Translate

zaterdag 25 april 2015

Vriendelijke Deen bedreigt onpersoonlijke Albert Heijn



Dat is toch wel een staaltje lef. De Noord-Hollandse supermarktketen Deen durft zo maar een filiaal te openen in het winkelcentrum van Diemen. Daar heerst Albert Heijn. Een grote XXL op de benedenverdieping. Oppermachtig.

Deze week was ik bij de kapper in dat winkelcentrum. De juffrouw die mij knipte omschreef de kapperszaak als het klankbord van de buurt. En dat bord resoneert al een tijdje de gevoelens van onvrede van de klanten van Albert Heijn. Onpersoonlijke benadering, anoniem. Haar monopolie staat onder druk. Wat blijkt? Bij Deen, ook een grote winkel, word je nog ouderwets begroet met een vriendelijk "Goedemiddag, welkom bij Deen". "Albert Heijn gaat het onderspit delven", zo waagde de kapster zich aan een voorspelling.

Schaalvergroting lijkt een onvermijdelijke, niet meer te keren trend. Maar, zo leerde de juffrouw van de kapper mij, schaalvergroting alléén is niet voldoende. Een onpersoonlijke benadering kost je klanten, hoe machtig je als concern ook bent.


Afbeeldingsresultaat voor klantvriendelijk gedrag



Wat zou het goed zijn als de bedrijfsleider van Albert Heijn zich in deze kapperszaak zou laten knippen. En als grote instellingen in de zorg en het onderwijs hun eigen kapper zouden stichten.


Paul Strijp, 25 april 2015

vrijdag 17 april 2015

Beschaving in de Joubertstraat in Amsterdam-Oost



Kleine kinderen, wat grotere kinderen. Kinderen op heuse atletiekschoenen, maar ook kinderen op slippers. Sommigen met overgewicht. In leeftijd variërend van vier tot acht jaar, schat ik.

Afgelopen woensdag in de Joubertstraat in Amsterdam-Oost. Een groot plein met een klein stukje atletiekbaan. Onder het toeziend oog van een statige moskee. Onze dochter gaf atletiekles, in opdracht van de gemeente Amsterdam. Aan kinderen die nooit naar een sportclub zullen gaan. Vanwege de te grote afstand. Niet alleen in fysieke, maar vooral in mentale zin. Een sportvereniging kent voor deze kinderen te veel sociaal-culturele drempels.





Ik zag hoe deze kinderen volop genoten van elementaire bewegingsvormen. Dit keer waren het er vijftien, soms zijn het er maar twee of drie. Omgerekend per kind is dat een dure investering voor de gemeente Amsterdam. Maar wie weet, misschien maakt één iemand ooit nog wel eens de stap naar een vereniging. En zo niet, dan hebben zij weer een middag plezier gehad en houden zij er wat zelfvertrouwen en sociale contacten aan over.

Ooit hoorde ik iemand zeggen: Het is een teken van wijsheid om in de sterksten en een teken van beschaving om in de zwaksten te investeren.

Met de sportstimulering in de Joubertstraat toont de gemeente Amsterdam zich van haar beschaafde kant.


Paul Strijp, 17 april 2015

maandag 6 april 2015

Het middenklasse-syndroom: de angst om geen kistjes te mogen vullen



Ooit hoorde ik iemand spreken over het middenklasse-syndroom. De angst om alles wat met veel moeite is opgebouwd, door werkloosheid in één klap te verliezen. Dit syndroom heeft mij nooit in haar greep gehad. Misschien wel omdat een dreiging van werkloosheid zich nooit heeft voorgedaan. Maar soms denk ik wel eens: stel dat het gebeurt, dan red je het vege lijf ook wel weer.

Onlangs las ik de resultaten van een groot Engels onderzoek naar de effecten van werkloosheid. Wat bleek? Mensen die vijf jaar werkloos waren, hadden een andere persoonlijkheid gekregen. Niet positiever. Op eigenschappen als autonomie en ordentelijkheid scoorden ze beduidend lager dan toen ze net werkloos werden. Werkloosheid bleek een grotere impact te hebben dan echtscheiding of het verlies van je partner.

Afgelopen week hoorde ik een verhaal dat mensen die werkloos zijn geworden, verplicht worden om vrijwilligerswerk te doen. Een uitkering krijgen ze niet zo maar. Maar voor vrijwilligerswerk moet je wel solliciteren. En als je solliciteert, kun je afgewezen worden. Voor een baantje als vrijwilliger bij een kwekerij, waarbij je kistjes moet vullen met tomaten, heb je al snel concurrentie van dertig andere sollicitanten. En er kan er maar één dat baantje krijgen.


Het middenklasse-syndroom. Voor mij staat dat niet voor de angst voor materieel verlies. Wel voor de angst om van persoonlijkheid te veranderen of om zelfs als vrijwilliger niet meer aan de bak te komen. Voor de angst om te de-personaliseren en je helemaal overbodig te voelen.


Paul Strijp, 6 april 2015

Het leven kreeg maar geen vat op Matisse



De man maakte een indrukwekkende ontwikkeling door. Zijn eerste schilderijen waren natuurgetrouw, daarna volgden er een aantal in de stijl van het impressionisme. Het pointillisme bleef hij slechts korte tijd trouw. Uiteindelijk werd hij één van de grondleggers van het fauvisme. Felle kleuren in platte vlakken. Met veel decoratieve elementen.

Henry Matisse, te zien op een tentoonstelling in het Stedelijk in Amsterdam.

Het leven heeft de man niet onbeproefd gelaten. Een ziekte aan het begin en aan het einde van zijn leven. Twee wereldoorlogen. Toch domineren de zorgeloosheid en de lichtvoetigheid in zijn oeuvre, je zweeft door het Stedelijk. In tegenstelling tot veel andere kunstenaars werd Matisse met de jaren niet zwaarmoediger. Beroemd zijn de odalisken. Schilderijen waarop hij licht wulpse dames op een sofa portretteert.


Afbeeldingsresultaat voor odalisk matisse

 
 
Neen, Matisse heeft zeker niet onder het leven geleden.


Paul Strijp, 6 april 2015