Translate

zondag 15 december 2013

De subtiele kramp van de Nederlandse Spoorwegen



Stelt u zich eens voor. In een hotel wordt het volgende bericht omgeroepen: "In dit hotel bevinden zich schone toiletten". Hoe zou u daar op reageren? Toch op zijn minst met gefronste wenkbrauwen, niet? Zo'n bericht bevat een -wat de Engelsen noemen- dissatisfier. Een disstatisfier is iets wat je op orde moet hebben. Mensen verwachten dat gewoon en praten er verder niet over. Dat doen ze pas als die toiletten niet schoon zijn. Les één in de communicatieleer luidt dan ook: over dissatisfiers communiceer je niet.


Toch is dat wat de Nederlandse Spoorwegen op dit moment wel doen. Als frequente treinreiziger valt mij op dat de NS steeds vaker in de trein omroepen: "Deze trein arriveert op tijd volgens dienstregeling". Ook op schermen in de treinen zelf prijkt pontificaal de aankondiging op tijd  als de NS verwachten zonder vertraging bij het volgende station te arriveren. Niet doen, Nederlandse Spoorwegen! Op tijd ergens aankomen met de trein is namelijk een dissatisfier.


Nu zou dit allemaal nog niet zo erg zijn, als deze communicatieve uiting op zichzelf zou staan. Maar dat is niet het geval. Zij is symptomatisch voor wat ik een subtiele kramp van de Nederlandse Spoorwegen zou willen noemen. Die kramp kenmerkt zich enerzijds door het verdoezelen van allerhande ongemak voor de reiziger. En anderzijds door het niet durven etaleren van de eigen prestaties. Een beetje een minderwaardigheidscomplex dus. Nergens voor nodig.




Eerst maar eens de verkramping rondom dat ongemak voor de reiziger. Twee voorbeelden. Sinds enige tijd hebben de Nederlandse Spoorwegen het woord vertraging systematisch uit hun vocabulaire verbannen. Echt waar, let u er maar eens op. Als een trein een vertraging van een kwartier heeft, hoort u op het perron eerst een hele tijd niets. Na tien minuten wordt omgeroepen: "De trein vertrekt over vijf minuten". En als de aanduiding op tijd heel ongemerkt van de beeldschermen in de trein verdwijnt, komt daarvoor niet de aanduiding niet op tijd of vertraging in de plaats.

Het woord 'vertraging' krijgt u steevast niet meer te horen of te zien. Waarom eigenlijk niet? Doe toch niet zo moeilijk, schaam je niet voor die vertraging, die behoort bij het leven en bij het werk van de NS. Bovendien is de vertraging iets moois. Een deugd. Zij voegt kwaliteit aan ons leven toe. De vertraging zorgt voor de noodzakelijke ontregeling van ons dagelijks leven.

Ander voorbeeld. Sinds enige tijd krijg ik van mijn werkgever een NS Business Card voor het dagelijkse woon-werk-verkeer. Voorheen was dat een jaartrajectkaart. Die NS Business Card is, zeker in het begin, een ware nachtmerrie. Waar ik met de jaartrajectkaart onbezorgd de trein kon in- en uitstappen, moet ik nu elke reis in- en uitchecken. Dat heb ik vijfentwintig jaar niet hoeven doen, dus in- en uitchecken zit niet in mijn systeem.

Soms zit ik 's avonds thuis en schrik ik plots op, als in een nare droom. Heb ik vandaag wel uitgecheckt? Elk verzuim moet hersteld worden door in te loggen op een apart account. Gedoe dus voor een dagelijkse bezigheid. De NS Business Card heeft bovendien, in tegenstelling tot de jaartrajectkaart, geen chip. Een gecombineerd gebruik van deze kaart voor werk- en privéreizen is dus niet mogelijk.




Allemaal klein leed waar we vooral niet over moeten zeuren, ware het niet dat ik bij de ontvangst van mijn NS Business Card een brief kreeg van mijnheer Ravoo, de directeur NS Zakelijk. "Ervaar zelf hoe zorgeloos zakelijk reizen kan zijn", zo  schreef hij mij. Niet doen, mijnheer Ravoo, zakelijk reizen met de NS Business Card is een achteruitgang en vereist permanente alertheid. Benoem dat gewoon. "Mijnheer Strijp, uit kostenoverwegingen gaat u over van de jaartrajectkaart naar de NS Business Card. Wij realiseren ons dat daar voor u de nodige nadelen aan verbonden zijn. Onze excuses hiervoor, maar wij rekenen op uw begrip". Dat zou van een ontspannen communicatie getuigen.

