Translate

zaterdag 27 februari 2016

Als over vijf miljard jaar de zon ermee ophoudt




Het ontstaan van onze aarde is een groot mysterie. Schiep God de aarde in zeven dagen of ontstond deze door een Big Bang? Minstens zo mysterieus wordt het einde van onze planeet. Onlangs hoorde ik een verhaal van Vincent Icke, hoogleraar theoretische sterrenkunde. Die stelde dat het leven op aarde over vijf miljard jaar ten einde komt. Dan houdt de zon er namelijk mee op. Die is tegen die tijd uitgestraald, heeft het helemaal gehad, heeft er kortom gewoon geen zin meer in. Zo eenvoudig is het dan ook wel weer een keer.


En toch vraag ik mij af: hoe zal dat dan gaan? Staat dan op onze kalender: woensdag einde aarde? En houdt onze minister-president op dinsdagavond dan nog een toespraak voor het volk? Neem je als collega's op dinsdagmiddag nog afscheid van elkaar met een borreltje? Krijgen we nog iets van God te horen?


Gelukkig hebben we nog even.




Paul Strijp, 27 februari 2016

woensdag 24 februari 2016

Ik mis de bureaucratie bij de Nederlandse Spoorwegen!




De schrik slaat je om het hart. Een bureaucratische nachtmerrie dient zich aan. Vergeten uit te checken bij de Nederlandse Spoorwegen. Het overkwam mij een tijdje geleden. Bij station Eindhoven. Gewoon vergeten, gewoon niet aan gedacht. Toen ik mij van deze omissie bewust werd, een dag later, bereidde ik mij mentaal voor op een middagje van-het-kastje-naar-de-muur, op lange wachttijden, op fikse boetes en nog veel erger.

Dat werd het allemaal niet. De mijnheer van de NS die mij te woord stond, wist mij te melden dat er reeds 10 euro van mijn rekening was afgeschreven. "En wat komt daar nog allemaal bij?", zo vroeg ik hem. Op voorhand geïrriteerd. Helemaal niets, zo liet die mijnheer mij allervriendelijkst weten. "Kan ik verder nog iets voor u doen?". Ik stond met mijn mond vol tanden. Dat kon toch onmogelijk de bedoeling zijn?


Afbeeldingsresultaat voor bureaucratie



Het kwam er dus op neer dat mij slechts de boete in rekening was gebracht en niet de werkelijke reiskosten, die beduidend hoger waren. Ik bespeurde een zekere teleurstelling bij mezelf. Stiekem had ik me erop verheugd heerlijk te kunnen afgeven op de bureaucratie van de Nederlandse Spoorwegen. Maar die bureaucratie, die was er niet. Waar moest ik met mijn cynisme heen? Wat moest ik met mijn vrije middag? De moderne mens kan kennelijk niet meer zonder gemopper op de nadelen van onze moderne technologie.


Ik schrik er zelf van.




Paul Strijp, 24 februari 2016

zaterdag 13 februari 2016

Als jij iets krijgt en ik niet





De mens is van nature een hartstikke jaloers wezen. Als de ander iets extra's krijgt wat ik niet ontvang, dan is de wereld te klein.


Op een verjaardagsfeestje sprak ik ooit met een medewerkster van het Reumafonds. Zij vertelde mij dat die organisatie het plan had opgevat om haar vrijwilligers, de collectanten, in het zonnetje te zetten. Daartoe had het fonds een groot aantal kaarten gekocht voor een show van Joop van den Ende. Er was één maar: het totaal aantal vrijwilligers was groter dan het aantal kaarten. En dus koos het fonds voor het principe: wie het eerst maalt, wie het eerst haalt.


Op maandagochtend om negen uur werd een website opengesteld voor de bestelling van gratis kaarten. Om vijf over negen crashte de site. En wat iedereen natuurlijk levensgroot had zien aankomen: een groot aantal vrijwilligers wist géén kaart te bemachtigen. Dat waren vooral de ouderen die al meer dan veertig jaar door weer en wind langs de deuren liepen met hun collectebus. Het fonds ontving een groot aantal opzeggingen van woedende vrijwilligers. Waarom die ander wel een beloning en ik niet?


Het onderstaande filmpje van de wereldberoemde apenbioloog Frans de Waal moet u beslist even bekijken. Wat blijkt? Dergelijke gevoelens van jaloezie zijn diep ingebakken. Bij ons allemaal.

Schaam u dus niet. Als u die gevoelens óók heeft, is dat een blijk van een normale biologische aanleg. Ik heb er zelf ook last van.


https://www.youtube.com/watch?v=meiU6TxysCg


Maar schaam me er overigens wel voor.




Paul Strijp, 13 februari 2016

zaterdag 6 februari 2016

Ervaringen met een vluchteling (2): bewondering voor de leraar Nederlands




Daar stond ik dan. Op bezoek bij een Syrische vluchteling met zijn twee kinderen. Klassieke vluchtgeschiedenis: barre tocht door de woestijn en vervolgens met een bootje de Middellandse Zee over. Zeven maanden later al in het bezit van een verblijfsvergunning. In onze termen een èchte vluchteling: een man die bij terugkeer naar zijn land van herkomst te vrezen heeft voor zijn leven.

Vol optimisme had ik mij aangemeld om hem en zijn kinderen wat extra taallessen Nederlands te geven. Het aap, noot, mies, dat ging nog wel. Maar vroeg of laat beland je natuurlijk bij de wat ingewikkelder constructies. De overtreffende trap, voltooid deelwoord, dat werk.


Slim - slimmer, doceerde ik vol overtuiging. Nou, dat pikten deze nieuwkomers snel op. Rijk - rijkker kreeg ik prompt terug. De moed zakte mij in de schoenen. Hoe kun je mensen die alleen het aap, noot, mies beheersen deze grammaticale regels bijbrengen? Die vraag spookte ook door mijn hoofd toen ik had uitgelegd dat de voltooide tijd van werkwoorden waarvan de stam op een van de letters K, F, S, CH of P eindigt, altijd met een T geschreven wordt. Appeltje, eitje toch? Gewoon het kofschip uit onze jeugd. Ook dat pikten zij snel op. Vol trots schreven zij op: gelacht. Verwachtingsvol keken zij mij aan. Het enige wat zij zagen was een ietwat onzekere docent die nerveus met zijn papieren begon te schuiven.

Wat is onze taal toch moeilijk. En wat heb ik een respect voor onze professionele leraren Nederlands.


Paul Strijp, 6 februari 2016