddel

Ik doe mijn best om me aan de wijsheden van Verkerk, Bodar en Kuitert vast te houden. Op hetzelfde moment realiseer ik mij hoe moeilijk dat is. Het leven is immers verrukkelijk en de dood een groot, akelig zwart gat.

Toch weet ik één ding zeker: dat muizenmiddel ga ik niet bestellen.


Paul Strijp, 6 april 2014

woensdag 2 april 2014

Voor de Bijenkorf uitstappen bij metrostation Samsung Dam



CR7 is een retourtje Madrid waard. Cristiano Ronaldo die altijd met rugnummer 7 speelt. Wat een geweldenaar. Evenals de andere voetballers van Real Madrid trouwens. Alleen al de wijze waarop ze het speelveld betraden. Als een kudde leeuwen, zei mijn zoon. Afgelopen weekend was ik met hem in Madrid. Ons hoofddoel was een bezoek aan een wedstrijd van Real. We hebben genoten! Van de warming-up misschien nog wel het meest. Die had voor mij drie weken mogen duren. Die balbehandeling, die fitheid.
 




Van ons weekend zullen me twee andere zaken bijblijven. Mij viel op dat veel mensen in de metro een boek lezen. Tuurlijk, een meerderheid raadpleegt zijn smartphone. Maar het meisje dat Hegeliaanse gedachten in het Frankrijk van de twintigste eeuw las, was beslist geen uitzondering.

Wat mij ook zal bijblijven, is een lichte shock. De eerste dag wilden we een bezoek brengen aan de Puerta del Sol. Het centrale plein van Madrid en zelfs van Spanje. In de metro las ik dat we moesten uitstappen bij halte Vodafone Sol. Ik dacht dat er een sticker geplakt was over de woorden Puerta del. Later werd mij duidelijk dat dat niet het geval was. In ruil voor het omroepen van de naam Vodafone en de nodige reclame in het metrostation, legt Vodafone een slordige drie miljoen euro voor drie jaar op tafel.

Ik moest denken aan de projectontwikkelaar Rudy Stroink. Die was ooit bij de VPRO te zien met een serie waarin hij aangaf best een stad te willen kopen, het liefst met ambtenaren erbij (http://vorige.nrc.nl/article1666632.ece). Gouda zou vijf miljard euro kosten en met de gemeente Warmond zou Stroink best naar de beurs willen. Waarom toonde ik me eigenlijk geschokt in Madrid?, zo vroeg ik mij af. Zijn de Spanjaarden niet gewoon een stapje verder in hun privatisering van de openbare ruimte en het publieke domein?
   

Over een aantal jaren rijdt in Amsterdam de Noord-Zuid-lijn. Als u dan met de metro naar de Bijenkorf wilt, vergeet u dan vooral niet uit te stappen bij halte Samsung Dam.
 
 
Paul Strijp, 2 april 2014

dinsdag 1 april 2014

De nieuwe Nietzsche op perron 2a



Het moment duurde een aantal seconden, hooguit vijf. Maandagochtend half acht. Ik keek uit het raam van de trein die nog stilstond op perron 2a. Weinig verwachtingsvol. Druk weekend achter de rug, niet echt een opwindende week voor de boeg. En toen in één keer stond hij daar. Zo maar uit het niets, leek het wel. Alsof God himself hem uit de hemel daar had laten landen. Terwijl ik natuurlijk wist dat ook hij gewoon met de roltrap op dat perron was gekomen. Peter Sloterdijk.

 
 

Mijn gedachten gingen terug naar het jaar 2005. Ik volgde toen een cursusweekend bij de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) in Leusden. Peter Sloterdijk was de gast. De voertaal was Duits. Sloterdijk praatte zacht, binnensmonds ook. Ik heb er weinig van begrepen dat weekend.

Maar die twee dagen waren magisch. De lucht trilde, je voelde het voorrecht in de nabijheid van een groot iemand te mogen verkeren. Later las ik dat Sloterdijk een filosoof is van het kaliber Nietzsche. Zo zal hij na zijn overlijden de geschiedenis ingaan.

En nu liep hij daar. Op perron 2a. Niemand leek hem op te merken. Terwijl mijn hart oversloeg. Alsof je oog in oog stond met een stervoetballer. Wat zou hij het afgelopen weekend in Nederland gedaan hebben?, vroeg ik mij af. Op bezoek bij een vriend of vriendin? En zou hij dan hebben uitgeslapen of juist niet? Of zou hij gewoon beroepsmatig een lezing hebben gehouden? De man keek verwilderd om zich heen. Voor de zekerheid controleerde hij nog een keer of hij wel op het goede perron stond.

De nieuwe Nietzsche moet zelf zijn koffers dragen.

Paul Strijp, 2 april 2014