Gek genoeg communiceren de NS ook krampachtig over hun prestaties. De NS is een fantastisch bedrijf! In mijn leven heb ik reeds vele tienduizenden kilometers met de trein afgelegd. Zowel privé als zakelijk. Vooral het traject van Amsterdam naar mijn geboorteplaats Maastricht is een feest. Aan de trein geef ik dan ook systematisch de voorkeur boven de auto. De trein staat voor mij voor landschap en reflectie. Genieten van het voorbijtrekkende laagland en ondertussen mijmeren, al dan niet met een krant of goed boek. Kwaliteit van leven!

Een kniesoor die klaagt over de slechte service van de Spoorwegen. Zoekt u op de site van de NS voor de grap eens naar de punctualiteitscijfers van het bedrijf. Die zijn hoog. Maar gek genoeg zijn die cijfers ergens weggemoffeld en krijgt u die pas na een paar keer doorklikken te zien. Onderdeel van die verkramping en dat minderwaardigheidscomplex. Nergens voor nodig. Publiceer die cijfers op de homepage. Nederlandse Spoorwegen, be good and tell it.


Paul Strijp, 15 december 2013

woensdag 11 december 2013

Ode aan mijn woonplaats: Diemen is handig



Sinds 1995 wonen wij in Diemen. Wij zijn daar -vrij naar de dichter Bloem- domweg gelukkig. Ooit omschreef een inwoner de identiteit van onze gemeente als volgt: Diemen is handig. Dat was de spijker op zijn kop. Diemen ontleent haar wezenskenmerken aan de nabijheid van Amsterdam. Daar ben je namelijk in no time. En dat maakt Diemen tot Diemen. Diemen voegt daar niets eigens aan toe. Of het zou haar lelijkheid moeten zijn. Die is zo allesomvattend dat ze trekken van schoonheid vertoont.

Op het Diemerplein bijvoorbeeld. Daar voel je onweerstaanbaar het opkomende traanvocht. Zelfs tijdens vrolijke zomerse dagen. Treurigheid. Treurigheid alom. Zoals je ook wel aantreft in het voormalige Oostblok. Goedkoop, geen samenhang, monotoon. De gemeente slaagt er maar niet in om ruimtelijke kwaliteit te realiseren. Het nieuwe winkelcentrum is het net-niet. De inwoners snakken al decennia naar een grand café. Eéntje maar. Maar dan wel met een royale leestafel met kwaliteitskranten en dito tijdschriften. Hij wil maar niet verschijnen, bij ons in Diemen, dat grand café. Wel is er sinds kort een prachtige speeltuin bij een landschapspark. Bestemd voor jonge kinderen die in de vergrijzende woonwijk niet meer te vinden zijn. Vroeger hadden we een kinderboerderij, op vijf meter afstand van de snelweg. De laatste jaren verpietert daar een eenzame lama.

 


Ondertussen verdubbelt de infrastructuur die onze gemeente zo pijnlijk doorsnijdt. Diemen is een panorama van snelwegen. Met al die nieuwe wegen zijn we straks nòg sneller in Amsterdam. Amsterdam komt dan nòg dichterbij, wat de identiteit van Diemen versterkt. Na elk rondje hardlopen in en rondom Diemen vraag ik mij af: was dit nu verstandig of had ik, vanwege de vele fijnstof in de lucht, beter op bank kunnen blijven zitten? Tijdens hete zomernachten worden we gekweld door de vraag: ramen open of ramen dicht? Het geluid van de snelwegen toelaten of de temperatuur in de slaapkamer tot veertig graden laten oplopen?

Vroeger woonden er ten minste nog veel Ajax-spelers in Diemen.
Dat worden er ook steeds minder. Alleen Danny Blind woont er nog, maar die zie je bijna nooit meer sinds hij assistent-bondscoach is. En toch zijn we domweg gelukkig. In Diemen.


Nog een snelweg erbij, nog sneller in Amsterdam



Paul Strijp, 11 december 2013

maandag 9 december 2013

Rachid van Nederlandse Boekenbon is watching your books



Ik ben een saaie man. Of het nu gaat om verjaardagen, sinterklaasvieringen of -een heel enkele keer nog- om de uitreiking van een diploma, eigenlijk heb ik maar één cadeauwens. Een boekenbon. Altijd. Saaier kan gewoon niet, maar iets anders kan ik niet bedenken. Die bonnen verzilver ik bij mijn vriend Jan in de Linnaeusboekhandel in Amsterdam. Op die manier verbeeld ik mij een bijdrage te leveren aan de concurrentiestrijd van de betere boekhandel tegen de bolcommisering van de samenleving. Aldus geschiedde ook met één van de bonnen die ik had gekregen ter gelegenheid van mijn vijftigste verjaardag, in mei van dit afgelopen jaar.


