Translate

dinsdag 23 oktober 2018

In Slotermeer worden geen Cruijffies meer geboren



Van de grote voetballers van onze aarde is bekend dat zij het spelletje op straat leerden. Tussen de bumpers van twee naast elkaar geparkeerde auto's bijvoorbeeld. Die bumpers zijn dan de doelpalen. Voor buurtbewoners brengt dit weleens overlast met zich mee. Zoals deuken in de auto.

Bewoners moeten zich deze overlast laten welgevallen. Dat is hun prijs, hun offer, hun bijdrage aan de successen van het nationale elftal vele jaren later als deze schoffies volwassen spelers zijn. Deze bijdrage is vele malen waardevoller dan hetgeen een bondscoach later nog kan beïnvloeden. Eigenlijk zou de wet moeten voorschrijven dat elke burger deze overlast verplicht moet tolereren.

Het valt dan ook te betreuren dat kleine straatjongens in Slotermeer in Amsterdam uit de straat verbannen worden. Zij mogen hun traptechniek niet verder verfijnen tegen de blinde gevel van een woonhuis. Waarschijnlijk te veel overlast voor de bewoners.





In Slotermeer worden geen Cruijffies meer geboren.

Paul Strijp, 23 oktober 2018




We hebben allemaal boter op ons hoofd als het gaat om de benarde positie van politieagenten, onderwijzers en verpleegkundigen


Werkdruk door personeelstekort. Onvoldoende waardering, onder meer door achterblijvende salarissen. Niet meer aan het echte werk toekomen door een doorgeslagen bureaucratie. En last but not least: veel agressie van burgers.

Praat met een willekeurige politieagent, onderwijzer of verpleegkundige over zijn werk en de kans is groot dat u één of meer van deze vier klachten te horen krijgt. Vier klachten die er niet om liegen. Vier klachten ook die de vraag doen rijzen: hoe heeft het zover kunnen komen? We zijn rijker dan ooit, het geld klotst tegen de plinten, de terrassen in de binnensteden puilen uit, we weten van gekkigheid niet waar we op vakantie moeten, maar de beroepsgroepen die onze samenleving echt draaiende houden voelen zich in de kou staan. Dan hebben we als samenleving toch iets niet goed gedaan. Dan zijn we toch ergens door het ijs gezakt.

Bewust spreek ik over "we". Vaak krijgt alleen de politiek ervan langs. De politiek had méér geld voor de salarissen van deze mensen ter beschikking moeten stellen. Dat is misschien waar, maar de doorgeschoten verantwoordingsplicht is toch zeker ook anderen aan te rekenen. Zorgverzekeraars bijvoorbeeld. Die regelen de zaken zo dat patiënten niet meer ervaren dat er nog lieve zusters aan hun bed staan, maar enkel technocraten die bij elke handeling nauwlettend en angstvallig op de stopwatch kijken of die handeling niet méér tijd in beslag neemt dan de normen voorschrijven.

En voor verpleegkundigen in de ambulance is het altijd weer spannend hoe ze ontvangen worden op de plaats waar een zieke of gewonde ligt. Steeds vaker is dat in een sfeer van agressie. Zieken, gewonden, vrienden of familieleden zijn immers van mening dat de ambulance zich veel eerder had moeten melden. En laten dat fysiek of verbaal merken. Die agressie jegens hulpverleners valt politiek, noch zorgverzekeraar aan te rekenen. Daar is de gewone burger toch echt de hoofdschuldige.

Zoals diezelfde gewone burger in het onderwijs geen genoegen meer neemt met een rapportcijfer voor zijn kind dat niet de volstrekte volmaaktheid en perfectie weerspiegelt. Alles van zijn kind wat niet aan perfectie beantwoordt is maar één partij aan te rekenen: de school. Een school die de gewone burger aan het hoofd probeert te brengen dat elk kind zijn eigen unieke kwaliteiten heeft die niet altijd perfect zijn en ook niet hoeven zijn, kan rekenen op een brief van een advocaat. Rechtszaak!

We hebben allemaal boter op ons hoofd als het om de benarde positie van onze politieagenten, onderwijzers en verpleegkundigen gaat. Niet alleen de politiek.

Paul Strijp, 23 oktober 2018

zondag 14 oktober 2018

Dat heerlijke Vlaamse taaltje toch!



Drei pientsjes en nog e pientsje. Zelden is de schoonheid van de Vlaamse taal mooier tot uitdrukking gebracht dan bij deze bestelling van vier pilsjes. Dat zachte, dat golvende, dat gemoedelijke. De Vlaamse taal viert het leven. In alles. Dat vermogen heeft onze taal gewoon niet, die is veel harder.


Ander voorbeeld. Ben jij flexibel, enthousiast en jong? Dan is dit dè baan voor jou! Holle arbeidsmarktcommunicatie in onze taal. Neen, dan ook hier liever onze zuiderburen.






Paul Strijp, 14 oktober 2018