Een klein zuiltje te midden van een weelderige tentoonstelling vol foto's, ons nationale volkslied en schilderijen. In dat kleine zuiltje zat het venijn. En daarmee ook het interessante en het spannende van de expositie over Joden en het Huis van Oranje. In het Joods Museum in Amsterdam.
Waar de relatie tussen ons koningshuis en de joden in Nederland door de eeuwen heen vooral gekenmerkt wordt door warme zakelijke en vriendschappelijke banden, klonk uit dat kleine zuiltje een geheel ander geluid. Een geluid van Tamara Benima, columniste en rabbijn.
"Wilhelmina als vorstin koesterde geen enkele empathie voor haar joodse onderdanen. Onder haar bewind kwamen er zelfs wetsvoorstellen om joodse ouders die hun kinderen drie maanden na de oorlog niet hadden teruggevonden, uit hun ouderschap te ontzetten."En de omstandigheden dan? Konden de moeilijke omstandigheden van de ballingschap van onze koningin in Engeland hier niet aangevoerd worden als excuus voor haar gelaten betrokkenheid? Benima maakt er korte metten mee. "Omstandigheden? Omstandigheden? Je mag de omstandigheden nooit als argument gebruiken. Dan ga je maar in therapie".
Bij de opening van deze tentoonstelling een aantal weken eerder heeft koning Willem Alexander deze pijnlijke episode erkend. Dat deed hij door te luisteren en te zwijgen. In NRC Handelsblad van 18 april wijdde Jutta Chorus er mooie woorden aan.
"In de confrontatie met de pijnlijke waarheid ligt de sleutel tot verzoening."
Paul Strijp, 2 mei 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten