Translate

dinsdag 16 september 2014

De burgemeester en die knalroze deur in Zwartsluis



Soms lees je een zinnetje in de krant en dat zinnetje vergeet je je hele leven niet meer. Niet dat dat zinnetje zo veelbetekenend is, maar gewoon, je vergeet dat niet. Zo las ik ooit, misschien wel dertig jaar geleden, een interview met wijlen minister Jan de Koning. "Mijn vader was vroeger burgemeester van Zwartsluis, dat is moeilijker dan minister", zo vertrouwde hij ons toe. Vraag me niet waarom, maar dit zinnetje nestelde zich voorgoed in mijn geheugen.


Afgelopen weekend maakte ik met een vriend een fietstocht rond het IJsselmeer. Ik had het al op de kaart zien staan, mijn hart maakte een sprongetje: Zwartsluis. Dat dorp zouden we passeren. Reeds van ver was ik gespannen en probeerde ik de eerste huizen te ontwaren. En toen we het stadje binnenreden, sprong een rode, knalroze deur in mijn oog. Die deur was zó verkeerd, dat hij tot in de verre regio pijn deed. Hij detoneerde, zogezegd. Mijn eerste associatie was: een concentratie van huizen voor prostituees. Vervolgens schrik: hoe kan dat, in dit zwaargelovige dorp? Mijn vermoeden bleek, voor zover ik kon nagaan, ongegrond. Gewoon een fout rijtjeshuis.


Ik heb spijt als haren op mijn hoofd dat ik van die deur geen foto heb genomen. Die houdt u van mij tegoed, ik ga een keer terug naar Zwartsluis. En ik raad u vooral aan: ga zelf ook naar Zwartsluis om die deur te bekijken. U zult er geen spijt van hebben!

De hele verdere fietstocht heb ik mij afgevraagd: zou de burgemeester van Zwartsluis in gesprek gaan met de bewoners over de kleur van hun deur? En zo ja, hoe pakt hij dat gesprek dan aan?


Paul Strijp, 16 september 2014

zaterdag 6 september 2014

Van Seneca naar Wim Kieft



Ruim een jaar geleden zat hij gebogen over de boeken van Seneca. Voor zijn eindexamen. En nu, nu verslindt hij de biografieën van topvoetballers. René van der Gijp, Andy van der Meijde, Glenn Helder, Wim Kieft. Ik vraag mij af: hoe kan dat? Waar komt die radicale omslag vandaan, waarom weet Seneca zijn aandacht niet vast te houden?






 
Seneca was een stoïcijn. Het stoïcisme probeert mensen ongevoelig te maken voor het lot. Stoïcijnen verlangen naar tegenslagen. Die zorgen er voor dat we luxe en succes relativeren. Bezit en succes moeten we volgens Seneca mentaal afschrijven zodat we immuun worden voor de pijn van het verlies ervan.


En dan Willem Kieft. Over hem is recent een fascinerende biografie verschenen. Die verhaalt over zijn angsten en zijn totale gebrek aan zelfvertrouwen, óók tijdens zijn successen als topvoetballer, zijn twintigjarige verslaving en zijn fragiele herstel op dit moment. In die biografie lezen we het volgende.


" Het PSV van die eerste jaren was een lekkere spelersgroep om bij aan te sluiten. Iedereen wist precies wat er gevraagd werd op dat niveau (...). De totale overmoed die over ons kwam nadat we de Europa Cup hadden gewonnen, dat was het begin van het einde voor onze generatie. (....) Toen we op zaterdag aankwamen in ons hotel in Spanje, liepen we rechtstreeks door naar de bar. Bier, wijn, er werd van alles gedronken. Heel langzaam ging PSV er toen aan, als elftal".

Over zijn successen als spits in het voetbal zegt hij.
"Zo was het altijd wat. Scoren zorgde voor problemen, niet scoren ook. Het was dus nooit echt ontspannen, dat voetballen. Nooit echt lekker".

En over de luxe die door de verslaving uit zijn leven verdween.
"Ik kocht een hele dure Mercedes Station. Kostte destijds 120.000 gulden. (...) De laatste jaren reis ik dus met de trein. Niet erg."

Wim Kieft heeft de levenswijsheden van Seneca aan den lijve ondervonden. Had hij deze maar eerder in zijn leven tot zich kunnen nemen, dat had hem wellicht veel ellende bespaard.

Met het lezen van de biografieën van voetballers is dus helemaal geen sprake van een radicale omslag bij mijn zoon. Eigenlijk leest hij nog steeds Seneca.

Paul Strijp, 6 september 2014