"Deze bon is leeg, er staat geen bedrag op", liet één van de medewerkers van die winkel mij weten. Nogal zelfverzekerd antwoordde ik dat dat een vergissing was. Immers, het was onbestaanbaar dat één van mijn verjaardagsgasten mij een leeg cadeau had overhandigd. Toch moest ik daar ernstig rekening mee houden, zag ik aan de blik van de medewerker. Die kon er echt niets anders van maken, de bon vertegenwoordigde nul en generlei waarde. Wie van mijn vrienden heeft mij belazerd, schoot door mijn hoofd.






Rachid in Culemborg

Toen volgde een indrukwekkend tafereel. Een tafereel dat mij weer eens bewust maakte van het feit dat we in een informatiemaatschappij leven zonder dat we het zelf in de gaten hebben. Niet getreurd, werd mij verzekerd, we nemen contact op met Nederlandse Boekenbon, onderdeel van de brancheorganisatie voor de boekhandel in Nederland. Daar werkt iemand die zonder al te veel moeite kon nagaan welk lot mijn boekenbon had ondergaan. Een zweem van geheimzinnigheid vulde de boekhandel. Zijn naam werd fluisterend, bijna samenzweerderig uitgesproken. Rachid. Rachid heet de beste man. Hij en alleen hij kon mij helpen. Rachid werkte die dag helaas niet, maar de volgende wel.


Voor Rachid moet het allemaal een koud kunstje zijn geweest, want een dag later werd ik al gebeld. Rachid had vastgesteld dat de boekenbon van mijn verjaardag het onschuldige slachtoffer was geworden van een administratief misverstand. Begaan door een medewerker van boekhandel Pied à Terre aan de Overtoom in Amsterdam, bij het opmaken van de kassa aan het einde van de dag. Daardoor was een bedrag ten onrechte van mijn bon afgeschreven. Pied à Terre nam binnen de kortste keren contact met mij op, noteerde mijn rekeningnummer en stortte binnen vijf minuten het verschuldigde bedrag op mijn rekening. Met keurige telefonische verontschuldigingen voor het ongemak.



Rachid moet blijven

Heeft u in de gaten wat hier aan de hand is? Er woedt op dit moment een maatschappelijk debat over de Amerikaanse NSA en over de informatiepositie van Google. Maar ergens in dit land is dus één man die als enige alle transacties met boekenbonnen kan traceren. Waar en wanneer is welke boekenbon tegen welke waarde voor welk boek verzilverd? Ik heb geen idee wat onze privacy-waakhond, het College Bescherming Persoonsgegevens van Jacob Kohnstamm, van hem vindt. Maar van mij mag Rachid blijven. Ik ben namelijk zeer te spreken over de snelheid en de correctheid waarmee de boekenbranche dit foutje met groot menselijk verdriet tot gevolg, herstelde. Daar kan menige andere dienstverlener een puntje aan zuigen.


Paul Strijp, 9 december 2013

zondag 8 december 2013

Socrates leert dat verlangen naar verrassing ontbreekt



Een aantal maanden geleden volgde ik een training Socratische gespreksvoering. Bij Erik Boers van het Nieuwe Trivium. Een onderdeel van die training was een oefening waarbij we moesten denken aan iets buitengewoon onbenulligs wat we die dag hadden meegemaakt. Een medecursist moest je tien wezenlijke vragen over dat onbenullige voorval stellen. Vervolgens kreeg iedereen de opdracht om binnen vijf minuten (!) een kort essay te schrijven over voorval en wezenlijke vragen. Protest alom. Vijf minuten, dat kon natuurlijk nooit. "De hand waarmee je schrijft gaat sneller dan het hoofd waarmee je denkt", was het enige wat Boers repliceerde. Schrijven dus en vooral niet te lang nadenken, was zijn devies.



 Socrates


Die ochtend kon ik de hoofdingang van Station Arnhem niet vinden. Vanaf het perron waar ik met de trein vanuit Amsterdam was gearriveerd, keek ik enigszins hulpeloos om mij heen. Waar was toch die hoofdingang? Die had ik nodig om naar de verzamelplaats van de regiobussen te gaan. Een regiobus zou mij immers naar de locatie van de training vervoeren. Onbenulliger kan toch bijna niet? Niettemin maakte een lichte paniek zich van mij meester. Geen hoofdingang, geen regiobus, geen training. Een immens probleem voor deze moderne wereldburger.

