Translate

woensdag 29 augustus 2018

Hoe Nietzsche het fundament legde voor Silicon Valley



Eenzaam en krankzinnig kwam de man aan zijn einde. Zijn nalatenschap was er niet minder om. Friedrich Nietzsche stierf in 1900 en liet een ongekend filosofisch oeuvre na. Centraal hierin staat de notie zelfstandigheid. Kort en goed bepleitte Nietzsche een leven waar je Ja! tegen zegt. Een leven waarin je voor de vrijheid kiest. Een leven waarin je met recht kunt zeggen "Zo heb ik het gewild!". En ook: "Ik heb er iets van gemaakt". De mens bestaat niet voor enig ander mens, zo schreef Nietzsche in zijn roman Also sprach Zarathustra. En hij verlangt ook niet dat enig ander mens voor hem bestaat. "Dat is de enige vorm van broederschap en wederzijds respect tussen mensen die mogelijk is".








In de geest en traditie van Nietzsche is later menig roman verschenen. Eén van de beroemdste is The Fountainhead van Ayn Rand, vertaald als de Eeuwige Bron (1943). Dit boek is één groot pleidooi voor hyper-individualisme. Niks collectief, niks gemeenschap. "Waarlijke onzelfzuchtigheid maakt de wereld kapot", zegt één van de hoofdpersonen, Howard Roark, op enig moment. Om dat te laten volgen door: "Ik ben een mens die niet bestaat voor anderen. (...) Deze wereld gaat ten onder in een wereld van zelfopofferingen". Kort en goed: probeer nu maar vooral aan jezelf te denken en te scheppen, daar heeft de mensheid het meest aan.


Tijdens één van de VPRO-uitzendingen Zomergasten dit jaar vertelde Marleen Stikker, oprichter en directeur van de Waag Society in Amsterdam (https://nl.wikipedia.org/wiki/Marleen_Stikker), dat de technologie-scene van Silicon Valley ideologisch sterk is beïnvloed door deze roman van Ayn Rand. De filosofie van Rand weerklinkt in deze wereld van snelle start-ups en grote technologiereuzen. Waar zit dat in? In het ideaal van de vrije creatieve denker die zijn onafhankelijkheid viert, die zich verzet tegen consensus en die een onbegrensde ambitie aan de dag legt.

Hoe een eenzaam en krankzinnig genie het fundament verzorgde waarop een eeuw later een wereldwijd zeer invloedrijk centrum van technologiebedrijven en start-ups kon bloeien.


Paul Strijp, 29 augustus 2018

zondag 19 augustus 2018

Draadloze verbinding met God


Het was aandoenlijk om te horen hoe de kleinkinderen hun overleden oma herdachten. Die oma moet een goed, warm en zorgzaam mens zijn geweest. Dat kan niet anders. Met de app hield zij contact met haar kroost. Leefde zij mee met alle belangrijke momenten in hun leven zoals examens en de aankoop van een huis. En ondersteunde hen daarbij. Haar kalender was volgekalkt met belangrijke momenten zodat zij precies wist wanneer ze online moest gaan. De kleinkinderen zouden, zo veel was wel duidelijk, dat nu enorm gaan missen. Oma werd heilig verklaard, overigens niet alleen vanwege haar appjes maar ook door haar heerlijke ontbijtjes en de vele spelletjes.

Dat liet de pastoor duidelijk niet zo maar gebeuren. Het mocht allemaal waar zijn dat de Googles en de Facebooks van deze wereld een draadloze verbinding tussen mensen hadden weten te creëren. Allemaal goed en aardig, allemaal waar. Maar wisten de nabestaanden van oma eigenlijk wel dat de katholieke kerk eigenlijk al veel eerder modern was? Dat zij al veel eerder gezorgd had voor een draadloze verbinding? En wel een draadloze verbinding van de mensen met God! Alles in proportie dus.

Hoe een vertegenwoordiger van een instituut-in-crisis haarfijn aanvoelt dat de moderne technologie een prachtige metafoor voor hem in handen heeft.

Paul Strijp, 19 augustus 2018

woensdag 8 augustus 2018

Het nieuwe H-woord


Jarenlang was het politiek een taboe. Het H-woord. De politicus die dit woord in de mond nam, was geen lang leven beschoren. Het H-woord stond voor: afschaffing van de hypotheekrente-aftrek. Inmiddels is de kogel door de politieke kerk: deze aftrek wordt de komende jaren wel degelijk afgeschaft, zij het geleidelijk. Het H-woord bestaat daarmee niet meer.

Of toch wel? Ik meen het - onhoorbaar - te horen in de zorg. Om preciezer te zijn: in het verpleeghuis. Niet onder het personeel en ook niet onder de bewoners. Maar onder de bezoekers. Dat zijn familieleden, vrienden of kennissen van de bewoners. De bewoners lijden aan ernstige vormen van hersenafwijkingen of geheugenstoornissen die zelfstandig leven onmogelijk maken. Met alle bewondering voor de inzet van het personeel dat haar werk onder zeer moeilijke omstandigheden moet doen, zijn de toestanden in een verpleeghuis schrijnend. Zij confronteren ons met de gruwelijke en vaak nietsontziende afbladdering van het leven. De laatste levensfase kan voor deze bewoners wreed zijn. 

De bezoekers van de verpleeghuizen, vaak ook niet meer de jongsten, spreken het niet hardop uit. Maar het nieuwe H-woord staat op hun gezichten te lezen, de angst vaak zichtbaar: hoe zal ik ooit sterven? Blijft mij een dergelijk levenseinde bespaard? Of is mijn lot dat ook ik toekomstig bewoner zal zijn?

Met de toenemende vergrijzing zal dit nieuwe H-woord steeds luider doch onhoorbaar gaan klinken, elk mens zal zijn angsten rondom zijn levenseinde individueel moeten dragen.

Paul Strijp, 8 augustus 2018