Translate

zaterdag 30 november 2013

MVV Maastricht zorgt voor voetbalverdriet in de fietsenstalling



Het was in september van dit jaar, een dinsdagochtend. Ogenschijnlijk een gewone dinsdagochtend. Ik plaatste mijn fiets in de fietsenstalling van mijn werkgever. In Haarlem. Op enige afstand hoorde ik twee collega's met elkaar praten. "En hoeveel toeschouwers waren er gisteravond?", vroeg de een. "Vijftienhonderd". "Geweldig. Het gaat goed met Telstar, gewonnen van MVV".






Op dat moment realiseerde ik mij in volle omvang wat er een avond eerder gebeurd moest zijn: mijn MVV had op een doordeweekse maandagavond in die trieste IJmond voor het oog van een luttele 1500 toeschouwers verloren van Telstar. Het was alsof ik de bodem onder mijn voeten voelde verdwijnen. We stonden in het rechter rijtje van de Jupiler League. En nu, een paar maanden later staan we daar nog steeds.



Willy, Jo, Erik, Bert, Arie en Cees

Elke rechtgeaarde MVV-supporter koestert heimwee naar drie episodes in de geschiedenis van de club. Allereerst naar de gouden jaren zeventig, de jaren van Willy Brokamp en Jo Bonfrère. Vervolgens naar het begin van de jaren negentig. Iets minder sterk ingeprent in het geheugen, maar toch. MVV eindigde toen twee maal als zevende in de eredivisie, met Erik Meijer als topscorer.

En tot slot is er een sterk verlangen naar één dag: de datum van 20 april 1980. Misschien wel de mooiste dag uit de historie. MVV versloeg Ajax in stadion De Meer met 3-6. Ajax met grote namen als Ruud Krol en Soren Lerby. Met aan MVV-zijde bescheiden voetballers als Bert van der Poppe, Arie van Staveren en Cees Schapendonk. Eigenlijk is het vrij eenvoudig, we willen terug naar één van die episodes. Dondert niet welke.



Pagina 829

Dat verlangen strijdt met de rauwe werkelijkheid dat het MVV net zo kan vergaan als clubs als Veendam of Haarlem. Dat wil zeggen: marginaliseren in het betaald voetbal en vervolgens gewoon verdwijnen. Die werkelijkheid kan ik niet verdragen. Waarom kan in Maastricht niet wat in Zwolle of Heerenveen kan? In die steden spelen serieuze en gerespecteerde subtoppers.

Elke vrijdagavond check ik om de vijf minuten nerveus pagina 829 van Teletekst. De actuele standen van het lelijke eendje van het betaald voetbal, de Jupiler League. Bij elk doelpunt van MVV reageer ik met een uitzinnig yes. Mijn familie kent deze vreemde trek van mij, maar wil er maar niet aan wennen. De laatste maanden is het yes steeds minder vaak te horen. Bij de 1-2 nederlaag een aantal weken geleden in de eigen Geusselt tegen TOP Oss, was ik een nervous breakdown nabij.



Veendam of Zwolle?

"Geen reden voor paniek", meldde datzelfde Teletekst onlangs. Een uitspraak van de directeur van MVV. Geen reden voor paniek, dacht ik, wat is dat? Lezing van het bericht leerde me dat er weer financiële problemen waren gerezen. Terwijl ik in de veronderstelling verkeerde dat MVV juist een compliment van de KNVB had gekregen en tot één van de financieel meest gezonde clubs in het betaald voetbal behoorde. Het kan verkeren, het zal er wel altijd bij blijven horen. Het kan nog beide kanten op, Veendam of Zwolle.

Ondertussen blader ik weemoedig door de geschiedenisboeken van de club.


Paul Strijp, 30 november 2013

1 opmerking:

  1. In het rijtje 'Willy, Jo, Erik, Bert, Arie en Cees' mag de naam 'Gerard' niet ontbreken. Gerard - alias Pummy - Bergholtz was eind jaren vijftig een zeer snelle aanvaller bij MVV, een beetje Arjan Robben avant la lettre, maar met wat minder technisch vermogen. Pummy's talent was niet onopgemerkt gebleven en hij werd na 4 seizoenen getransfereerd naar Feyenoord. Na 5 succesvolle jaren maakte hij de overstap naar het roemruchte RSC Anderlecht van Jan Mulder. Uit die periode stamt het volgende waargebeurde verhaal: Mulder en Bergholtz waren uitgenodigd voor een trouwreceptie van een collega-speler. Aangezien Jan Mulder graag een biertje dronk, evenals de Duitse herder van Pummy die hen als passagier zou vergezellen, was afgesproken dat Pummy, die geheelonthouder was, zou rijden. Nadat Jan Mulder thuis was afgeleverd werd op weg naar huis de Mercedes van Pummy naar de kant gedirigeerd door een van de beruchte motoragenten van de Belgische Rijkspolitie, beter bekend als 'de Zwaantjes'. Zonder enig schuldvermoeden draait Pummy het raampje aan de bestuurderszijde naar beneden waarop het Zwaantje direct achteruit deinst, getroffen door een zware bierwalm.
    'Heeft u wellicht gedronken?', vraagt het Zwaantje cynisch. Pummy antwoordt gewetensvol en naar waarheid: 'nee mjnheer de agent, het is mijn hond die zes glazen bier heeft gedronken', wijzend op de Duitse herder op de achterbank. Met zo'n antwoord moet je bij een Zwaantje niet aankomen. Die nacht heeft Pummy samen met zijn hond doorgebracht in een cel van het politiebureau van Lanaken........

    BeantwoordenVerwijderen