Maar waarom eigenlijk? Heeft die wereldburger niet één moment gedacht: goh, misschien verloopt deze dag wel eens anders dan gepland?  Misschien kom ik vandaag te laat of wel helemaal niet bij die training aan. So what? Of misschien ga ik wel lopen. Als ik de weg kan vinden, dan naar de locatie van die training buiten Arnhem. En zo niet, dan ga ik prettig slenteren door het centrum van Arnhem. Die gedachten kwamen niet in mij op. De moderne mens beleeft elke dag weer een voorgeprogrammeerde dag. Iedere afwijking van dat programma, hoe minitieus ook, ervaart hij als een probleem. Als een hindernis voor het bereiken van zijn kleinburgerlijke ambities. De moderne mens weigert zich te laten verrassen.

Paul Strijp, 8 december 2013


zaterdag 30 november 2013

MVV Maastricht zorgt voor voetbalverdriet in de fietsenstalling



Het was in september van dit jaar, een dinsdagochtend. Ogenschijnlijk een gewone dinsdagochtend. Ik plaatste mijn fiets in de fietsenstalling van mijn werkgever. In Haarlem. Op enige afstand hoorde ik twee collega's met elkaar praten. "En hoeveel toeschouwers waren er gisteravond?", vroeg de een. "Vijftienhonderd". "Geweldig. Het gaat goed met Telstar, gewonnen van MVV".






Op dat moment realiseerde ik mij in volle omvang wat er een avond eerder gebeurd moest zijn: mijn MVV had op een doordeweekse maandagavond in die trieste IJmond voor het oog van een luttele 1500 toeschouwers verloren van Telstar. Het was alsof ik de bodem onder mijn voeten voelde verdwijnen. We stonden in het rechter rijtje van de Jupiler League. En nu, een paar maanden later staan we daar nog steeds.



Willy, Jo, Erik, Bert, Arie en Cees

Elke rechtgeaarde MVV-supporter koestert heimwee naar drie episodes in de geschiedenis van de club. Allereerst naar de gouden jaren zeventig, de jaren van Willy Brokamp en Jo Bonfrère. Vervolgens naar het begin van de jaren negentig. Iets minder sterk ingeprent in het geheugen, maar toch. MVV eindigde toen twee maal als zevende in de eredivisie, met Erik Meijer als topscorer.

En tot slot is er een sterk verlangen naar één dag: de datum van 20 april 1980. Misschien wel de mooiste dag uit de historie. MVV versloeg Ajax in stadion De Meer met 3-6. Ajax met grote namen als Ruud Krol en Soren Lerby. Met aan MVV-zijde bescheiden voetballers als Bert van der Poppe, Arie van Staveren en Cees Schapendonk. Eigenlijk is het vrij eenvoudig, we willen terug naar één van die episodes. Dondert niet welke.



Pagina 829

Dat verlangen strijdt met de rauwe werkelijkheid dat het MVV net zo kan vergaan als clubs als Veendam of Haarlem. Dat wil zeggen: marginaliseren in het betaald voetbal en vervolgens gewoon verdwijnen. Die werkelijkheid kan ik niet verdragen. Waarom kan in Maastricht niet wat in Zwolle of Heerenveen kan? In die steden spelen serieuze en gerespecteerde subtoppers.

Elke vrijdagavond check ik om de vijf minuten nerveus pagina 829 van Teletekst. De actuele standen van het lelijke eendje van het betaald voetbal, de Jupiler League. Bij elk doelpunt van MVV reageer ik met een uitzinnig yes. Mijn familie kent deze vreemde trek van mij, maar wil er maar niet aan wennen. De laatste maanden is het yes steeds minder vaak te horen. Bij de 1-2 nederlaag een aantal weken geleden in de eigen Geusselt tegen TOP Oss, was ik een nervous breakdown nabij.



Veendam of Zwolle?

"Geen reden voor paniek", meldde datzelfde Teletekst onlangs. Een uitspraak van de directeur van MVV. Geen reden voor paniek, dacht ik, wat is dat? Lezing van het bericht leerde me dat er weer financiële problemen waren gerezen. Terwijl ik in de veronderstelling verkeerde dat MVV juist een compliment van de KNVB had gekregen en tot één van de financieel meest gezonde clubs in het betaald voetbal behoorde. Het kan verkeren, het zal er wel altijd bij blijven horen. Het kan nog beide kanten op, Veendam of Zwolle.

Ondertussen blader ik weemoedig door de geschiedenisboeken van de club.


Paul Strijp, 30 november 2013