Een aantal bezoekers keek wat ongemakkelijk om zich heen. Niet direct geïrriteerd, maar toch. Dit was nou ook weer niet de bedoeling. Wat was er aan de hand?
Het Concertgebouw in Amsterdam was volgepakt. Ter gelegenheid van een uitvoering van de negende van Mahler. De wereldberoemde symfonie in vier delen. Het eerste deel met het voorgevoel over de dood, het tweede met een rustieke volksdans die langzaam steeds sarcastischer wordt, gevolgd door een bedrijf vol geweldsuitbarstingen. Om te eindigen met het afscheid van Mahler, zijn losmaking van het leven, het oplossen in het niets. ‘Ze zijn ons slechts voorgegaan. En zullen niet meer terugkeren. Op de heuvels zullen we ze inhalen. In de zonneschijn! De dag is prachtig op de heuvels.’
Welnu, in die hogere sferen klonken ergens op het balkon ook hinderlijke tonen. Zachtjes weliswaar, maar hinderlijk. Tonen die niets met de losmaking van het leven of de oplossing in het niets te maken hadden. Eerder met een slecht verstaanbaar radioprogramma op een mobiele telefoon. Maar welke idioot zou het in zijn harses halen om tijdens deze uitvoering naar de radio te luisteren?
Tot ik voor mezelf bedacht had wat de bron zou moeten zijn. De pacemaker van mijn buurvrouw-op-leeftijd. Geen idee of zij die ook werkelijk droeg. Maar de gedachte bood mij rust. De tonen immers symboliseerden een voorgevoel over de dood. En geweldsuitbarstingen. Ik had er vrede mee, er kwam een rust over me heen zoals Mahler die voor het vierde deel van zijn symfonie beoogd heeft.
Hoe een fantasie, een ingebeelde gedachte een hinderlijk voorval draaglijk kan maken.
Paul Strijp, 14 april 2024
Geen opmerkingen:
Een reactie posten